Lid sinds

12 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

[fictie] Wolfke

Graag krijg ik bemerkingen over onderstaand stukje tekst. Ik kreeg de raad om mijn dode poppetjes tot leven te wekken door middel van dialogen. Pas ik de regels daaromtrent correct toe? Wat vinden jullie van de woordkeuze, de zinsbouw? Kan je je het verhaal voorstellen? Bedankt alvast voor de reacties.

Lid sinds

18 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Hoi :) "met een uiterste precisie" een precisie is niet vast te houden, dus geen "een". "ze stamt net als mij af uit de oude tijden’." <-- ze stamt net als ik. Mij is bezittelijk. ‘Arend!’ stak de Oosterling zijn hand uit. <-- De Oosterling stak zijn hand uit. Klinkt beter. Ik begrijp ook vrij weinig van je verhaal. Je HP wordt achterna gezeten door wolven van een persoon? Maar vervolgens heb je het over een herinnering van iemand die Linde heet. Het zou beter zijn als je die persoon eerst introduceert zoals: "De blikvoeding herinnerde Linde, mijn buurvrouw (ik zeg maar wat), steevast aan haar kat. Of heb je dat al gedaan in je verhaal buiten het stukje wat je hier online hebt gezet? De man haalde zijn schouders op, dit bleek normaal gedrag. <-- nu lijkt net alsof het ophalen van de schouders normaal gedrag is. Als je wil dat het refereert naar de staart moet je het in een aparte zin zetten. Dus een punt na "op". ‘Jakkes!’ schreeuwde hij het uit. <-- klinkt niet zo prettig, want "het uitschreeuwen" is niet hetzelfde als "schreeuwde hij" en volgens mij bedoel je dat. Ik vind dat je erg korte zinnen neer zet, misschien wat langer maken? Of meerdere zinnen aan elkaar vlechten. Hoop dat je er wat aan hebt :)

