Lid sinds

8 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#92 De verkoopster

27 april 2016 - 12:22
Esmee zet de tafel op de stoep. Vandaag mag ze haar oude speelgoed verkopen. Haar kassa zet ze in een hoek. 'Zou je dat wel doen? De voorspellingen zijn niet goed,' zegt mama. Waar zou de oude teddybeer moeten staan? Het lijkt haar het best die op de grond te zetten. 'Het is droog, als het gaat regenen kom ik wel in huis'. Mama moet niet zo moeilijk doen. Het is feest. Anders staat dat spul maar op zolder. 'Kom binnen. Kijk eens naar de lucht. Ik zet het wel voor je op Marktplaats'. Ze wil het zelf doen. Nu kan ze zien dat haar speelgoed weggaat. Het geld tellen, het in de kassa doen, vervolgens in haar spaarpot. 'Als je buiten wilt blijven heb ik liever dat je een regenpak aandoet'. 'Dan verkoop ik niks. Papa gaat toch nooit in een regenpak bij klanten langs?' Mama schiet in de lach. 'Kom dan wel onder het afdakje zitten'. Dat is prima. Zo lijkt haar plekje meer op een echte winkel. Ze haalt de spullen van de tafel. 'Wil jij de tafel verplaatsen? Ik zet de spullen erop'.

Lid sinds

10 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
27 april 2016 - 15:20
Dag I.v.E., Ik kreeg direct een beeld bij wat er gebeurde. Vanaf 'Dat is prima', versnel je in de handelingen. Bewuste keuze? Of komt het door het maximum aantal woorden? Schrijfcoach Inanna

Lid sinds

8 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
27 april 2016 - 15:57
Dat kwam door het aantal woorden. Ik vond het nogal weinig 200. Voor een goede scene heb je het dubbele nodig.

Lid sinds

10 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
27 april 2016 - 17:09
Een extra moeilijkheidsgraad, dat besef ik. Tip: een mogelijke oplossing is om de lezer meer ruimte te geven om zelf in te vullen. De tweede zin 'Vandaag mag ze haar oude speelgoed verkopen.' kan eventueel vervallen. De woorden kassa, teddybeer en zinsdeel 'spul dat op zolder' staat geven, op een andere manier, dezelfde informatie.