“Lang niet gesproken.” “Lang niet gebeden zeker?” “Mwah.” “Geeft niets, goed je weer eens te spreken.” “ Is dit een gebed?” “Jij mag het zeggen.” “Hoe gaat het?” “Ik mag niet mopperen, ik ben weer helemaal terug.” “Helemaal terug?” “Ja, in de jaren zestig was ik uit de mode en zelfs dood verklaard, maar ik mag weer.” “Heeft u in uw rats gezeten?” “Ach nee, ik heb al zo veel mee gemaakt: altijd pieken en dalen en altijd komt het wel weer goed.” “Maakt u zich geen zorgen?” “Hoe bedoel je?” “Nou ja, wat er allemaal uit uw naam gebeurt? Dat kan toch niet leuk zijn.” “Ach, ik weet niet beter, ook dat gaat met pieken en dalen.” “Heeft U een oplossing?” “Wat is het probleem dan?” “Nou gewoon, al die gekke dingen die tegenwoordig gebeuren.” “Ik heb net gezegd: pieken en dalen. Tijd is de oplossing.” “We hebben geen tijd.” “De mensheid en ik hebben tijd zat.”