Lid sinds

13 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Wolfke ontsloot zijn oogleden. Een fel licht beperkte zijn zicht. Wat was dat? Waar was hij? De wolven? Hij krabbelde pijlsnel recht. Geen wolf te zien. Hij haalde opgelucht adem. zag hij het, het vlammende houtvuur naast hem. Hij schudde zijn hoofd vol ongeloof. Nee, maar, wacht eens, waren hier dan mensen?
Hij krabbelde pijlsnel recht. Is het niet pijlsnel overeind krabbelen? --> Hij krabbelde pijlsnel overeind. Kan het licht van vlammend houtvuur echt zo fel zijn dat het je zicht beperkt? --> Vanwaar die extra benadrukking?
Hij perste zijn ogen tot spleten. Met een uiterste precisie speurde hij de omgeving af. Gelukkig geen hongerige wolf te zien. Vol verwachting wachtte hij op de eigenaar van het vuur. Hij hoorde iets en draaide zich zorgeloos om. Wáat? Neen, niet opnieuw! Vanachter een dikke boom doemde een wolf op. Wolfke hield angstvallig zijn adem in en verroerde geen vin. Zijn hart bonsde steeds heftiger. Het voelde alsof zijn laatste uur geslagen was.
Ik kan me niet voorstellen dat als je eerst heel bang bent om een wolf tegen te komen en deze daarvoor wellicht wel getroffen hebt, je dan plotseling zorgeloos bent als je ergens alleen bent zonder dat je weet waar. Vooral niet als je iets achter je hoort. Wáat? Neen, niet opnieuw! Ik zou dit schrappen :P Komt beetje kinderachtig en amateuristisch over en doordat het ook nog eens grappig is, neem ik de rest van het stukje - dat Wolfke bang is en dat het voelde alsof zijn laatste uur heeft geslagen - niet meer serieus. Het voelde alsof zijn laatste uur geslagen was. Ik vind dit beetje te veel van het goede. Wolfke houdt zijn adem al angstvallig in en zijn hart bonst steeds heftiger. Dat vind ik al genoeg angst vertonen. Daarnaast is het: 'zijn laatste uur heeft geslagen' :)
‘Wees niet bang,’ stelde iemand hem gerust, ‘zíj doet je niets.’ In het licht van de vuurvlammen verscheen een man. ‘Toch niet als ík erbij ben.(punt is hier vraagteken)’ De vriendelijke stem stemde Wolfke op zijn gemak, hij ademde rustiger. Vluchten hoefde niet meer.
Het is: 'Wees niet bang,' stelde iemand hem gerust. 'Zij doet je niets.' Ik snap hier die extra intonatie bij zíj en ík ook niet. Lijkt me ook niet nodig. Wees spaarzaam met intonaties. Vluchten hoefde niet meer. Deze zin zou ik schrappen omdat hij ongeloofwaardig over komt. Ik kan me voorstellen dat de vriendelijke stem Wolfke op zijn gemak stelt, dit is ook al te zien aan dat zijn ademhaling rustiger wordt, maar daar zou ik het bij laten en de lezer zelf dingen laten interpreteren.
‘Arend!’ stak de Oosterling zijn hand uit. ‘Aangenaam!’ De jongeman keek hem wat onwennig aan. Wat was de bedoeling hiervan?
stak de Oosterling zijn hand uit. --> Tenzij die hand een magische hand is die praat, kan dit niet. Het is dan ook: 'Arend!' De Oosterling stak zijn hand uit. 'Aangenaam!' Bedoel je met de jongeman trouwens de Oosterling of wordt hiermee naar Wolfe gerefereerd? En wat bedoel je met: 'Wat was de bedoeling hiervan?' Wat de bedoeling van die uitstekende hand is? Als dat het geval is, dan moet je dat specifieker maken. En: wie denkt dat?
‘Ook goed,’ knipoogde de ietwat verwilderde man. ‘De honden hebben je gevonden,’ zei hij opgewekt. Honden? dacht Wolfke, maar ze leken zo …. Arend volgde zijn ogen naar de donkergrijze Beyko. ‘Je dacht toch niet dat?’ Wolfke knikte aarzelend. ‘Maar neen,’ glimlachte Arend, ‘het líjkt alleen maar zo!’ ‘Beyko is een wolfshond, ze stamt net als mij af uit de oude tijden’. De eerstgeborene kon zijn ogen niet geloven. Hij observeerde Beyko grondig. Was dit een écht huisdier? Een tamme hond?
