Lid sinds

6 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

De ontmoeting, nr. 171

Voor het slapengaan valt mijn slaperig oog op een intrigerend zinnetje in Facebook: ‘Ben jij de Fanny Vercammen die met mij op school zat in de Lange Gasthuisstraat?’ Meteen zoek ik de naam van de afzender op. ‘Hilde!’ Hilde, mijn toenmalige beste vriendin! Door een spijtig voorval en vooral onder druk van mijn moeder had ik 30 jaar geleden, met spijt in mijn hart, van haar afscheid genomen. Nu maakte mijn hart een sprongetje. Al zolang wilde ik haar terugzien, mijn woorden terugnemen, haar omhelzen… Ik antwoorde volmondig ‘JA’ en we spraken meteen een datum af. Ze inviteerde me bij haar thuis. Die dag kocht ik een enorm boeket bloemen en belde met gemengde gevoelens aan. Hoe moest ik haar begroeten? Hoe kon ik het goedmaken, wat ging ze wel denken…? Mijn overpeinzingen werden bruusk onderbroken toen de deur werd geopend en we elkaar spontaan in de armen vielen. Er was niets veranderd, we zagen elkaar geen 30 jaar geleden terug, maar de dag daarvoor. Zo voelde het aan. We stonden beiden met tranen in de ogen die we dapper wegpinkten. ‘Je bent geen haar verandert,’ zei ze opgetogen. Ik kon niet hetzelfde zeggen. Haar lange lokken waren verdwenen voor een kort kapsel, doorspekt met grijze haren en de jaren hadden groeven in haar gezicht achtergelaten. Gelukkig had ze nog steeds haar opgetogen karakter en de lachrimpels van toen. ‘Nog steeds die lachende ogen,’ repliceerde ik. ‘Kom er in… Nog steeds samen! Dag Alex. Jij bent ook geen haar veranderd,’ zei ze verrast. Ze maakte een uitnodigend gebaar en stelde meteen haar man voor. Maar wij zongen al de hoogste noot, terwijl de mannen met elkaar onwennig. kennis maakten. We tetterden er lustig op los. Zoveel te vertellen… Plots hield ze op en keerde zich naar haar man: ‘Kijk, met Fanny voel ik mij op mijn gemak. Geen gedoe, geen valse pretenties.’ Ze keek me terug aan. ‘Vorige keer heb ik ook een vroegere klasgenote op bezoek gehad. Ze is getrouwd met iemand met centen en dat kan je merken. Zo blasé.’ ‘Dat is spijtig… Hilde ik heb je zo gemist. Ik heb steeds gehoopt je terug te zien. Jou mijn spijt te betuigen… het uit te leggen.’ Ze nam me bij de hand. ‘Ik heb het altijd vermoed. Toen je met je ouders verhuisde dacht ik dat ik je voorgoed kwijt was.’ Ik knuffelde haar ongegeneerd. ‘Nooit meer. Ik was zo benauwd dat ik geen plaats meer had in je herinneringen.’ ‘Meen je dat nou?’ lachte ze de woorden weg. ‘We hebben zoveel pret gehad! Het musiceren, het tekenen, de grappen die we uithaalden. Je brengt licht in de duisternis. Toen en ook nu.’ ‘Jij bent mijn geluk,’ antwoordde ik met een dikke stem. De mannen staarden elkaar aan en glimlachten. Zij hoorden twee jonge meiden die elkaar steeds aanvulden toen we herinneringen ophaalden. En heel de tijd we samen waren had ik geen last van mijn rug en zij niet van haar knie.