Ze liep naar de keuken en haalde een ijsje uit de vriezer. Haar dochter liep achter haar aan. ‘Mag hij ook een ijsje?’ vroeg haar dochter. ‘Nee. Hij mag er geen,’ was het antwoord. ‘Jij hebt afgewassen, hij is weggelopen.’ ‘Maar hij is zo lief,’ zei Marit. ‘Dat kan wel zo zijn,’ zei de moeder, ‘maar hij onttrekt zich aan zijn taken.’ ‘Ah, toe mam.’ ‘Nee is nee.’ De moeder ruimde de laatste pan op. Pier stak zijn neus in de keuken om het hoekje van de deur. ‘Mag ik ook een ijsje, mam?’ zei Pier. Hij keek haar met puppyogen aan en hield zijn hoofd een beetje gebogen. ‘Je bent weer weggelopen toen de afwas gedaan moest worden.’ ‘Ik moest nog huiswerk maken en vond het een goed idee om dat meteen te doen na het eten,’ zei Pier. De moeder zuchtte en liep naar de vriezer.