knipoogde de ietwat verwilderde man. --> Ook hier weer: een knipoog kan niet spreken, dus: 'Ook goed.' De man knipoogde. Verwilderd is trouwens een bijvoeglijk naamwoord. Gebruik ook deze spaarzaam. Ik kan me nu geen beeld vormen van hoe verwilderd eruit ziet. 'Show' deze verwildering. Waar kan ik dat aan zien? Kleding? Haar? Opgewekt is ook weer een tell-woord. Laat 'zien' dat de man opgewekt is. glimlachte Arend--> Hier ook weer: een glimlach kan niet spreken. Dus: ,zei Arend met een glimlach. líjkt --> Weg met die intonatie! ‘Maar neen,’ glimlachte Arend, ‘het líjkt alleen maar zo!’ <--> Dit loopt niet zo lekker over. Ik zou die (-->) aanhalingsteken weglaten en de zinnen gewoon na elkaar laten lopen. ‘Beyko is een wolfshond, ze stamt net als mij af uit de oude tijden’. Dus: 'Maar neen,' zei Arend met een glimlach. 'Het lijkt alleen maar zo. Beyko is een wolfshond, ze stamt net als mij af uit de oude tijden. De eerstgeborene kon zijn ogen niet geloven. Wie is de eerstgeborene? Wolfke? Waarvan is hij de eerstgeborene en waarom is het van belang om dat hier in deze passage te vermelden? écht --> Hier vind ik de intonatie dan weer wél passen :lol:
In de oude tijden had Linde een gekke huiskat, herinnerde hij zich. De krolse kater bleek geen kat om zonder handschoenen aan te pakken. De wilde jager maakte álle tuinen in de buurt onveilig. Enkel in het geval dat dit níets opleverde, keerde hij huiswaarts om zijn buikje bol te eten. De blikvoeding herinnerde Linde steevast aan haar kat. Elke maaltijd bleef een imménse kwelling voor de vrolijke vrouw.
Ik vind de intonaties in dit stukje overdreven. Zou ze schrappen.
‘Doe maar,’ porde Arend hem. Wolfke keek de man verward aan. ‘Ze doet je écht niets hoor!’ benadrukte Arend.
porde Arend hem Een por kan niet spreken: 'Doe maar,' zei Arend en gaf hem een aanmoedigende por. verward Op zich heb ik hier geen moeite met verward, maar ik zou hem toch weglaten. Je kunt namelijk ook af met: Wolfde keek de man aan. Omdat Arend dan komt met: 'Ze doet je echt niets, hoor!', weet je al dat Wolfke hem aarzelend aankijkt. ‘Ze doet je écht niets hoor!’ benadrukte Arend. :eek: Super benadrukking! Kan niet missen voor Wolfke, denk ik zo :D Maar ik zou benadrukte weglaten en ook die intonatie op echt. 'Ze doet je echt niks hoor!' is al duidelijk en krachtig genoeg :nod:
‘Mag ik?’ twijfelde hij.
Wie zegt dit? Wie is die hij? Ik zou twijfelen weglaten. 'Mag ik?' laat al zien dat hij twijfelt.
‘Waar wacht je op?’ De Westerling stak zijn hand rustig uit. Hij aaide de stugge, donkergrijze vacht. Beyko besteedde nauwelijks aandacht aan de aanraking. Arend keek goedkeurend toe.
Wie is die Westerling? Gewoon Arend? Dan zou ik gewoon zeggen dat Arend zijn hand uitsteekt, anders weet ik niet wie je bedoelt. Ik weet namelijk niet dat Arend een westerling is.
‘Zie je wel?’ --> hier een enter, anders lijkt het alsof Wolfde dit zegt Wolfke glunderde, wacht tot hij dit thuis vertelde, een écht huisdier, een échte hond. Hij voelde zich op zijn gemak. Hij streelde de hond totdat haar staart over en weer zwiepte. Verschrikt door de plotse beweging keek hij Arends kant op. De man haalde zijn schouders op, dit bleek normaal gedrag. Hij stond op en verdween achter het vuur. Kort daarna kwam hij tevoorschijn met iets drinkbaars in zijn hand. ‘Hier, daar kikker je van op!’ --> hier ook weer een enterWolfke nam de fles dankbaar in ontvangst. Hij nam een flinke teug, vastbesloten zijn onmetelijke dorst te lessen. ‘Jakkes!’ schreeuwde hij het uit. De Oosterling bulderde van het lachen. Zijn wilde lokken ...
Ik zou hier twee enters plaatsen (zie dik gedrukte pijlen), omdat het anders op het eerste gezicht lijkt of Wolfke het zegt. écht huisdier, een échte hond --> De intonatie is hier ook weer op z'n plaats :) vastbesloten zijn onmetelijke dorst te lessen Ik vind dit geen relevante vermelding en zou hem daarom schrappen. Hij nam een flinke teug geeft namelijk al aan dat hij flinke dorst heeft. De Oosterling Ik raak in de war van de aanduidingen De Oosterling en de Westerling. Je gebruikt ze in dit fragment allebei. Welke van de twee is het? Daarnaast zou ik ze schrappen en het gewoon bij Arend houden: 'If you lose clarity, you've lost your reader, and the consistent use of names is one of your chief tools in keeping the reader clear on what's happening in the story' (Orson Scott Card ).

