Geschrokken draait ze zich om en ziet een enorme wolf achter haar staan! Ze herstelt zich snel en bestudeert zijn vacht. Hoeveel zou die waard zijn? De wolf begint tegen haar te praten. 'Meisje, wat ben je aan het doen, zo heel alleen in het bos? Kan ik je misschien ergens mee helpen?' 'Ik ben onderweg naar mijn grootmoeder, om koek en wijn op te halen. Ze is heel ziek, ziet u. Het zou niet goed voor haar zijn als ze dat zelf zou nuttigen. Onderweg zag ik allemaal mooie bloemetjes, dus nu pluk ik een groot boeket. Dat staat vanavond vast prachtig op mijn salontafel.' Ze bukt zich en plukt nog een bloemetje. De wolf komt naast haar staan en begint ook bloemen te plukken. 'Waar woont je grootmoeder?' 'Aan het eind van het bospad, in het huis met de dure dakpannen.' Roodkapje let niet meer op de wolf. Ze ziet een paar kostbare paddenstoelen, recht voor haar neus! De wolf heeft het ook gezien. 'Zullen we die paddenstoelen even samen plukken? Dat is zo klaar, dan breng ik je daarna even naar je oma.' Als de zwammen in Roodkapjes mandje zitten, klimt ze op de rug van de wolf. Die springt geruisloos tussen de bomen weg, terug naar het bospad. Hij haast zich naar het huis met de dure dakpannen. Daar laat Roodkapje zich van zijn rug glijden. Ze klopt op de deur. 'Wie is daar?' 'Ik ben het, Roodkapje. Ik kom koek en wijn halen.' 'De deur is niet op slot, kom maar binnen. Ik ben te ziek om uit bed te komen.' Roodkapje gaat naar binnen, op de voet gevolgd door de wolf. Terwijl zij zich in de keuken tegoed doet aan grootmoeders lekkere koek, eet de wolf in één hap Roodkapjes moeder op. Als Roodkapje de koek op heeft, loopt ze naar de woonkamer. De bedstee is leeg en de wolf lijkt een stuk dikker. 'Wat heb je nou gedaan?' vraagt Roodkapje geschrokken. 'Sorry... ik wou alleen maar helpen. Kijk, ik vond een enorme zak geld onder grootmoeders bed. Ik dacht dat je zo'n erfenis wel goed zou kunnen gebruiken.' De wolf duwt het kastje onder de bedstee open. Roodkapjes ogen beginnen te glimmen. Ze stopt al het geld in haar mandje. Dat de bloemen nu geplet worden, kan haar niks schelen. Ze klimt weer op zijn rug en draaft op haar wolf een rijke toekomst tegemoet.