#242 Klein Egypte
Hier zit ik dan. Een klein schattig poesje staart mij met haar kraaloogjes aan, elke keer smelt ik als ik haar zie. In april zijn er acht jarigen, ze zijn bijna allemaal een jaartje ouder geworden. Mijn jongste neefje, de grootste boef van het klein grut, staat als laatste op de lijst. Hij moet nog enkele dagen wachten op zijn verjaardag. De enige die niet verjaart, is de poes, zij zal altijd liefkozend op mij neer blijven kijken.
De wandtegels vind ik een beetje saai. Ze zijn licht, met een soort grijstint erin. Bij de buren hoor ik opeens het water lopen, één van hen had hoge nood, denk ik. De derde tegel van boven, heeft een motiefje. Het lijkt op een soort bloem die tussen de golven staat. Naast de bloem staan er wederom twee golven, met daartussen een witte uitgestrekte driehoek met vier symbolen erin. Die zouden zomaar afkomstig kunnen zijn uit een ver Egyptisch verleden.
Rechts voor mij, in de hoek, hangt een fonteintje. Op de kraan is een briefje geplakt met de tekst: al zes jaar stuk. Zes jaar geleden begrepen sommige bezoekers van ons verjaardagsfeest de opmerking niet. Er stond duidelijk geschreven: s.v.p. niet gebruiken - kapot. Later op de avond ontstond er namelijk een behoorlijke lekkage, we kregen ter oren dat de wasbak lekte. Misschien hadden degenen iets te diep in hun glaasjes gekeken.
Inmiddels hebben we de tekst maar aangepast.
Voor mij, staat een witte kleine verwarming. In de wintermaanden is het zeker geen overbodige luxe.
Boven het wasbakje hangt een aluminium ogend zeeppompje. Aan de rechterkant is een eenvoudige toilethouder aan de muur bevestigd. Ondertussen draai ik een kwartslag naar rechts. Ik zie op het plankje een witte kleine engel staan. Ernaast staan drie bruine mandjes van groot naar klein, en in het hoekje staat een afgedankte zwarte vaas.
De wandtegels aan de achterkant, hebben een andere kleur dan de rest. Wit, met een grijze waas erdoorheen. Alles moet tegenwoordig ingebouwd zijn, dat ziet er voor het oog mooi uit. Een aantal jaren geleden was de lekbak stuk. Die zat natuurlijk achter de wand. Je raadt het waarschijnlijk al... Alles is goed gekomen, op één detail na. De klusjesman was geen echte tegelzetter, dus de wandtegels kwamen hier en daar schots en scheef te zitten.
Links, staat een witte houder op de grond, er hangt een borstel in die veel lijkt op het werktuig waar onze pastoor de zieltjes mee zegent.
Mijn zitplek, de witte hangpot, vind ik persoonlijk ook een beetje saai. En niet te vergeten, de donkergrijze vloertegels, ingekleurd met een lichtgrijs wolkendek.
Eigenlijk zit ik in de meest droevige ruimte van ons huis. Maar, misschien, staar ik op een dag naar marmeren tegels, zit ik op een gouden pot met een diamanten randje, en kijkt de almachtige Sfinx met een gemene grijns op mij neer.
Haha, leuk. Geschreven op het
Lid sinds
10 jaar 11 maandenRol
N.D.D. schreef: Haha, leuk.
Lid sinds
6 jaarRol
N.D.D. schreef: Haha, leuk.
Lid sinds
7 jaar 1 maandRol
Bruno Lowagie
Lid sinds
7 jaar 1 maandRol
Hallo Anke, … ja, daar zit je
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Riny schreef: Hallo Anke, …
Lid sinds
7 jaar 1 maandRol
Het werkt goed om een verhaal
Lid sinds
18 jaar 3 maandenRol
Schrijfcoach Odile Schmidt
Lid sinds
7 jaar 1 maandRol