Feedback op abstract gewenst
Hallo allemaal!
Ik ben sinds kort bezig met mijn tweede poging om een boek te schrijven en kan dus wel wat hulp van professionals gebruiken. Ik heb besloten om dit niet onder proeflezen te posten maar in het forum, aangezien ik nog geen fragment heb geschreven maar nog bezig ben met de grote lijnen uit te tekenen.
Soort boek: Ieder hoofdstuk is een bespreking van de samenkomst van de gegadigden. Er wordt veel dialoog gevoerd en de sfeer is gemoedelijk en tastbaar. Voor zover mijn idee is uitgewerkt zou ik het een thriller noemen.
Publiek: Mensen die graag nadenken, maatschappijkritisch (of net niet) zijn en een open geest hebben. Filosofische achtergrond is dankbaar.
Inhoud: In de (nabije) toekomst is er een internationaal, geheim genootschap van rijke en machtige mensen die de wereld een bepaalde richting in willen stuwen. Het is geen romantische afschildering; de leden verkleden zich niet en hun identiteit is onderling bekend. Van bizarre rituelen is ook geen sprake.
De theorie waar het genootschap naar leeft is redelijk obscuur: de wereld is verscheurd geraakt. Oorspronkelijk was er één waarheid, en die waarheid komt nog steeds overal in boven, maar in de loop der tijd zijn de dingen waar deze waarheid in boven komt zelf als waarheid beschouwd, en de oorspronkelijk oprichtende waarheid is vergeten. Er kan dus gesproken worden van ‘afgoderij’. We kunnen de waarheid en haar afgezanten nog steeds oproepen via deze alledaagse waarheden, maar ze verschijnt niet meer in haar zelfstandigheid. Een gevolg hiervan is de normalisering van subjectiviteit, de ‘persoonlijke fabel’ en hiermee een excuus voor het niet opnemen van eenieders verantwoordelijkheid. Het niet beseffen dat er slechts één waarheid is en dat je acties voor eeuwig vast worden gelegd hierin. De perfecte heksenketel voor een leven van matigheid en ontkenning. Het genootschap wilt de wereld terug één maken en de waarheid als singulariteit weer institutionaliseren en de mensen ‘godsvrees’ inplanten, niet in de vorm van angst en onderdrukking maar door ze te wekken uit hun leugenachtige roes en met de waarheid te synchroniseren. Deze groteske operatie is geenszins een ‘kerstening’ en moet niet als een religieuze hoedanigheid worden bekeken. Het staat boven eender welke wetenschap of discipline, aangezien deze toch altijd maar een enkel aspect bestuderen. Het is eerder een vervolledigen van de cirkel in een kosmische wals, het bestendigen van het noodlot en het vernietigen van het onnatuurlijke. De precieze manier van ingrijpen blijft voor de lezer mysterieus, al wordt er her en der een beeld geschetst tijdens de gesprekken.
De officiële locatie van het domein wordt niet vermeld, en dit om doelbewust suggestiviteit op te wekken. De architectuur is overwegend Engels, maar voorwerpen van alle culturen worden beschreven in het gebouw. De vergaderingen spelen zich af in een kasteeltje met een enorm landgoed, uitermate afgezonderd van de wereld, waar ironisch genoeg de discussies over gaan. Zover het oog reikt zijn er agrarische vlaktes, met nu en dan een boom of een silo. De meeste scènes gebeuren bij valavond of avond, misschien ook soms overdag, en nu en dan wordt het glorende landschap met sterrenhemel beschreven.
Personages: Het hoofdpersonage, Celeste, is de kasteelheer. Hij staat hoe dan ook buiten de zaken van het genootschap maar is wel aanwezig bij hun bespreking. Hij wordt gerespecteerd en in vertrouwen genomen en het grootste deel van het boek wordt hij als uitgangspunt gebruikt. De leden zelf zijn economische en militaire machthebbers. Deze personages ben ik nog volop aan het schetsen, maar het is een heel diverse groep, mensen van allerhande nationaliteiten en sexen. Onder hen zijn er ook politici, maar de meeste politieke macht van de organisatie komt van het beïnvloeden van buitenstaande politici. Vooral interessant is de ideologische macht van het gezelschap. Hun bijna apocalyptische strijd om de wereld te verenigen en iets als een ‘alwetende eenheid’ te bewerkstelligen nodigt uit tot de vraag naar het dualisme, als in “hoe kunnen twee dingen bestaan als het bestaan op zich eendrachtig is?” Het antwoord hierop, dat overigens weinig tot de verbeelding spreekt voor sommigen, is dat deze eenheid nooit ten schande is gebracht. Elk zijnde ademt de waarheid, en die waarheid is het onvoorwaardelijke ja-woord in de verbintenis met het zijn an sich. Het niet ten gronde nemen van de menselijke verantwoordelijkheid is evengoed een geschieden van de waarheid. De onderliggende kritiek zit hem dus in deze fenomenologische vergaping van onze gegadigden.
Ik zit nog in tweestrijd over hoe ik het verhaal laat eindigen. Beide mogelijkheden verhalen over hoe het kasteel wordt vernietigd.
