Lid sinds

13 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Cocktailschrijfwedstrijd - Vingers

23 mei 2012 - 15:32

Vingers
(door Anoniem)

We hadden elkaar niet zoveel te zeggen, dus hadden we het over onszelf.
‘Ik houd van lezen,’ zei ik, ‘en van dieren en van de kleur geel, maar kleren die geel zijn staan me niet goed en dat is jammer.’ Ze knikte naar mijn borsten.
‘Als ik opnieuw zou mogen beginnen zou ik saxofoon leren spelen,’ zei ze. ‘En ik vind het vreselijk als mensen je inhalen op de fiets, om dan erg langzaam voor je gaan rijden.’
Aan de eettafel schreeuwden mensen dronken meningen naar elkaar. Op de vloer zaten ongeveer tien onbestemde en luidruchtige kennissen, waarvan Eelco en ik elkaar altijd de schuld geven. Hij riep me vanuit de keuken; de rum was kwijt, voor door de cola. Ik vertelde ongetwijfeld over onze vakantie in Italië. Zij geloof ik over haar moeder. Eelco riep dat hij ook de cola niet kon vinden. Zij en ik keken naar elkaars lippen. Het was niet erg dat we niet naar elkaar luisterden, als we maar zorgden dat we steeds dichter bij elkaar zouden gaan zitten. Eén keer lachten we tegelijk, allebei om iets anders. Ze drukte zacht met haar vinger op mijn neus toen ik ademhappend vooroverboog. Omgekeerd lukte dat niet, want zij boog naar achter, daarom legde ik mijn hand op haar knie, wat ik erg afgezaagd vond van mezelf. Ook wist ik niet precies of ik haar nu aardig vond, of zij mij aardig vond, of we elkaar mooi vonden, of ze tegen haar vrienden zou vertellen dat ik haar had geprobeerd te versieren, of ik dat wel deed, of haar vrienden zijn vrienden kenden of die van mij, of zij dat wel deed, of iemand dit zag, of dat erg was, hoe ze heette. Haar hals zag eruit alsof hij lekker rook.
‘Ik wou dat ik kon breien’ zei ik.
‘Ik ben allergisch voor honden’ zei zij na een tijdje.
Eelco ging op tafel staan. Iemand had een verjaardagsmuts voor hem gemaakt, waardoor hij op een oude kleuter leek. Ik dacht: hij is te vaak jarig. Zij vroeg wie hij was. Ik zei dat ik graag schaatste. Zij had geen bh aan. Eelco viel van de tafel. Haar wodka-jus viel over haar been, waar mijn hand nog lag. Zij pakte die hand en likte één voor één mijn vingers af. Maar omdat ze daarbij keek alsof het de normaalste zaak van de wereld was, het leek haast alsof ze dagelijks drankjes van andermans vingers likte, wist ik nog steeds niet helemaal wat hier nu gebeurde. Eelco lag op de grond en wist het ook niet precies, maar wilde meedoen, dus hij stak haar vingers in zijn mond. Iemand maakte een foto voor op Facebook en vroeg mijn naam, zodat ‘ie me kon taggen. Naast me doopte een vriend van Eelco zijn vingers in zijn biertje en hield ze voor mijn mond. Ik loog dat ik alleen wodka-jus lustte, waarop hij zijn hand in de wodka-jus van zijn vriendin doopte om het nog eens te proberen. Ik nam zijn duim. De fotograaf nam plaats op de bankleuning, goot wat van de drank over de vingers van de vriendin van Eelco’s vriend en begon op haar pink te zuigen. Niemand vond het erg. Met de duim in mijn mond keek ik naar de het meisje tegenover me. Ze beet op de nagel van mijn ringvinger.
‘Ik ga graag in mijn eentje naar de film’ sliste ik.
‘Klavecimbels zijn verschrikkelijk’ sliste zij.
Ondertussen had iedereen in de kamer elkaars vingers in de mond. Het rook erg naar sinaasappelsap. De stemmen verstomden. Onze kat nam plaats op de schoot van Eelco’s zus, die bij de deuropening op een klapstoeltje zat. Uit de boxjes die aan de computer vastzaten klonk Adele. Aan mijn ringvinger voelde ik dat zij meeneuriede. Vanuit mijn middenrif kwam een ongemakkelijke slappe lach omhoog, die ik probeerde in te houden want zij keek me plots recht aan en draaide met haar tong rondjes om het topje van mijn vinger. Dit was heel serieus, en heel geil, en alles was ontzettend grappig. Eerst werden mijn ogen nat. Ik hoorde aan de overkant van de kamer, door Adele heen, een goede vriendin grinniken. Ze had de vinger van onze andere vriendin in haar mond. De ogen van onze andere vriendin waren ook nat, ze hikte. Ik mocht nu niet breken: ze zou haar vinger nooit meer zacht op mijn neus leggen, mijn vinger in haar mond was een kwestie van leven of dood, maar Eelco had nog steeds zijn rare feestmuts op. Bovendien was hij in slaap gevallen en dan ziet hij er belachelijk uit. Ik blies hard uit door mijn neus. Zij vernauwde haar ogen. De duim van Eelco’s vriend was ruw. Ik vergat al jaren zijn naam, wat het des te vreemder maakte dat ik nu aan hem zoog. Ik voelde dat ook hij bewoog, hij lachte zacht, het was een wedstrijd: wie het eerst lachte verloor. De kat begon zich, behaaglijk geworden van de relatieve stilte, te wassen. Hij zat met één poot omhoog en likte zijn kont. Eelco’s zus keek naar het plafond, ze schokte in stilte. Over haar wang liep een traan. Niemand giechelt zo aanstekelijk als zij. Het moest. Ik spuugde de duim van de naamloze vriend uit en klapte dubbel. Mijn lach rolde langs de muren. De kat vluchtte naar zijn vaste schuilplaats in de keuken. Iedereen kreeg zijn vingers terug. Iemand goot wodka over mijn jarige uit en iemand anders sinaasappelsap, maar zij hield mijn vinger in haar mond en beet hard  en kwaad voor ze losliet; er stond een blauwe streep op mijn bovenste kootje. Ik kon niet stoppen met gillen van de pret. Ze zei: ‘thuis heb ik veel sinaasappels,’ stond op en beende mijn huis uit. Ik nam een fles wodka en rende haar gierend achterna, maar buiten was alleen de stille stad. Vier verdiepingen hoger zetten Eelco zijn eigen lang-zal-ie-leven in. Ik riep dat de cola op het balkon stond. Ze riep niets terug.