#179 Uitgebreid
Uitgebreid
Op een middag ontmoette persoon A en persoon B elkaar op de brink van een dorp in het oosten van het land. Was het toeval, of hadden ze het afgesproken? Persoon A had een tas bij zich, van opvallend rode kleur en het was duidelijk dat er iets zwaars in zat.
Temidden van de bijeengedreven geiten, schudden zij elkaar de hand.
‘Lang niet gezien.’
‘Te lang,’ antwoordde de man met de tas, ‘we hadden een afspraak.’
‘Ach, je weet hoe dat gaat. Hier wat te doen, daar wat te doen en uiteindelijk zien we elkaar, toch? Je ziet er welvarend uit. Tijd voor verlichting vind je niet? Net als ik heb bereikt.’
De zon scheen en de hitte die zich op de stenen ondergrond verzamelde om langzaam naar boven te ontsnappen, liet de penetrante geur van het vee opwalmen. Zowel A als B leek het niet te deren.
‘Weet je nog vroeger,’ vervolgde de man die blijkbaar zijn woord niet gehouden had, ‘toen hier nog het gras onder onze voeten streelde en het vee niet als een historisch spektakelstuk opgevoerd werd, maar nog tot de dagelijkse gang van het leven behoorde?’
‘Dat waren de mooie tijden,’ verzuchtte A, ‘toen de mensen nog ontzag hadden voor wat ze niet begrepen, maar wel begeerden. Nu voelen alleen de beesten nog de kracht.’
Het was opvallend dat de geiten hun natuurlijke nieuwsgierigheid en vraatzucht wisten te onderdrukken richting de mannen en de rode tas.
De mannen zwegen even en lieten hun blik ronddwalen.
‘Die daar,’ zei A resoluut.
‘Die daar,’ beaamde B.
De geitenhoeder gekleed in een kostuum uit vervlogen tijden voelde hoe hij naar de mannen toe getrokken werd. Hij bood geen weerstand, omdat hij het vermoeden van een vrije keus had.
‘Zou je eeuwig willen leven?’ zei A.
‘In rijkdom en voorspoed,’ vulde B aan.
‘Natuurlijk,’ zei de onschuldige.
‘Heb je daar je ziel voor over?’
‘Ben ik die dan voor altijd kwijt?’
‘Nee, zeker niet meteen.’
‘Hoezo niet meteen?’
‘De eerste duizend jaar nog niet. Daarna zoeken we je op.’
A en B spraken als in één stem.
‘Klinkt goed.’
‘Stel je open.’
A opende de rode tas. De zielen van de mannen drukten zwaar op de bodem. In een zucht voegde zich daar een derde ziel aan toe.
‘Hier, neem de tas. Over duizend jaar spreken we je weer, dan mag jij de tas uit handen geven.’
Zo gingen de mannen uiteen. A en B met een verlicht gemoed en de geitenhoeder die de tas met moeite meesleepte op weg naar rijkdom en voorspoed.
Toen hij zich langs de enige bok in het gezelschap bewoog, verhief deze zich op zijn achterpoten en stootte een klank uit die deed denken aan de lach van een waanzinnige.
Origineel! Een bijzonder
Lid sinds
7 jaar 9 maandenRol
Prachtig Hadeke.
Lid sinds
7 jaar 8 maandenRol
Hadeke, Ik heb hem nu een
Lid sinds
9 jaar 7 maandenRol
Mooi verhaal. Mooi
Lid sinds
12 jaar 6 maandenRol
Origineel verhaal. Mooi ook.
Lid sinds
6 jaar 11 maandenRol
Net als de rest, vind ik het
Lid sinds
6 jaar 10 maandenRol
Waanzinnig goed.
Lid sinds
10 jaar 4 maandenRol
Bijzonder verhaal. Ik las het
Lid sinds
16 jaar 8 maandenRol
Apart verhaal -Het begint