Lid sinds

14 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
Xuchie, je bent zo goed en uitgebreid bezig geweest, dat ik er niets aan toe te voegen heb. Wolfke zal je dankbaar zijn voor deze uiteenzetting.

Lid sinds

12 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Inderdaad Tja. Ik ben Xu heel dankbaar. -pijlsnel overeind > dacht ik ook nog aan -hand uitsteken, knipogen, porren > kunnen niet spreken, ik twijfelde er zelf aan of dit kon > nu ik weet dat dit niet mag, kan ik het vermijden :) waarvoor dank Ook bedankt @Earthlady. Ik zal later mijn antwoord vervolledigen. Mijn ogen vallen dicht .... :p @Xu: hartelijk dank voor je uitgebreide proeflezing > dit kan ik dan ook onmiddellijk toepassen of tenminste een poging daartoe doen :) 1)pijlsnel overeind krabbelen > heb ik al eens gebruikt, vandaar ik zocht een alternatief, pijnsnel recht krabbelen, ik weet niet waar ik kan nakijken of dit al dan niet kan (?), vliegensvlug recht krabbelen, ik begin zelfs te twijfelen of het 'krabbelen' is, soms lees ik grabbelen maar dat lijkt me eerder het grijpen naar iets ... 2)kan het licht van vlammend houtvuur zo fel zijn dat het ... > inderdaad, ik denk over een andere, betere uitdrukking, het zicht vertroebelen? (is het wellicht ook niet), een suggestie? >> EEN VLAMMEND LICHT VERTROEBELDE/ BEPERKTE MIJN ZICHT? ... NU ZAG IK HET, HET HOUTVUUR. (ik ben aan het uitproberen) 3)zijn zicht wordt beperkt (of zoiets ;) ) en dan iets later 'nu zag hij het' in de zin van 'nu pas' of bedoel je dat het accent overbodig is? 4)in het stuk tekst daarvoor heeft hij een roedel wolven ontmoet > aangezien hij nu geen wolven ziet en voelt dat er hier mensen aanwezig zijn, is hij opgelucht > is hij zorgeloos (was mijn redenering) 5)bedankt, ik schrap en pas die zinnen aan 6) ik heb wel wat met accenten :s haha, ik had het zelf al door maar interessant als er iemand op wijst, ik lees gewoon vaak mijn tekst met veel intonatie en inleving > dan komen die accenten vanzelf, wellicht is het teveel van het goede > 'Toch niet als ik erbij ben.' > de bemerking van 'punt is hier vraagteken', wat bedoel je daar precies mee? 7) de jongeman: Wolfke: Westerling, Arend: de man: Oosterling, dit wordt in het stuk daarvoor reeds duidelijk aangezien Wolfke naar het Oosten gaat, vandaar het gebruik van de termen > ik besef dat een teveel aan dergelijke termen het verhaal niet ten goede komt maar ik vermoed dat het hier nog kan (?)> ik kan de termen ook wat minderen in frequentie of zo 8) dat van knipoogde hij en dergelijke > de reden waarom ik dit zo toepas is mijn redenering dat een knipoog of por of schuddend hoofd of glimlach kan spreken, niet letterlijk maar je weet wel wat ik bedoel > maar dit mag dus blijkbaar écht :p niet? 9) de eerstgeborene is inderdaad Wolfke: hij is de eerstgeborene sinds de nieuwe tijden > dit staat in contrast met Arend en de honden die stammen uit de oude tijden (in het stuk daarvoor wordt dit al eens vermeld zodat dit al duidelijk is voor de lezer) > hier had ik weer de gedachte dat een teveel aan dergelijke termen niet goed is maar hier en daar eens zo'n term gebruiken leek me niet zo erg, het is ook wel van belang, het feit dat hij de eerstgeborene is 10) Mag ik? > de 'hij' is Wolfke > ik heb er ook al aan gedacht dat 'twijfelde hij' en dergelijke wel eens weggelaten kunnen worden, mag ik er vanuit gaan dat als je ze kan weglaten, ze ook beter kan schrappen? 11) het was eigenlijk een écht huisdier! een tamme hond! of een échte tamme hond? of gewoon een échte hond? (échte :p ) wilde honden waren wellicht in de minderheid in de oude tijden 12) Irrelevante vermeldingen schrappen > haha, 'k moet mijn darlings 'killen' ;) > misschien moet ik het gebruik van Westerling en Oosterling wat minderen en wat meer hun naam gebruiken (zie onder puntje 7) @Earthlady: ook bedankt voor je bemerkingen :) > met uiterste precisie > net als ik > twijfelde ik aan, die regel is wat zoek in mijn hoofd > in welk voorbeeld gebruik je dan wél 'mij'? > P Linde wordt inderdaad in de tekst daarvoor reeds geïntroduceerd > is dit het enige dat je niet begrijpt? > bedankt, ik splits die zin op > ik dacht dat het 'uit'schreeuwen het levendiger maakte dan 'schreeuwen', vandaar het gebruik ...(?) > ik heb wel een voorkeur voor beknopte zinnen, dat is een feit ;)

