Wekelijkse schrijfopdracht # 177 – UFO ‘Mam, mam, we hebben weer wat op school.’ Opgewonden komt Joost de kamer binnen. ‘Nu moeten we nadenken over het woord: UFO. Jij weet wel wat dat is, hè?’ ‘Hallo Joost, fijn dat je er weer bent. Daar zadel je me wel met iets op zeg, net nu papa een week weg is.’ ‘Kan hij niet eens naar Amerika gaan? Dan kan hij daar serieus gaan zoeken. Misschien vindt hij daar wel buitenaardse wezens, dat zijn toch aliens?’ Hij gaat wat buiten adem tegenover zijn moeder zitten. Hanke legt haar tekenpotlood neer en kijkt hem aan: ‘Ja,dat zijn het, althans die naam hebben ze daaraan gegeven, maar ik denk dat het allemaal fantasie is. De mens wil nu eenmaal fantaseren en dat is goed. Maar tussen fantasie en werkelijkheid ligt een groot verschil. Ik heb respect voor al die wetenschappers in welke richting dan ook, die hun fantasieën willen onderzoeken en daardoor volop met de toekomst bezig zijn.’ Joost kijkt teleurgesteld: ‘Ik hoor het al, jij weet er nog niet veel van.’ ‘Dat dacht je. UFO betekent: Unidentified flying object, dat is in het Nederlands vertaald, een onbekend vliegend voorwerp. Er zijn mensen die denken iets gezien te hebben en er zijn mensen die dat geloven van die mensen omdat zij het zeggen, er zijn zelfs mensen die denken buitenaardse wezens gezien te hebben en door hen ontvoerd te zijn geweest, er zijn mensen die dat op hun beurt weer geloven, en … ‘ ‘Mam, hou maar op, je brengt me zo niet verder.’ ‘Oh nee ! Hanke voelt zich strijdlustig worden. ‘Kun je mij zeggen wat geloven is?’ Joost kijkt bedenkelijk. ‘Geloven is dat je iets niet zeker weet, je moet het kunnen bewijzen.’ ‘Precies.’ ‘Maar waarom zeggen er dan mensen dat ze aliens hebben gezien en er door ontvoerd werden?’ ‘Ik denk, omdat ze dat zo graag willen geloven en zich er prettig bij voelen.’ Joost zucht en loopt met een ernstig gezicht naar de keuken. ‘Wil je ook wat drinken, mam. Zwarte bessensap?’ ‘Ja, neem het pak maar mee.' Ze staat op, loopt naar het dressoir en pakt twee glazen. 'Dan kunnen we nog even verder praten als je wilt.’ ‘Nou nee, ik ga straks meteen naar boven, huiswerk maken en morgen krijgen we voor het eerst filosofie.’ .