Mogelijkheid 1 toont hoe alles eindigt met een dramatische brand, poëtisch vertolkt als loflied, waarbij iedereen in de vlammenzee ten onder gaat zoals Empedokles in de Etna. Van het kasteel schiet niets meer over. De eindeloze vlaktes van het landschap hebben de torenende autoriteit van het gebouw getemd, en er schiet nu enkel nog plat landschap over. De spreuk van het principium individuationis wordt tenietgedaan en alles gaat ten onder in een metafysische implosie. De diepzinnige boodschap van het verhaal is er een van ironie. Het onoplosbare dualisme was voor onze helden een doorn in het oog, en hun talloze ondernemingen leidden niet tot verlossing van de mensheid. Het noodlot, de bloedhond van de waarheid, verlost hen zowaar van dit dualisme. Hun altijd-maar-vragen (op zich dus een zonde tegen de waarheid, want uiteindelijk niet meer dan afgoderij) wordt ontbonden en opgelost. Het kasteel staat dus voor de fijnere lezer symbool voor enerzijds het zich-oprichtende zijnde, en anderzijds de vraagstelling naar het dualisme, dat enkel juist beantwoord kan worden door te zwijgen (zoals de natuur, wanneer de mens haar met zijn levensvragen overlaadt) of in eerste plaats helemaal door het niet-stellen. Daarom is dit verhaal een tragedie à l’absurde.
Bij mogelijkheid 2 eindigt het verhaal in mineur. Inlichtingendiensten en onderzoeksjournalisten beginnen patronen te herkennen in de beursactiviteit en het algemene reilen en zeilen van de wereld. Dankzij de superieure nauwgezetheid van onze leden wordt dit reeds in een vroeg stadium opgemerkt, dus schorten zij hun acties op voor onbepaalde duur. Onderdeel van deze aanpak is dat Celeste zijn kasteeltje moet laten afbreken. Het gezelschap schenkt hem een nieuw, groter kasteel ergens in Zuid-Amerika. Hier komt opnieuw een esoterische bedenking voor de dag: reïncarnatie. Celeste begeeft zich namelijk doorheen het boek als passief personage, zijn mening wordt nooit expliciet vermeld en hij lijkt alleen goed voor het verzorgen van de catering en het aanmaken van de open haard. Hij is een metafoor voor zijn kasteel, een onbezield omhulsel, een oppervlakkige stuurman, bewoond door een legioen van actief strevende krachten. Wanneer het kasteel wordt afgebroken verhuist de ziel (het genootschap van ondernemers) naar een ander lichaam, in dit geval naar Zuid-Amerika, zij het na een pauze van onbepaalde duur. Celeste daarentegen, ook al stemt hij in met zijn verhuis, lijkt voor het eerst een vorm van opstandigheid te tonen. Net als dat elke mens bij zijn naderende dood weerstand toont, hoe irrationeel het ook is, klampt Celeste zich nog vast aan zijn huidige ‘lichaam’. Uiteindelijk, zo weet hij, zal hij het pand toch moeten verlaten. En analoog zal elk menselijk bewustzijn eens moeten ondergaan in het eindeloze, altijd-zekere niets, om zo zichzelf terug te vinden en pas waarlijk te bestaan.
Deze afloop is fundamenteel verschillend van de eerste, aangezien daar mijn kritiek op de denkspasmen van het gezelschap een glansrijke uitwerking krijgt. Ook schenkt het meer dichterlijke vrijheid om het verhaal connotatief te kunnen plaatsen, dwz. als een feeststoet van Paulus tot Heidegger, een revolterende anti-metafysica. In de tweede versie wordt de vergissing niet opgelost, ze maakt zelfs aanstalten om zich te herhalen en zo een echte dwaling te worden. Dit kan evengoed een ideale positie zijn om het issue kleur te geven. Men wordt uitgenodigd om te verzinnen hoe het moet, door te leren hoe het níet moet. Het zal zeker uitdagender zijn om de boodschap hierin duidelijk te verwerken, maar persoonlijk vind ik het een stijlvoller besluit dan om de boel gewoon op te laten fikken.
Ik ben nog niet aan het nadenken over titel, maar die zal na verloop van tijd wel komen. Ik wil nu vooral een sterke ondergrond verzorgen voor ik aan het schrijven begin.
Wat zou ik van jullie willen vragen? Ten eerste of jullie tips hebben om met deze verhaalstructuur te werken, dus waarbij ieder hoofdstuk een samenkomst is. Het doet me een beetje denken aan een dagboekstructuur, maar ik denk dat de uitwerking ervan zeer verschilt. Ten tweede ben ik natuurlijk benieuwd naar algemene, persoonlijke tips die jullie hebben voor een debutant.
Bij mijn vorige, uiteindelijk afgeblazen boek werkte ik ook met redelijk zware concepten en dat probeerde ik door veel beeldspraak te gebruiken, en dat was niet altijd even effectief. Ik heb besloten om nu meer gewicht in de dialogen te leggen en zo mijn ideeën duidelijker naar voren te brengen. Kent iemand goede tips om het verhaal luchtig te houden in zo'n situaties? Tot slot wil ik graag jullie bedenkingen horen mbt. de inhoud van het verhaal zelf, suggesties zijn ook zeer welkom!
Alvast bedankt voor jullie tijd!
Wel een lap tekst om proef te
Lid sinds
17 jaar 3 maandenRol
Ik heb je bericht tot
Lid sinds
8 jaar 4 maandenRol
Ik had niet het geduld om
Lid sinds
15 jaar 7 maandenRol
Scardanelli schreef:
Lid sinds
12 jaar 4 maandenRol
ik herinner me iemand die een
Lid sinds
15 jaar 7 maandenRol
Scardanelli schreef: Ik ben
Lid sinds
12 jaar 4 maandenRol
Als je zo een verhaal hebt
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol