# 223 - Wintersprookje
Schrijfopdracht #223 - Het sprookjesbos
Er stond eens een klein dennenboompje in het bos dat maar niet wilde groeien, hoeveel meststoffen het ook kreeg.
Alle bomen rondom hem groeiden en groeiden, zij waren de trots van de boswachter. Eens zouden zij met kerst in de huizen van het dorp een belangrijke plaats innemen. Zij zouden versierd worden met slingers en lichtjes.
Vandaag worden de kerstbomen gekeurd. De opkoper is dik tevreden; met deze bomen is het goed handel drijven. Maar, ach heden, het kleintje wordt over het hoofd gezien. Hij kijkt zielig voor zich uit.
Het wordt koud en donker, opeens snikt ons boompje het uit: waarom ben ik toch zo klein, ik vind het niet leuk om zo klein te blijven. Verdrietig kijkt hij om zich heen – geen dennenbomen meer te bekennen. Het wordt nog kouder; de maan komt tevoorschijn en zet alles in zilver licht.
Op dat moment zwerft daar ook een klein meisje, ze heeft honger en huilt; zij is verdwaald. In het maanlicht vormen haar tranen zich tot zilveren stroompjes op haar wangen.
Het boompje is verrast en roept: ‘Klein meisje wat doe je zo alleen in het bos, voel je je ook zo alleen?’ Het meisje knikt, haar verpieterde krullen dansen op haar schouders.
‘Ik ben moe, ik weet niet meer waar ik vandaan kom of naar toe moet.'
‘Kom hier tegen mijn stam zitten. Mijn takken zullen je misschien een beetje verwarmen, mijn naaldjes zullen wel prikken, maar iets is toch beter dan niets.’
Zo gebeurt het dat zij tegen elkaar aankruipen en er een vonk overslaat. Het boompje begint zelfs een beetje te zwellen. Hij kijkt vertedert naar het meisje dat in slaap is gevallen.
Oehoe, de wijze uil heeft dit allemaal gezien. Hij wil die twee helpen, vliegt naar hen toe en zegt:
‘Ik zal jullie helpen om samen gelukkig te worden.’ Verrast kijkt het boompje op, het meisje wordt wakker en lacht naar Oehoe.
‘Kunt u dat doen, meneer de uil, wat zou dat fijn zijn.’
Oehoe schrikt, heeft hij echt gezegd dat hij die twee zal helpen? Hij wil het zo graag maar of hij dat nu alleen kan, er is nu ook een mensenkind bij. O, o, wat dom, te snel gereageerd. Hij klapwiekt met zijn vleugels; hij heeft hulp nodig.
Er klinkt geritsel door het dorre blad. Ja, warempel daar komt de familie muis, enkele egeltjes en eekhoorntjes, meneer de vos, en een hert. Wat heerlijk zoveel hulp te krijgen. Alle dieren beginnen hardop te denken en met hun lijfjes te bewegen. Zij spitsen hun oren om elkaar duidelijker te kunnen verstaan. Na een poosje knikt het hert en hij kijkt Oehoe ernstig aan, die wat gaat verzitten op zijn tak.
‘Wij hebben besloten, Elfje Twaalfje uit te nodigen om die twee met haar toverstafje aan te raken.
Even later komt zij aangevlogen. Zij luistert belangstellend naar de dieren uit het bos, knikt af en toe. Zeker wil zij helpen, pakt haar toverstafje en vliegt naar de dennenboom en het kleine meisje.
‘Willen jullie voorgoed samenblijven?‘ vraagt zij .
De boom en het meisje knikken van Ja en kijken verwachtingsvol naar het elfje.
Met haar toverstafje raakt zij hen aan en plotsklaps veranderen zij in een mooi opgetuigde kerstboom met als hoogtepunt een stralende kerstengel. De dieren raken enthousiast en vinden het allemaal geweldig.
En zo blijven zij voor altijd bij elkaar. Met kerst zie je nu in elk huis een kerstboom met een kerstengel. Zie je die engel niet, dan is zij er wel, hoor! Zij weet zich heel goed te verstoppen.
Leuk geschreven Riny! Mooi en
Lid sinds
6 jaar 3 maandenRol
Schattig. Ik krijg zelfs een
Lid sinds
10 jaar 4 maandenRol
Dag Roy. Dank voor je fijne
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Hi Levina, … ja dat Elfje
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Echt een sprookje, mooi
Lid sinds
15 jaar 2 maandenRol
lief en echt sprookjesachtig
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Inderdaad een lief en
Lid sinds
6 jaar 7 maandenRol
@ Leeuwin58 en @
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
LizettevanGeene
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol