Deze, die, dat?

Annette Rijsdam Een redelijk compacte uitleg: https://onzetaal.nl/taaladvies/deze-die-dit-dat Een ezelsbruggetje voor aanwijzende voornaamwoorden: naar woorden met het lidwoord De verwijs je met Die of Deze; naar woorden met het lidwoord heT verwijs je met diT of daT

Dankjewel! Goede uitleg op de site. Ik had echt beter op moeten letten op school... Vooral 'die' en 'dat' wissel ik vaak voor elkaar in, dus dan komt dit ezelsbruggetje goed van pas.

Er is nog een tweede ezelsbrug wanneer je dit (dichtbij) of dat (verreweg) voor het-woord moet gebruiken en wanneer deze (dichtbij) of die (verreweg) voor de-woord moet gebruiken.
De ezelsbrug is hier als volgt: 
'de' komt al voor in DEze, dan wordt 'de' uit 'deze' weggehaald. De uitkomst is: ze. Oftewel deze - de = ze. In de onderstaande tabel wordt 'ze' ipv 'deze' gebruikt. 
                   DE   HET
Dichtbij:     ze   dit
Verreweg: die   dat

'ze' is korter dan 'die'. Gebruik dan 'ze' voor dichtbij en 'die' voor verreweg.
'dit' is korter dan 'dat'. Gebruik dan 'dit' voor dichtbij en 'dat' voor verreweg.