#220 De ongelukkigen
De ongelukkigen
Er waren drie personen in het leven van Frans Akker die hij vervloekte voor het slapen gaan. Het werd hem bijna net zo belangrijk als bidden, hoewel de vervloekingen met de jaren korter werden en zijn gebeden langer.
Hij vervloekte zijn grootvader Henk Akker die zijn zoon iedere dag had geslagen. ‘Dit zal je leren, Jan,’ riep hij. Nog voordat Frans’ vader het verdient had, ging hij over de knie. Dit gaf hem vrij spel om gedurende de dag de tikken in te ruilen voor kattenkwaad. Toen er op een dag politie voor de deur van familie Akker stond om de zoon over te laten aan hun genade, had de kleine deugniet vierendertig kleine vergrijpen begaan. Sindsdien stond Jan bekend als crimineel en telde hij niet meer de tikken van zijn vader.
Frans vervloekte zijn vader, die het eerder opviel dat er blikken bier verdwenen, dan het geld uit zijn eigen zak miste. Hij vervloekte iedere slok die hij zijn vader zag nemen. Hij wenste dat zijn vader met iedere nip, ziek zou worden. Hij vervloekte dat hij dat gewenst had, want zijn wens was uitgekomen.
Tenslotte vervloekte hij zijn moeder. Zij had meer aandacht voor god, dan de ellende, die onder haar neus plaatsvonden. De heer stond op de eerste plek, haar dochter op de tweede.
Er was geen plek om zijn zusje te vervloeken.
Een indringend verhaal over
Lid sinds
10 jaar 5 maandenRol
Goed verhaal! Een paar kleine
Lid sinds
6 jaar 11 maandenRol
Bedankt voor jullie inzichten
Lid sinds
6 jaar 10 maandenRol