Het verlangen naar aanrakingen #291
Wat een tijd om nu in te leven. Corona. Aanrakingen worden beperkt, want er is een 1.5 meter afstand regel en er wordt zoveel mogelijk thuis gewerkt. Alleen in mijn werk, als verzorgende in de thuiszorg, raak ik de hele dag mensen aan. Wanneer ik ze was, aankleed, help met de steunkousen. Alles wat ik doe, betekent dat ik de kwetsbare mensen waar ik voor zorg, aanraak. Nu alleen wat bewuster. Ik was nog vaker mijn handen, mijn knokkels zijn al gebarsten onder dat geweld. Maar wat ik nog het meest mis, zijn de niet noodzakelijke aanrakingen.
Alles wat volgens het protocol niet noodzakelijk is. Wanneer iemand is aangedaan of verdrietig is, maar ook wanneer iemand vreugde ervaart of enorm blij is. Die aanrakingen zijn er nu niet meer. Terwijl dat juist voor mij en vele andere collega's noodzakelijke aanrakingen zijn. We staan enorm in dubio. Wanneer een cliënt opa of oma is geworden, jarig is of gehoord heeft dat de kanker weg is. Of wanneer een cliënt zijn partner overlijdt, ziek wordt of gewoon zijn dag niet heeft. Niet meer een hand uitsteken om te feliciteren en geen knuffel om iets te vieren. Geen knuffel, geen hand op de arm, geen lichamelijke troost kunnen geven wanneer zij het nodig hebben.
Wat mis ik dat. Enorm! Het is één van de redenen waarom ik in de zorg werk, zorgen buiten de lichamelijke zorgen om. Nu moeten we het doen met woorden en eventueel een knipoog. Maar dat is niet genoeg. We verlangen naar betere tijden, naar weer die aanrakingen die ons werk waardevoller maken.