Lid sinds

13 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Haha, bedankt! Ik ben aan het oefenen met feedback geven :) Niet normaal hoeveel ik hier zelf ook van geleerd heb. Succes Wolfke! En tot je volgende stukje :)

Lid sinds

13 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
O, en natuurlijk moet ik nog even zeggen, dat ik vind dat je erg goed bezig bent @Wolfke :) Ik weet dat dialogen niet je sterkste punt is en dat je ze liever vermijdt/vermeed :P, maar je hebt je er toch aan gewaagd en je gaat zeker de goede kant op! :thumbsup:

Lid sinds

18 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@Earthlady: ook bedankt voor je bemerkingen :) > met uiterste precisie > net als ik > twijfelde ik aan, die regel is wat zoek in mijn hoofd > in welk voorbeeld gebruik je dan wél 'mij'? > P Linde wordt inderdaad in de tekst daarvoor reeds geïntroduceerd > is dit het enige dat je niet begrijpt? > bedankt, ik splits die zin op > ik dacht dat het 'uit'schreeuwen het levendiger maakte dan 'schreeuwen', vandaar het gebruik ...(?) > ik heb wel een voorkeur voor beknopte zinnen, dat is een feit ;)
mij gebruik je in het geval dat iets bezittelijk is. Iets is van mij, dat ding is van mij, het is mijn ding. Ik gebruik je in alle andere gevallen: - jij bent groter dan ik (dan = overtreffend) - ik ben even oud als jij (als = hetzelfde) - jij bent even klein als ik (als weer gelijk) - ik ben rijker dan jij (weer overtreffend) :)

Lid sinds

12 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@Earthlady: bedankt voor de verduidelijking, die kennis zat ver (ik krijg er rode kaken van) maar is bij deze opgefrist :)

Lid sinds

11 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Voor het gemak kun je de zin langer maken. "Jij bent langer dan ik" is juist. "Jij bent langer dan mij" is onjuist. Maak je het dan langer: "Jij bent langer dan ik BEN" klinkt wel. "Jij bent langer dan mij BEN/BENT" klinkt niet. Geldt ook voor meervoud: "Jullie zijn langer dan wij ZIJN" klinkt wel. "Jullie zijn langer dan ons ZIJN" klinkt niet. Of omgekeerd: "Ik ben langer dan jij BENT" klinkt wel. "Ik ben langer dan jou BENT" klinkt niet. Helpt dit een beetje?

