'Ik moet een verhaal schrijven over stijlfiguren,' zei Erica tegen haar man. 'Leuk. Zal ik je daarbij helpen? 'Graag, want ik heb geen idee waarover ik het moet hebben.' 'Over stijlfiguren gesproken; je lichaam ziet eruit als een vierkant blok hout. Je kleding doet me denken aan mijn moeder van dertig jaar geleden. Je haar is ook stijlloos. Je kapsel komt uit de oorlogsjaren. Rechttoe, rechtaan. Geef de kapster een keer de vrije hand. Je praat ook stijlloos. Een beetje als een simpel huisvrouwtje dat niets heeft geleerd.' 'Eh, dat zijn niet de stijlfiguren die bedoeld worden. In ieder geval merk ik dat mijn uiterlijk je niet bevalt. 'In bed ben je ook stijlloos.' Ze keek hem met open mond aan. 'Hoe kun je in vredesnaam in bed stijlloos of stijlvol zijn? Je snapt er niets van, hè? Jij bent het voorbeeld van stijlloos zijn. Het gaat over stijlfiguren, Tom.' 'Ik heb je verschillende voorbeelden gegeven.' 'Stijllozer had je het niet kunnen brengen. Hartelijk dank voor je hulp.' Het is hier zo warm (plat dak) dat ik het niet langer dan tien minuten volhoud. Vandaar dat ik nog niet op anderen gereageerd heb.