Making Peace Schrijfwedstrijd - tweede prijs
De witte roos
Door Nora Sinnema
Ik nam plaats tegenover mijn vader. Hij zweeg. Hij was altijd al een man van weinig woorden geweest. Mijn vingers klemden zich om de witte roos die ik had meegenomen. Ik had koffie moeten meenemen, bedacht ik me. Iets warms. Hij was geen goede gastheer.
“Weet je nog, dat er vroeger bij ons thuis altijd tekeningen op rare plekken hingen?” begon ik met een halve glimlach op mijn gezicht die mijn ogen niet bereikte. Wanneer hij boos werd, dan moesten de deuren en muren het ontgelden. Er zaten regelmatig deuken en soms zelfs een grote scheur op plaatsen die in een nieuwbouwhuis niet zouden kunnen voorkomen. Mijn moeder probeerde die plekken te bedekken met kleurrijke tekeningen die ik niet voor dat probleem had gemaakt. Ik herinner me vooral de grote kat die jarenlang op ooghoogte met de echte kat hing. Het was een belachelijke plek voor een tekening, maar ik heb er nooit iemand naar horen vragen.
Dat was denk ik vooral omdat de stille oorlog tussen mijn ouders de buitenwereld niet bereikte. In de ogen van mijn oma was mijn vader de ideale schoonzoon, altijd goedlachs. Zelfs ik kwam er pas in mijn puberteit achter dat deze vrolijke man helemaal niet zo blij was, dat het een façade was die hij alleen voor anderen volhield, maar niet voor mijn moeder en later ook niet meer voor mij. Toen ik te oud was om tekeningen te maken. Thuis was hij zichzelf. De man van weinig woorden kende vooral veel scheldwoorden. Pijnlijke woorden. Fysiek was hij alleen tegen de muren en deuren. Sloeg hij maar, dan hadden we hem kunnen aangeven. Mentale oorlogsvoering is de ergste soort. Mijn moeder kwijnde weg, ik werd een rebelse puber. Maar dat was toen. Ik keek weer naar hem.
“Of weet je nog, dat ik toen ik vijftien was zo boos op je was dat ik bij elke stap ‘ik haat je’ zei, totdat ik de trap af was en de deur uit?” Hij zweeg nog altijd. “Ik denk dat zelfs de buren toen mijn haat hebben gehoord.” Ik probeerde hardop te lachen, maar het geluid was krakend en klonk niet erg oprecht. Ik weet niet eens meer waarom ik elke traptrede mijn haat jegens hem uitsprak. Ik weet alleen nog dat hij zijn venein op mijn moeder botvierde en mij gewoonweg negeerde toen ik na uren weer thuiskwam, nog steeds boos maar niet meer haatdragend. Ik zag het aan haar roodomrande ogen. Als ik er bij was, huilde ze nooit. Ze deed alsof het door de uien kwam. Later zei hij dat de hutspot naar niets smaakte, dat hij het wel beter had gekund. Maar hij kookte nooit. Hij gaf liever kritiek.
“Ik kom om vrede te maken,” zei ik tenslotte, bijna stotterend. “Voor mijn eigen gemoedstoestand. Om verder te kunnen met mijn leven.” Ik had hem jaren niet gezien. Misschien was hij ergens wel verrast dat ik nu opeens langs kwam. Eigenlijk kon me dat ook niet schelen. Ik was hier voor mezelf, om deze vaak zwijgende, soms vloekende, altijd intimiderende vader te vergeven, om vrede met hem te sluiten. Mijn moeder wist van niets, zou het waarschijnlijk ook niet snappen. Voor haar duurde de koude oorlog tussen haar en haar inmiddels ex-echtgenoot tot in den treure voort. Voor altijd. Dit was eigenbelang. Misschien was ik wel net zo egoïstisch als hij. Maar ik was hier nu, met de witte roos.
Ik stond op. “Ze hadden geen toepasselijke olijftak bij de bloemenwinkel,” zei ik. Afsluiten met een grapje. Dat was ongepast maar zo probeerde ik me altijd te redden. Met ongepaste humor. Ik legde de witte roos op zijn graf. “Vrede, pap.” Hij zweeg.
Jurycommentaar
'In haar verhaal 'Witte Roos' brengt Nora Sinnema het thema van deze schrijfwedstrijd - 'The art of making peace' - terug naar een mooie essentie: vergiffenis schenken aan een dader, hoe erg je zelf ook onder diens daden geleden hebt. Een prachtig opgebouwd verhaal met een verrassende ontknoping.'
Aansprekend verhaal over een
Lid sinds
18 jaar 3 maandenRol