Lid sinds

13 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
1)pijlsnel overeind krabbelen > heb ik al eens gebruikt, vandaar ik zocht een alternatief, pijnsnel recht krabbelen, ik weet niet waar ik kan nakijken of dit al dan niet kan (?), vliegensvlug recht krabbelen, ik begin zelfs te twijfelen of het 'krabbelen' is, soms lees ik grabbelen maar dat lijkt me eerder het grijpen naar iets ...
Hij kwam overeind? Of: Hij schoot (pijlsnel) overeind? Grabbelen is inderdaad grijpen naar iets :P
2)kan het licht van vlammend houtvuur zo fel zijn dat het ... > inderdaad, ik denk over een andere, betere uitdrukking, het zicht vertroebelen? (is het wellicht ook niet), een suggestie? >> EEN VLAMMEND LICHT VERTROEBELDE/ BEPERKTE MIJN ZICHT? ... NU ZAG IK HET, HET HOUTVUUR. (ik ben aan het uitproberen)
Een vlammend/fel licht deed pijn aan zijn ogen?
4)in het stuk tekst daarvoor heeft hij een roedel wolven ontmoet > aangezien hij nu geen wolven ziet en voelt dat er hier mensen aanwezig zijn, is hij opgelucht > is hij zorgeloos (was mijn redenering)
Zorgeloos is echt zonder zorgen. Dat is bijna niemand. En in deze context is opgelucht helemaal op z'n plaats, maar zorgeloos niet :)
6) ik heb wel wat met accenten :s haha, ik had het zelf al door maar interessant als er iemand op wijst, ik lees gewoon vaak mijn tekst met veel intonatie en inleving > dan komen die accenten vanzelf, wellicht is het teveel van het goede > 'Toch niet als ik erbij ben.' > de bemerking van 'punt is hier vraagteken', wat bedoel je daar precies mee?
Intonaties moet je echt spaarzaam gebruiken, omdat het een benadrukking van de auteur/verteller is, waarmee hij de lezer op iets belangrijks wijst. Als je dat tien keer doet in een fragment, heeft de lezer ook zoiets van: 'Ja, hallo...ik kan zelf ook wel uitmaken wanneer iets belangrijks is...' En veel intonaties komt ook weer over als een overdrijving en dat kan ergeren. In dit zinnetje bijvoorbeeld: Was dit een écht huisdier? Een tamme hond? , vind ik de intonatie wel weer passen, omdat het een verbazing 'showed'. Wolfke is zo verbaasd, dat hij het nauwelijks kan geloven. Maar hier bijvoorbeeld: De wilde jager maakte álle tuinen in de buurt onveilig, vind ik het weer overdreven. Het is dan net alsof ik iemand naast me heeft zitten die zegt: ‘Écht waar! Álle tuinen, állemaal! Níét normaal gewoon!’ Het komt behoorlijk theatraal over :P 'Toch niet als ik erbij ben?' --> Waarom hier een vraagteken hoort? Omdat het klinkt/lijkt alsof hij het tegen de hond heeft. En het is meer een retorische vraag, die hebben ook vraagtekens :) Anders een suggestie: 'Zij doet je niks. Niet als ik erbij ben.'
7) de jongeman: Wolfke: Westerling, Arend: de man: Oosterling, dit wordt in het stuk daarvoor reeds duidelijk aangezien Wolfke naar het Oosten gaat, vandaar het gebruik van de termen > ik besef dat een teveel aan dergelijke termen het verhaal niet ten goede komt maar ik vermoed dat het hier nog kan (?)> ik kan de termen ook wat minderen in frequentie of zo
De termen in de tekst zelf zou ik zo min mogelijk doen, blijf daar echt gewoon consistent een naam gebruiken. In dialoog kan dit op zich nog wel. Bijvoorbeeld dat een vriend van Wolfke zegt: 'Die Oosterling is wel vreemd, zeg.' Of, als een personage de namen nog niet kent, zoals je in het begin van het fragment wel hebt: De Oosterling stak zijn hand uit. 'Arend!' Dan kan het wel, maar als de namen bekend zijn en dan elke keer wisselen in de tekst van Oosterling (Arend) en Westerling (de man) slechts om een variatie aan te brengen, kan erg verwarrend zijn.
8) dat van knipoogde hij en dergelijke > de reden waarom ik dit zo toepas is mijn redenering dat een knipoog of por of schuddend hoofd of glimlach kan spreken, niet letterlijk maar je weet wel wat ik bedoel > maar dit mag dus blijkbaar écht :p niet?
Ik zou dat écht niet doen ;) Maak er een of een losse handeling van: Hij knipoogde of: zei hij met een knipoog, maar niet: knipoogde hij, glimlachte hij.
9) de eerstgeborene is inderdaad Wolfke: hij is de eerstgeborene sinds de nieuwe tijden > dit staat in contrast met Arend en de honden die stammen uit de oude tijden (in het stuk daarvoor wordt dit al eens vermeld zodat dit al duidelijk is voor de lezer) > hier had ik weer de gedachte dat een teveel aan dergelijke termen niet goed is maar hier en daar eens zo'n term gebruiken leek me niet zo erg, het is ook wel van belang, het feit dat hij de eerstgeborene is
Zie 7)
10) Mag ik? > de 'hij' is Wolfke > ik heb er ook al aan gedacht dat 'twijfelde hij' en dergelijke wel eens weggelaten kunnen worden, mag ik er vanuit gaan dat als je ze kan weglaten, ze ook beter kan schrappen?
Bij dialogen hoef je eigen zo min mogelijk 'labels' te gebruiken die emoties aantonen. De kunst is om via wat er gezegd wordt, gedragingen en handelingen over te brengen wat er bedoelt wordt. Vaak worden dingen ook al duidelijk via actie en reactie. 'Mag ik?' vroeg Wolfke. 'Tuurlijk, ga je gang!' De vraag van Wolfke en de reactie van de tegenspeler duiden naar mijn mening al aan dat Wolfke twijfelt, anders had hij de hond wel meteen geaaid. Dat 'twijfelt hij' is hier dus niet nodig.
11) het was eigenlijk een écht huisdier! een tamme hond! of een échte tamme hond? of gewoon een échte hond? (échte :p ) wilde honden waren wellicht in de minderheid in de oude tijden
Ik weet niet of mensen in jouw verhaal huisdieren hebben, of dat deze 'zeldzaam' zijn. Een huisdier is tam, lijkt mij, anders kan het geen huisdier zijn. Dus een écht huisdier kan volstaan. En als honden daarbij ook nog eens 'zeldzaam' zijn en hij is nog tam ook, dan is dat gewoon wauw! Een hond als huisdier...zeldzaam.
12) Irrelevante vermeldingen schrappen > haha, 'k moet mijn darlings 'killen' ;) > misschien moet ik het gebruik van Westerling en Oosterling wat minderen en wat meer hun naam gebruiken (zie onder puntje 7)
Met irrelevant bedoel ik meer de dubbele vermeldingen. Als iets uit een handeling al duidelijk wordt: 'Hij nam een flinke teug water uit de fles', dan hoef je niet nog te vermelden dat hij vastbesloten was om zijn onmetelijke dorst te lessen. We weten dat hij dorst heeft, anders neem je wel een slokje, en meer hoeven we niet te weten :)

