Het is voor het eerst dat ik me aan deze dichtvorm waag. Ik merk ook dat ik, als ik eenmaal begin, steeds verder kom, alleen ben ik bang dat ik me dat niet meer aan een ritme houd. Een vrouw uit Ommen Had een man die zat te brommen Zij zat er echter niet mee Omdat ze met de buurman vree Die haar lekker deed grommen

Hallo Leeuwin, Ik heb in ieder geval gegrinnikt over jouw limerick, dus dat zit goed! De laatste zin is geweldig. Dat rime, ja dat is voor veel mensen een puzzel. In jouw limerick zie ik al wat oplossingen om dat te laten kloppen. Ik help je even: Een .... vrouw uit Ommen: op deze regel zou je een bijvoeglijk naamwoord van drie lettergrepen kunnen invullen, bijvoorbeeld 'lelijke', plus nog een aanvulling op vrouw, bijvoorbeeld 'huisvrouw'. Zoiets: 'Een lelijke huisvrouw uit Ommen' Dan heb je meteen het goede ritme en metrum te pakken. Heb je het videootje bekeken? Als je dat eenmaal gehoord hebt, krijg je de dreun niet meer uit je hoofd. Je kunt de limerick ook omgooien, bijvoorbeeld zo: De man van een huisvrouw uit Ommen Zat steeds in zijn leunstoel te brommen Zij zat er niet mee Ze knorde tevree Als buurman haar lekker liet grommen Misschien is dat 'knorde' wat dubbelop, ik weet niet. Het past ook wel weer bij brommen en grommen. Probeer zelf maar eens iets. Succes, groet van Wilma van den Akker / Mevrouw SchrijfTaal