Ongevraagd zet de barkeeper bier en cola voor hen neer. Ria kijkt Karel afwachtend aan. Hij heeft iets goed te maken. ‘Het gaat niet goed met Brammetje’ ‘O, nee?’ is haar schrikreactie. ‘De dokter houdt vol. Er is geen verband met de DKTP-prik’. ‘ Hij kan het weten, hij is arts.’ Ze houdt zich nog in, merkt hij. ‘Het kan geen toeval zijn’, oppert hij. Ze zijn weer op hetzelfde punt aanbeland als zondag, vijf dagen geleden. Ria was woedend weggegaan. Vanmiddag appte Karel dat ze moesten praten. ‘Gistermiddag heb ik aan de directeur het probleem voorgelegd. Hij was zeer beslist: onzin, er is geen verband.’ ‘Dat zal wel niet. Hij heeft de RIVM-tunnelvisie.’ Ria reageert fel en bijt Karel toe:’ Meneer de ict’er weet het beter, nooit geweten dat hij ook medicus is.’ Mensen in het café genieten van de felle woordenwisseling. Karel legt sussend zijn hand op haar arm. Die slaat ze weg: ’Blijf van me af, eigenwijze drol’. ‘Ssss...’, probeert hij tevergeefs. Ria werkt op de boekhoudafdeling van het RIVM, de instantie die de vaccinaties regelt om mensen te ‘beschermen’ tegen akelige ziektes: mazelen, pokken e.d. ‘Jij hoort bij de complotdenkers. Die denken dat de vaccinaties niet veilig zijn. Dat ze er ADHD’ ers, autisten van worden. En hebben niet door dat miljoenen mensen in leven blijven die anders dood zouden gaan’, schreeuwt ze tegen hem en zwaait heftig met haar wijsvinger. ‘Dat verhaal ken ik, en hoe kan het dan dat Bram zo ziek is geworden na zo’n vaccinatie?’, probeert Karel zo kalm mogelijk te vragen. ‘Wetenschappers doen niet zo maar wat. Zoeken echt wel uit wat veilig is.’ Karel kan het niet laten te zeggen: ‘Ook wordt er grof geld verdient aan de injecties.’ Dan leest hij op zijn telefoon: Bram overleden.