Lid sinds

14 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
Om zijn onmetelijke dorst te lessen, dronk hij de fles in een paar flinke teugen leeg. (Vind ik wel mooi)

Lid sinds

12 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Bedankt Rudez. Een 'mij' kan inderdaad niets 'doen', op een 'ik' kan dan wel weer een werkwoord volgen. Bedankt Xu. Ik ga je bemerkingen eens goed bekijken, alvast bedankt voor het uitgebreide antwoord :). Bedankt Tja.

Lid sinds

12 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@Xu: Ik heb naar aanleiding van uw interessante bemerkingen een vraagje betreffende het gebruik van dialogen. Hopelijk is mijn vraagstelling duidelijk. :) Bedankt alvast. Groetjes. 1) Begint elke dialoog op een nieuwe regel? (BEHALVE in het geval van een 'gedachte' denk ik?) Voorbeeld: ‘Wees niet bang,’ stelde iemand hem gerust, ‘zij doet je niets.’ In het licht van de vuurvlammen verscheen een man. ‘Toch niet als ik erbij ben?’ De vriendelijke stem stemde Wolfke op zijn gemak, hij ademde rustiger. > klopt het in dit voorbeeld dat het steeds dezelfde persoon is die praat en dit dus allemaal aan elkaar mag worden geplakt? (de retorische vraag/tweede dialoog is hier wel gericht aan iemand anders) 2) Als iemand anders dan diegene die 'spreekt' iets doet, moet dit dan op een volgende regel beginnen om verwarring te voorkomen of enkel in het geval dat dit tot verwarring zou kunnen leiden? Voorbeeld: ‘Arend!’ De Oosterling stak zijn hand uit. ‘Aangenaam!’ De jongeman keek hem wat onwennig aan. Wat is hier de bedoeling van? dacht Wolfke. ‘Ook goed,’ de man knipoogde. ‘De honden hebben je gevonden’ Honden? dacht Wolfke, maar ze leken zo …. Arend volgde zijn ogen naar de donkergrijze Beyko. of ‘Arend!’ De Oosterling stak zijn hand uit. ‘Aangenaam!’ De jongeman keek hem wat onwennig aan. Wat is hier de bedoeling van? dacht Wolfke. ‘Ook goed,’ de man knipoogde. ‘De honden hebben je gevonden.’ Honden? dacht Wolfke, maar ze leken zo …. Arend volgde zijn ogen naar de donkergrijze Beyko.

Lid sinds

14 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
Laatste voorbeeld. Als het om twee verschillende personen gaat. Waarom de man dan knipoogde, ontgaat me. De man keek hem alleen maar eigenaardig aan en stak zijn hand niet uit? Ik weet wel dat het een voorbeeld is, maar het voorbeeld moet wel duidelijk zijn. Nieuwe spreker, nieuwe regel. Dat komt het duidelijkst over voor de lezer. Gaat dezelfde persoon door een intermezzo door, dan kan dat achter elkaar door worden geschreven.

