Lid sinds

8 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Koortsachtig verlangen

Hij verlangt ernaar, zo ondraaglijk intens om haar in zijn armen te nemen, om haar zijn meisje te noemen en haar alles te bieden waarom ze geeft. Dit indrukwekkende verlangen slaagt hem murw, hij kan het nauwelijks in de hand houden. Haar afwezigheid, ondanks zij naast hem zit, verstikt hem met een ongekende radeloosheid. Als deze een stel vorken was, zou ze met de scherpe punten in zijn gezicht krassen tot het bloed door de kerven druipt. Een aanraking met dit goddelijke wezen zou hem tot een climax brengen, een climax die hij hopelijk snel bereiken mag, zodat hij weer naar de vlakte af kan dalen. Treft hem dan maar de grond, dan zou hij kunnen zuchten en zich samen met haar te slapen wiegen in een hemelse vredige en eeuwigdurende loomheid. 
Plots staat ze op en wisselt het enige topje dat haar borsten bedekt met een ander, minder muf ruikend exemplaar, niet beseffend dat de man die naast haar ligt haar met een dierlijke passie genegen is. “Wat is het warm,” verzucht ze, terwijl de roze knop van haar wulpse borst zich onder een klemzittende mouw ontbloot. “Ik,…,” stamelt hij, “ik zie je,…” Hij durft niet te uiten wat zijn gedachten verlammen, maar de eerlijkheid gebiedt het hem de tijd niet langer te vertragen. De tijd waarin hij haar beminnen kan met meer dan het licht van zijn ogen.