Wat vind jij nou van haar? Van wie? Van onze nieuwe buurvrouw? Wat is daarmee? Heb je haar nog niet gezien dan? Jawel, gisteren. Nou, dan weet je toch wel wat ik bedoel? Niet echt, nee. Nou ja, zeg. Je ziet het toch meteen? O ja? Haar kleding, zo.... Eh... O, dat ze er zo sexy bijloopt, bedoel je. Hèhè, je snapt me. Nou ja, ik wist niet waar je heen wilde. Waar ik heen wilde? Nu begrijp ik jou niet. Ik dacht dat je iets anders bedoelde. Wat zou ik dan anders bedoelen? Ach... laat maar. Ik zou er niet over praten, heb ik beloofd. Aan wie heb je dat beloofd? Aan onze nieuwe buurvrouw. Heb je haar dan al gesproken? Ja, toevallig gisteren. Zo, jij was er vlug bij. Ze woont hier net, zeg. Ik ken haar van vroeger. We zaten samen op de lagere school. O ja? Dat heb je nooit verteld. Maar ik wist ook niet dat zij het was. We wisten toch al hoe ze heette voor ze hier kwam wonen. Wat raar dat je daar dan nooit over bent begonnen. Nee, maar toen wist ik het nog niet. Wat niet? Nou, dat zij het was. Jeetje, je bent wel raadselachtig, zeg. Vertel op. Wat verzwijg je voor me? Maar ik heb beloofd dat ik er niet over zou praten. Nou ja, zeg. We zijn toch vriendinnen? Die zijn toch altijd open en eerlijk tegen elkaar, of vergis ik me nou? Nee, nee, je hebt gelijk. Nou, kom op, voor de draad ermee. Oké dan. Vroeger was ze anders. Hoe bedoel je, anders? Nou... Anders... Niet zoals ze nu is. Hoe was ze dan wel? Nou... Eh...Niet zo vrouwelijk, zeg maar. Ga verder. Laat ik het zo zeggen: zij was meer van voetballen en zo. Ik deed meidendingen. Ja? En? Ze heette toen ook geen Janine, snap je?