Lid sinds

13 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
1) Begint elke dialoog op een nieuwe regel? (BEHALVE in het geval van een 'gedachte' denk ik?) Voorbeeld: ‘Wees niet bang,’ stelde iemand hem gerust, ‘zij doet je niets.’ In het licht van de vuurvlammen verscheen een man. ‘Toch niet als ik erbij ben?’ De vriendelijke stem stemde Wolfke op zijn gemak, hij ademde rustiger. > klopt het in dit voorbeeld dat het steeds dezelfde persoon is die praat en dit dus allemaal aan elkaar mag worden geplakt? (de retorische vraag/tweede dialoog is hier wel gericht aan iemand anders)
Het is mij inderdaad duidelijk dat het dezelfde man is die spreekt :) Dit mag je inderdaad aan elkaar plakken, anders denk ik weer dat het een nieuw persoon is die spreekt. Een dialoog begint op een nieuwe regel als er iemand anders aan het woord is of als er een handeling door iemand anders wordt uitgevoerd. Voorbeeld: 'Boe!' riep de man. Wolfke schrok op, deinsde achteruit en struikelde over zijn eigen voet. De man lachte. 'Had ik je daar even te pakken!' Dit is ook zo bij gedachten, deze kun je - ook al is dit dezelfde spreker - soms beter op een nieuwe regel doen. Dit hangt ook een beetje van de context af. Voorbeeld: De man lachte. 'Had ik je daar even te pakken!' Waar sloeg dat nou weer op? dacht Wolfke. Waarom moest hij me laten schrikken? Hij krabbelde overeind. 'Waarom deed u dat? U liet me hartstikke schrikken!' 'Sorry, jochie. Het was niet mijn bedoeling, maar...' De man pinkte een lachtraantje weg. '...je stond er zo schrikachtig bij, dat ik het niet kon laten.'
2) Als iemand anders dan diegene die 'spreekt' iets doet, moet dit dan op een volgende regel beginnen om verwarring te voorkomen of enkel in het geval dat dit tot verwarring zou kunnen leiden? Voorbeeld: ‘Arend!’ De Oosterling stak zijn hand uit. ‘Aangenaam!’ De jongeman keek hem wat onwennig aan. Wat is hier de bedoeling van? dacht Wolfke. ‘Ook goed,’ de man knipoogde. ‘De honden hebben je gevonden’ Honden? dacht Wolfke, maar ze leken zo …. Arend volgde zijn ogen naar de donkergrijze Beyko. of ‘Arend!’ De Oosterling stak zijn hand uit. ‘Aangenaam!’ De jongeman keek hem wat onwennig aan. Wat is hier de bedoeling van? dacht Wolfke. ‘Ook goed,’ de man knipoogde. ‘De honden hebben je gevonden.’ Honden? dacht Wolfke, maar ze leken zo …. Arend volgde zijn ogen naar de donkergrijze Beyko.
Ik vind ze allebei kunnen, maar die tweede voorbeeld is net wat duidelijker, omdat het toch weer een andere persoon is die een andere handeling uitvoert. Al kan die eerste, omdat de handeling van Arend mooi aansluit op wat Wolfke denkt en je toch weet dat het Arend is die de handeling uitvoert. Nog een puntje: ‘Ook goed,’ de man knipoogde. ‘De honden hebben je gevonden.’ Het tussenstukje moet met punt en hoofdletter, omdat de handeling zeg maar een soort onderbreking is --> 'Ook goed.' De man knipoogde. 'De honden hebben je gevonden.'

Lid sinds

12 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Bedankt Tja. :) De man toont dat de ander niet bang hoeft te zijn, dat het niet eens zo erg is dat hij geen hand geeft, hij wil het ijs wat breken of eerder hem op zijn gemak stellen ... > vandaar die (geruststellende) knipoog (?) > ik probeer een alternatief te vinden voor hoe de man zich kan uiten op het vlak van gelaatsuitdrukking ... 'de man glimlachte' vind ik te gewoontjes in dit geval ... Bedankt Xu voor de uitleg en voorbeelden. Het komt er dus op aan het zo duidelijk mogelijk te houden :). Ik vond dat laatste ook al wat vreemd :p lezen, ik pas het aan.