Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

opdracht 272 een plek voor verloren geliefden

20 november 2019 - 17:58
Opdracht #272 - Een plek voor verloren geliefden Marit Peter Izi rilt in haar pyjama. ‘Mama, waar ben je?’, fluistert ze naar de sterren. Ze weet dat de donkere hemel niet kan terugpraten en toch trotseert ze de kou keer op keer. ‘Izi’ trilt er plots. In haar hart ontvlamt een sprankje hoop, tussen de duisternis van verdriet en wanhoop. ‘Iz! Doe dat raam dicht en ga slapen nu!’, gilt haar oma vanuit de hal. Izi doet wat haar oma zegt. Ze sluit het raam en gaat onder haar dekbed liggen. Meestal dooft zo’n zin van oma al haar licht in haar hart, maar nu gebeurt dat niet. Ze voelt de gloed zijn warmte spreiden. Donkere wolken, stormen waaien in haar rond. De hoop brandt echter rustig door. Met deze blijdschap valt ze in slaap. Kraak, kraak. Izi draait haar hoofd op haar kussen. Wat is dat? Ze draait haar hoofd weer. Kraak, kraak. Ze gaat rechtop zitten. Ze pakt haar kussen beet en kijkt eronder. Een briefje. Daar op haar matras ligt een klein stukje papier. Ruw en gekreukt. Ze gooit haar kussen op de grond en pakt het op. Ze draait het om. Donderdag 14 april om 18.30 uur, Bij de treurwilg, eendenvijver, Donkseveer. Huh?! Wat is dit? Izi snapt het niet. Ze woont in Donkseveer en de eendenvijver is haar lievelingsplek in het dorp. Maar hoe komt dit briefje onder haar kussen? Een grap van oma? Dat kan niet, oma haat de eendenvijver. Al die stront zegt ze altijd. Zo’n precieze datum, tijd en plek? Wat heeft dit te betekenen? Terwijl haar gedachten bovenin rondjes tollen, kriebelt het aangenaam in haar buik. Izi vouwt het papier op en stopt het in het kleine zakje van haar spijkerbroek. 14 april? Dat is al over 2 weken, realiseert ze zich. Izi neemt de laatste hap zuurkoolstampot. Ze schuift heen en weer op haar stoel. ‘Zit toch stil.’, bromt oma. ‘Sorry oma’, zegt Izi, ‘Ik ga zo nog het vest van Lara terugbrengen. Dat ze vanmiddag is vergeten.’ Izi heeft Lara in vertrouwen genomen over het geheimzinnige briefje. Samen hebben ze dit plan bedacht. ‘Dat weet ik Iz, als je maar snel terugkomt.’ ‘Doe ik oma.’ Izi snelt de deur uit, springt op haar fiets, gooit het vest in haar fietsmand. Ze trapt stevig door De volgende links, daar is de eendenvijver. Het avondrood snelt haar tegemoet. Het water glimt, de eenden steken zwart af. Ze zet haar fiets tegen het hek en kijkt naar rechts. Een donkere gestalte. Verloren. Bij de treurwilg. Wil dat briefje een ontmoeting? Eigenlijk hoopte ze op een schat ofzo. Izi mag niet met vreemden praten van oma. De gloed begint in haar hart weer te trillen. Behoedzaam begint ze te lopen, het gras maakt de punten van haar schoenen nat. Een vrouw. Ze draait zich om. Dan ziet ze haar. ‘Mama.’ ‘Izi.’ Izi begint te rennen. Haar moeder hurkt zich en tilt haar op. ‘Mama.’ ‘Izi.’ ‘Waar was je al die tijd?’ Vraagt Izi schor.

Lid sinds

5 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
21 november 2019 - 16:03
Hoi Marit, Het gegeven voor het verhaal is mooi. Alleen ben ik er nog niet uit of de moeder van Izzy overleden is en ze een verschijning ziet. Dat verklaart hoe het briefje onder het kussen terecht is gekomen. Maar in dat geval is het vreemd dat er een afspraak gemaakt wordt voor twee weken later. Als de moeder van Izzy om wat voor reden uit het leven van Izzy verdwenen is, hoe heeft ze het papiertje onder het kussen kunnen leggen? Het verhaal rammelt, terwijl ik het wel voor me zie. Hieronder heb ik een aantal zinnen gezet waarover ik struikelde. Ik hoop dat je er iets aan hebt. Het blijft uiteraard jouw tekst en ik heb de wijsheid niet in pacht. Meestal dooft zo’n zin van oma al haar licht in haar hart, -- je gebruikt twee keer het woord haar in de zin. Misschien leest het mooier als er staat "het licht in haar hart". Je beschrijft het geluid van een stukje papier onder het kussen. Maar "kraak" komt dan niet bij me op. Ik zou zo snel ook niet weten hoe je dat beter kunt omschrijven. Geritsel? Ze pakt haar kussen beet en kijkt eronder. Een briefje. Daar op haar matras ligt een klein stukje papier.-- Dit kun je korter formuleren "Ze tilt haar kussen op en verbaasd ziet ze een klein stukje papier; een briefje. Of zoiets. Ze gooit haar kussen op de grond en pakt het op. Ze draait het om.-- Ze gooit haar kussen op de grond, pakt het briefje op en draait het om. Terwijl haar gedachten bovenin rondjes tollen, -- Ik snap wat je wil zeggen, maar dit leest niet lekker. Dat ze vanmiddag is vergeten. -- Als dit een nieuwe zin is, zou ik schrijven "Dat is ze vanmiddag vergeten." Izi snelt de deur uit, springt op haar fiets, gooit het vest in haar fietsmand. -- Ik zou tussen fiets en gooit het woordje en zetten in plaats van een komma. De volgende links, daar is de eendenvijver. -- de volgende straat links? Een donkere gestalte. Verloren. Bij de treurwilg. -- Bij de treurwilg staat (of zit) een donkere gestalte. Verloren. Wil dat briefje een ontmoeting? -- vreemde vraag. De gloed begint in haar hart weer te trillen. Behoedzaam begint ze te lopen, -- in de feedback die ik kreeg op eerdere teksten werd mij gezegd om zo min mogelijk woorden als begint te gebruiken. De gloed in haar hart trilt (nou weet ik niet of gloed kan trillen) Behoedzaam loopt ze (naar de gestalte of zoiets)