De klokken luiden. Pasen met familie vieren is altijd zo een mooie bezigheid. Kamer vrolijk versierd met gekleurde eieren, haantjes, kuikens. Tafel gedekt met de lekkerste broodjes en croissants. Daarbij mag natuurlijk een overvloed van beleg en andere lekkernijen niet missen. En om alles af te sluiten staat er een mandje vol met heerlijk gekookte eitjes. Ik begin lekker met een eitje. Na een paar keer tikken ontbloot zich het zachte eiwit. Een lepel verder en ik proef het zalig romige eigeel. Ik laat het lege dopje achter en beoog mijn volgende doelwit. De broodjes. Lekker dik bestreken met boter en neem er een dikke plak ham bij. Een croissantje met iedere hap een lepeltje jam. Voldaan aan alle lekkernijen klets ik lekker mee met het gezelschap. Op de hoogte van de nieuwste familieroddels verlaat ik het festijn. Zo een paasviering is altijd mooi. De klokken luiden. Ik begin lekker met een eitje. Na een paar keer tikken ontbloot zich het harde eiwit. Waren de eitjes altijd zo hard gekookt? Ach, ik kan mij tenminste tegoed doen aan de broodjes en lekkernijen. De middag eindigt leuk met geklets met familie. Het was wel een leuke paasviering. De klokken luiden. De eitjes zijn er niet bij opgeschoten, ik begin maar meteen met het brood. Had de ham altijd zo een rare smaak? Ach, ik heb toch genoeg gegeten. De familie is net zo gezellig als altijd en heb me kostelijk vermaakt. Dat was een gezellig Pasen. De klokken luiden. Ik heb maar alvast wat gegeten, heb ik niet zo een honger aan het einde en blijf ik wel gezellig. Was de familie altijd zo luid en zo vervelend? Ach, tenminste zien de versieringen er nog vrolijk uit. Hmmm, misschien blijf ik volgend Pasen maar thuis. De klokken zijn stil.