Lid sinds

7 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

# 139 Kinderen van toen

Ze houdt de lijn kort als een man haar voorbij loopt. Iets in zijn profiel doet haar aandachtiger kijken. Hij is het. Als kleuters waren ze de beste maatjes, toen ze acht waren bestond ze niet meer voor hem. Janneke besluit hem te volgen door het park. Ze ziet een paartje dichterbij komen, hand in hand en elk een fox-terriër aan de lijn. Puppies, hoe schattig. 'Blijf van me weg,’ hoort ze hem zeggen. Zijn rug verstrakt, dan zet hij een stap achteruit. Waarom balt hij nu zijn vuisten? ‘Nee. Nee! Hou die monsters bij je.’ Zijn stem slaat over. Janneke begrijpt er niets van. Het gesnuffel van de diertjes aan zijn voeten doet hem wegspringen. De hondjes vinden het geweldig en trippelen hem achterna. Zijn voet schiet uit naar een van hen. Een gepiep volgt. ‘Hé zeg, klerelijer. Ze doen je toch niets,’ zegt de man verontwaardigd. ‘Denk je? Denk je dat echt? Ze verkloten mijn leven. Ze hebben mijn kindertijd verpest. Ik heb er eentje gekend. Ik moest ermee omgaan. Ik moest ermee spelen, dus ik speelde aardig. Mijn buurmeisje haalde het in haar hoofd om samen haar hond te verkleden, koekjes te geven tot dat beest er bijna in stikte. Jammer dat haar moeder er snel bij was. En dan in de vijver springen. Toen dat beest zich uitschudde, kreeg ik de zee over me heen. Vreselijk. Een dashond was het, Takkie, hartstikke blij was ik, toen dat beest onder een wagen terechtkwam.’ Hij schatert van plezier. Man en vrouw kijken elkaar aan, halen de puppies naar zich toe en nemen ze in hun armen. ‘Kun je effe afkoelen, mafkikker,’ gilt de vrouw hem na, als ze verder lopen. Hoe lang ze onbeweeglijk heeft gestaan, kan ze niet vertellen. Het paartje is al lang verdwenen. Seconden, minuten moeten voorbij zijn gegaan. Hij moest verderop gekeerd zijn, want hij komt haar richting uit. ‘Hé, Janneke, ben jij het? Al lang niet gezien. Heb je een vriendje bij?’ Hij bukt en krabbelt in de nek van haar dashondje. Het diertje wijkt terug. Goed zo, liefje, denkt ze. Jij herkent tenminste eerlijkheid. ‘Doe niet zo stom, Jip. Onze vriendschap is al lang voorbij. Ik geef er de voorkeur aan het zo te houden.’ Met opgeheven kin wandelt ze weg. met dank aan Annie M.G. Schmidt voor de namen en de inspiratie

Lid sinds

7 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Hoi Leeghoofd, ik heb genoten van dit verhaal! Geweldig, die namen! Wel triest die beschadiging die Jip kennelijk heeft opgelopen in zijn jeugd, maar ik vind dat je deze scene in het park subliem hebt verwoord! Ook een mooie dialoog, bij de ontmoeting met dat stel met die puppies. Ik zie voor me dat dat stel na afloop ook in opperste verwarring en ontreddering verder loopt en Jip nog iets naroepen. (alleen; 'mafkikker'of 'mafkees'? ik kende de 'mafkikker' nog niet) En de laatste confrontatie tussen Jip en Janneke en haar hond is ook om door een ringetje te halen, dwz de beschrijving daarvan, dus. Die laatste zin vind ik een krachtig slotakkoord! Complimenten! Mvg Ton

Lid sinds

7 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
Wat een originele invulling Leeghoofd! Mooi beeldend geschreven, ik zie het voor mij. En zo liep het dus af met Jip en Janneke... Dank dat je het mij laat weten! ;) Groet, Marceline

Lid sinds

7 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Dank Ton, voor je compliment. Het heeft wat geduurd, en omdat mijn 'Jantje met zijn eieren/pruimen ' goed was bevonden, vond ik het leuk om bij deze opdracht ook eens zo te denken. Ik wilde wat anders dan mafkees, dit klonk me nog te zacht. ;) Omdat je de namen geweldig vindt, hoop ik toch dat je als Nederlander Jip en Janneke kent? En onze Annie Schmidt?

Lid sinds

10 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
@leeghoofd, een onderhoudend verhaal voor op de zondagmorgen dat ik graag las. Het komt natuurlijk over. Ik had wel een gedachte hoe je als Janneke Jip herkent als ze [als kleuters de beste maatjes waren]. En dan herkent Jip Janneke ook nog eens. Herken je elkaar uit de kleutertijd eenmaal volwassen?

Rol

  • Anoniem
Hallo Leeghoofd, Een hondenhater versus een hondenhater die zich voordoet als hondengek. En door de namen zie ik opeens alles in zwart-wit… Erg originele invulling van de opdracht, je hebt er een mooi geheel van gemaakt. “ ‘Kun je effe afkoelen, mafkikker,’ gilt de vrouw hem na, als ze verder lopen.” Deze zin vat ik niet helemaal. Door de vijver die vlak ervoor ter sprake komt, dacht ik even dat de vrouw hem in de vijver geduwd had, maar dat klopt volgens mij niet. Schrijfcoach Corrie

Lid sinds

7 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@allen Bedankt voor het lezen en het leukvinden. Mili, ze waren geen kleuter meer toen de vriendschap doofde, maar acht. En mss vertoont Jip gelijkenissen met zijn vader, heeft ie een geboortevlek of litteken, heeft ie nog altijd hetzelfde soort kapsel, hetzelfde loopje, ... ik kon er nog vijf zinnen aan besteden. Coach Corrie, Afkoelen heb ik bedoeld in de betekenis van bedaren. De vijver heeft er idd niets mee te maken. Dank voor je reactie.