‘Weet je, ik heb zo genoeg van jou. De hele dag zit je daar maar als een zak aardappelen. Ik ben je zo verschrikkelijk zat. Kom godverdomme eens in beweging, zeug.’ ‘Waarom zou ik?’ ‘Tyfus, doe het dan voor mij, Eucalypta. Waarom heb ik in godsnaam voor jou gekozen, ik had voldoende keus, maar nee, ik ging voor het lelijkste gedrocht in de tent omdat ik dacht dat zij goed voor me zou zorgen. Nou, daar zit ik dan. Waar is mijn biertje, mijn krantje, mijn peukie? En het is een godvergetense teringbende hier, weet je nog wel waar de stofzuiger te vinden is? ‘Nee, jij wel?’ ‘Wat eten we vanavond? Heb je daar dan tenminste aan gedacht, stuk gatenkaas?’ ‘Ik heb twee pizza’s uit de vriezer gehaald’ ‘Dat meen je niet….bevroren bagger…al weer? Ik schop je dikke reet van die gore bank af en dan ga je naar de Jumbo om een normale Hollandse maaltijd te halen, hoor je me?’ ‘Wat zeg je?’ ‘Schei toch uit met die onzin, druif, je gaat nu uit jezelf of ik help je een handje!’ ‘Je gaat zelf maar.’ ‘Het is toch niet te geloven…wat is er met jou gebeurd dat je zo’n grote bakkes tegen mij opzet? Wat heb je trouwens een ontzettend verlopen harses gekregen. Geen wonder dat je het huis niet uit gaat. Ze zouden zich de touwtieffus schrikken op straat als ze jou zien. Ik ga zelf wel en als je nou niet snel normaal gaat doen kom ik niet meer terug ook!’ ‘Lijkt me heerlijk.’ ‘Als ik toch ga shoppen zal ik eens kijken voor een nieuwe kop voor je. Draaien we die bavianenkop van jou er af en zetten we iets moois voor terug zodat je de straat weer op kan.’ ‘Ben je klaar met je dagelijkse geklaag, liefje? Je wordt er wel steeds beter in. Erg benieuwd naar mijn nieuwe hoofd, neem er zelf ook een!’