Wekelijkse schrijfopdracht - # 195 – Temperatuur Tropenrooster Ziezo, nu met een boek op de bank achter in de tuin; het was me je dagje wel. Wat een hitte. Nynke luistert naar de vogels en ziet spinrag als een flard mist over haar tuinazalea’s liggen. Wat is dat nu weer, straks maar even Googlen. Haar gedachten gaan uit naar een tropenrooster, morgenochtend lekker vroeg de tuin in en de rest van de dag zijn gang laten gaan. De volgende morgen om half acht is ze in de voortuin druk aan het schoffelen. Heerlijk, de vogels fluiten weer volop. Het onkruid laat zich goed los woelen om te drogen, vanavond zal ze het naar zich toe harken en het spul met stoffer en blik in de tuinemmer deponeren. ‘Hi buuf, wat zie ik nou? Zo vroeg uit de veren? Je bent de enige die nu al in de tuin werkt’ en met een zwaai stapt haar buurman in de auto. ‘Succes vandaag’, kan ze hem nog net naroepen. Nu nog even de achtertuin - daar hoeft ze niet veel aan te doen – toch eerst maar even ontbijten. Vrolijk stapt ze de keuken binnen en dan … , over de vensterbank : mieren. Haar buurvrouwtje Hanneke, had daar een paar dagen terug ook last van, maar dan in de huiskamer ook op de vensterbank. ‘Koperen muntjes neerleggen, aan koper hebben zij een hekel, in de garage heeft het geholpen. Tip van de schilder,’ kon Nynke troostrijk zeggen. Maar nu: verbluft staart zij naar die kriebels; het worden er steeds meer. Nu háár koperen muntjes, het lijkt te helpen of is het wishful -thinking? Ze pakt een vochtig schoonmaakdoekje; gatsie - ze lopen over haar handen en zelfs op haar armen bijten die dingen. Ze blijft poetsen en van alles proberen. Vermoeid wrijft ze over haar ogen. Ze stopt ermee, is dit nu een tropenrooster?