Lid sinds

14 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Nederlandse taal 19e eeuw

Hoi allen, In mijn manuscript wil ik verschillende brieven uit de 19e eeuw laten voorkomen. Heeft iemand verstand van de Nederlandse taal uit deze tijd? Ik heb wel verschillende stukken uit die tijd gelezen, maar vind het erg moeilijk om het zelf toe te passen...

Lid sinds

11 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Heeft iemand verstand van de Nederlandse taal uit deze tijd?
Sorry, ik weet niet eens welke jaren in de 19e eeuw thuishoren. Ik moest even zoeken.
De 19e eeuw [van de christelijke jaartelling] is de 19e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 1801 tot en met 1900. & Vincent van Gogh [1853 - 1890].
Verstand heb ik niet van de Nederlandse taal. Toch ben ik van mening dat je een aardig eind kan komen door het lezen van brieven uit die tijd.
Gisteren zag ik een stuk of 6 schilderijen van Michel,2 wat zou ik willen gij er bij waart geweest, holle wegen door den zandgrond die naar een molen toeliepen of een man die over de heide of zandgrond naar huis ging met grauwe luchten er boven, zoo eenvoudig en zoo schoon.
Het lijkt bijna - maar dan zonder de smiley`s - op het Nederlands van 2014. http://vangoghletters.org/vg/letters/let073/lette…

Lid sinds

14 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Dank voor jullie reacties. Het moet in zijn geheel 19e eeuws zijn, dus qua spelling en woordgebruik.

Lid sinds

11 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
De negentiende eeuw duurde best lang.
Daar heb je een punt. Eigenlijk ligt deze vraag in de lijn van info zoeken over iets uit de middeleeuwen. Een brief geschreven in 1801 is heel iets anders dan een brief in 1900. Dat is - moest ik ook even opzoeken - in de middeleeuwen een periode van bijna 1000 jaar. Als je info zou willen hebben over hoe een brief is geschreven in 1985 dan zal die info voor veel jonge mensen volkomen onzin lijken.
In het begin van de 19e eeuw vroeg hoogleraar J.H. van der Palm, Agent van Nationale Opvoeding ten tijde van de Bataafse Republiek, aan de zojuist opgerichte Bataafsche Maatschappij van Taal- en Dichtkunde (afgekort als de Maatschappij hieronder) om de bevordering eener eenparige spelling met ernst ter harte te nemen.
Minstens zo belangrijk is; wie[?!] schrijft die brief. Nog meer grappige dingen die ik [dus iedereen] kan vinden,
In 1827 schreef Siegenbeek een verweer: Taalkundige bedenkingen, voornamelijk betreffende het verschil tusschen de aangenomene spelling en die van Mr. W. Bilderdijk.
24 jaar later in die zelfde eeuw.
In 1851 werd besloten gezamelijk een groot woordenboek (het Woordenboek der Nederlandsche Taal, WNT) te maken, wat zonder een uniforme spelling natuurlijk onmogelijk is.
12 jaar later, en tot mijn verbazing nog steeds in die zelfde eeuw.
In 1863 verscheen Ontwerp der Spelling van Te Winkel, later De Grondbeginselen der Nederlandsche Spelling genoemd, kort daarop gevolgd door de publikatie van de Woordenlijst voor de spelling der Nederlandsche taal, met aanwijzing van de geslachten der naamwoorden en de vervoeging der werkwoorden, ditmaal door Te Winkel samen met De Vries.
En dan komt pas het meest interessante.
Dat de Regel der beschaafde Uitspraak de doorslag geeft, blijkt uit voorbeelden als koninklijk en afhankelijk, die volgens de regel der Gelijkvormigheid als koninglijk en afhangelijk hadden moeten worden geschreven. Evenzo worden ambacht, hertog, en paarlemoer geschreven, en niet andbacht, heertog, en paarlemoeder. De Regel der Gelijkvormigheid bepaalt dat gespeld wordt zeggen - zegt, raadzaam, hoofddeel enz. in plaats van zeggen - zecht, raatzaam, hoofdeel enz. De Regel der Afleiding of Etymologie bepaalt wanneer voor gelijkluidende klanken ei of ij, au of ou, e of ee, en o of oo gespeld moet worden. Derhalve wordt weken (zelfstandig naamwoord) anders gespeld dan weeken (werkwoord).
Zoo, nu u alles weet over de juiste spelling - opbouw van zinnen - beheerst u den andbacht briefschrijven der negentiendereeuwers. NB Er zijn jongeren die mij vragen wat die " u " betekent. http://www.dbnl.org/tekst/neij002univ01_01/neij00…

Lid sinds

13 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
't Is wat Yrret zegt. D'r is inderdaad best heel veel over te vinden als je even (verder dan wikipedia) zoekt. Van http://neon.niederlandistik.fu-berlin.de/nl/nedli…
Een andere belangrijke 19e-eeuwse taalkundige was Roeland Antonie Kollewijn (1857-1942). Onder de titel Opstellen over spelling en verbuiging[*] verzamelde hij zijn artikelen. Hij wilde de vigerende schrijftaalreglementering op een aantal punten wijzigen. Zijn doel was de vereenvoudiging van de schrijftaal. Deze vereenvoudiging moest helpen bij het schrijven maar ze mocht bij het lezen niet te zeer in het oog springen. Er waren veel tegenstanders van Kollewijn. Eén van de bestrijders was Cornelis Herman den Hertog (1846-1902), de auteur van Nederlandsche Spraakkunst (1892-1896)[**]. Dit is een groot naslagwerk voor zinsontleding en woordbenoeming en één van de belangrijkste grammatica's die er voor het Nederlands bestaan.
*https://archive.org/details/opstellenoversp00koll… **http://www.dbnl.org/tekst/hert003nede01_01/

Lid sinds

14 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Tnx, ik was er even tussenuit. Ik ga het binnenkort allemaal aandachtig bestuderen (nu beetje druk).

Lid sinds

12 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
Bij archieven kunnen mensen je hier ook verder mee helpen. Ze hebben daar honderden handgeschreven teksten uit de negentiende eeuw waaruit je spelling en woordgebruik kunt halen. Zo ontdekte ik laatst dat het woord 'meeting' al in 1906 in Nederland ingeburgerd was, zo cool om te lezen. Misschien is het ook een idee om een historicus of linguïst die gespecialiseerd is in die tijd aan te schrijven? Verder zou je www.delpher.nl (dit is een krantendatabase met uitgaven die teruggaan tot ik meen de zeventiende eeuw) kunnen gebruiken en dan zoeken op krantenartikelen uit de negentiende eeuw.