#237 - Sneltreinvaart
Sneltreinvaart
Station Eindhoven, galmde het door de luidsprekers, tientallen mensen stonden op en probeerde zich een weg te banen naar de deur om als eerste uit de trein te stappen.
Door de ramen zag je de paraplu's openklappen en hoorde Jasper het gemopper van de oude man die net nog op de leren stoel tegenover hem zat, blijkbaar had die zich stilletjes met de menigte naar buiten verplaatst de stromende regen in.
Een jongen man kwam de trein in met zijn bruine leren laptop tas nog boven zijn hoofd waar de druppels van af gleden. Hij legt zijn tas neer en neemt plaats op de stoel tegen over Jasper. Starend naar het raam probeert die zijn droge zwarte haren weer een beetje in model te krijgen. Aandachtig nam Jasper de jongen man in zich op en in de weerspiegeling van het raam zag hij dat zijn tas niet breed genoeg was geweest om zijn blauwe colbertje te beschermen tegen de regen. Verderop in de coupe nam iemand plaats met een zwarte capuchon en een koptelefoon op met harde muziek. Niet echt mijn soort muziekstijl dacht Jasper terwijl de bas uit de koptelefoon dreunt.
De jongeman voor hem keek geïrriteerd richting de harde muziek maar besloot het te negeren en keek weer naar buiten waar de regen tegen de ramen kletterde.
De trein kwam langzaam in beweging en begon zijn weg te vervolgen, al snel was de trein weer op snelheid en raasde ze langs de weilanden met ongeveer 140 km per uur. Jasper keek op zijn horloge en zag dat ze over 20 min aan zullen komen op station ’s-Hertogenbosch. Ondertussen was de man tegen over Jasper in slaap gevallen zijn hoofd hing een beetje naar links en bewoog op en neer als er een hobbel in het spoort zat. Jasper kon zichzelf niet weerhouden om te kijken naar dit tafereel. Tot plots de tas verschoof en de jongeman bijna voorover van de bank viel. Jasper kon nog net op tijd naar voren schuiven om de man op te vangen. De jongeman schrok wakker en keek hem recht in de ogen aan. ‘Weet u wat er aan hand de is? Vroeg de jongeman. ‘Nee sorry’ zei Jasper. Jasper keek naar buiten en zag dat de trein tot stilstand was gekomen. De bomen naast de trein lagen bijna plat door de wind en de regen was veel erger geworden dan toen ze op Eindhoven vertrokken.
‘Dank u dat u me opving, tegenwoordig zitten de mensen zo in hun muziek of telefoon dat andere personen geheel niet opvallen.’ zei de jongeman. ‘Geen probleem’ zei Jasper.
Jasper dacht even aan de persoon achter in de trein met die dreunende muziek.
Jasper zei de tegen de jongeman ‘achter in zit ook een persoon met de muziek hard aan. Hij zal toch echt een gehoorbeschadiging moeten hebben. De jongeman knikte.
‘Het weer wordt slechter zullen we nog aankomen in Utrecht’? Vroeg de jongeman.
‘Ik hoef maar tot ’s-Hertogenbosch dat is het volgende station’. Jasper keek ondertussen op zijn horloge ‘Over tien minuten moeten we ongeveer daar zijn, maar het zal wel uitlopen nu we hier stilstaan’.
De jongeman zuchtte ‘Ik heb net een nieuwe baan en dat zou ik vanavond vieren met een etentje met mijn vriendin, Ik moet haar maar even proberen te bellen’. Hij pakte zijn telefoon en zocht het nummer op van zijn vriendin. ‘Helaas geen bereik’ zei de Jongeman hardop.
Op het moment dat de Jongeman en Jasper weer naar buiten keken ging de trein weer langzaam rijden. Tien minuten later stapte Jasper uit en draaide zich om ‘eet smakelijk’.