#124 Waakzaam & Dienstbaar
“Waakzaam & Dienstbaar?”
Ik loop op straat, de hond uit te laten. Op mijn pad zie ik een vrouw zoekend rondkijken. Ze kijkt mij aan, het is zondagochtend dus er is geen hond op straat, behalve die van mij dan. Ze loopt naar me toe en vraagt mij of ik misschien weet waar de Wilhelminalaan is. Ik begin het uit te leggen. De vrouw begrijpt me niet goed. Ik betrap mezelf erop dat ik om me heen aan het kijken ben en mijn hand op mijn beurs in mijn jaszak houd. Ik ben er heilig van overtuigd dat ik kans maak om slachtoffer te worden van de welbekende babbeltruc en dat haar handlanger mij, terwijl ik mijn uiterste best doe haar te helpen, zal beroven van mijn kostbaarheden.
Ze bedankt me, maar ik hoor het amper. Ik ken alle trucs en ben alert. De vrouw loopt weg in de richting waarin ik haar wees. Ik kijk nog eens om me heen. Er is werkelijk niemand anders in de straat te bekennen.
Bedenkelijk loop ik verder met mijn hond, gefrustreerd op mezelf dat ik zo wantrouwend ben op de wereld en de mensen die er in leven. Wantrouwend of voorzichtig, zeg jij het maar. Terwijl ik na mijn vaste ronde de deur van mijn huis van het slot af wil halen, merk ik dat mijn rechterhand nog steeds stevig om mijn beurs geklemd zit. Ik moet om mezelf lachen. Er is niks aan de hand. Ik ben waarschijnlijk de enige die een lichte vorm van straatvrees lijkt te ontwikkelen. Ik moet stoppen met werken.
Terwijl ik in bed stap na mijn nachtdienst, denk ik aan die oude man bij wie gisteravond laat de bel ging, terwijl hij geen bezoek verwachtte. Hij kan het niet meer navertellen. Dan ben ik liever argwanend.
@Glenn, hier spreekt m.i. een
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Bedankt voor je reactie Mili,
Lid sinds
9 jaar 7 maandenRol
Goed verhaalidee. Ik vraag me
Lid sinds
18 jaar 2 maandenRol
Bedankt voor je reactie
Lid sinds
9 jaar 7 maandenRol