‘Meneer Churchill, klopt het dat u gezegd heeft dat …’ ‘Wat wilt u weten, meneer? Voor de draad ermee.’ ‘Nou, u schijnt gezegd te hebben dat …’ ‘Niet labbekakken, ik heb niet uren de tijd.’ ‘ … dat een conversatie van vijf minuten met de gemiddelde kiezer het beste argument tegen de democratie is.’ ‘Dat is een krasse uitspraak en ik zou me nooit zo laatdunkend over de kiezer uitlaten.’ ‘Dus dit is geen …’ ‘Hoewel ik wel degelijk met het gevoel kan sympathiseren.’ ‘Dus toch?’ ‘U zegt?’ ‘Eh, dat de … weet u wat, we gaan naar de volgende vraag.’ ‘U heeft al het nodige om uw lezers met genoeg informatie over onderhavig subject te kunnen voorzien?’ ‘Ik zou geen nee durven zeggen.’ ‘Voorwaar, de valkuil van jeugdige frivoliteit in een notendop.’ ‘Wat aardig dat u mij nog ‘jeugdig’ wil betitelen. Ik ben 53, hoor’ ‘Ah, een snotneus dus.’ ‘Juist … wat zit u toch met uw handen te friemelen?’ ‘Ik mag niet meer roken van die stomme verpleegster.’ ‘Dat doet ze toch met een goede reden?’ ‘In mijn overtuiging zal elk beschaafd land wat zichzelf niet wapent met de adequate wetgeving om dergelijke tirannieke figuren stante pede van het stemrecht te beroven tot ondergang gedoemd zijn.’ ‘Nou, hoor ik weer iets met stemrecht.’ ‘Ik ben blij dat u ‘iets’ gehoord heeft. Waar zou de natie varen als de mensen niet ‘iets’ zouden horen.’ ‘Meneer Churchill, eh, ik ben blij dat u blij bent, eh, en daarom gaan we naar de volgende vraag.’ ‘U heeft er zich niet lichtzinnig van afgemaakt, hoor ik.’ ‘Dank u, denk ik. Nog even over democratie.’ ‘De kern van onze beschaving.’ ‘Toch noemde u dat eens de slechtste vorm van bestuur en alleen beter omdat de rest nog slechter is.’ ‘Mensen hebben wel vaker de neiging om een gedegen opinie aan mij toe te schrijven.’ ‘Deze is dus niet van u?’ ‘Amice, check uw bronnen en fêteer het gezonde verstand.’ ‘Nou …’ ‘Het was me een waar genoegen.’ ‘Oké.’ ‘Nog een ding.’ ‘Ja?’ ‘Zou u niet even naar de tabakszaak willen lopen, voor mij? Nu we toch zo goed bevriend zijn geraakt.’