Lid sinds

14 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Perspectiefvraag (Jan keek vs Hij zag Jan kijken)

25 november 2012 - 16:40
Er zijn zo veel topics over perspectief, dat ik niet heb kunnen nagaan of dit topic met mijn specifieke vraag al eens aan de orde is geweest. Stel er zijn drie personen in een scène, voor het gemak Jan, Piet en Anna, en je schrijft vanuit het perspectief van Jan. Kan je dan zeggen: "Piet keek naar Anna."? Of moet je zeggen: "Jan zag dat Piet naar Anna keek." Volgens mij zijn beide formulering vanuit hetzelfde perspectief, maar ik ben wat in de war gebracht dus leg ik het graag voor aan het forum. Ter verdere toelichting: dat laatste gebruik ik nu alleen als het voor de lezer van belang is dat Jan dat waarnam (of hoe) (bijv met het attribuut stiekem of opgelucht). Uiteraard kan dit niet met inwendige reflectie ("denken") omdat dat niet kan worden waargenomen buiten het perspectief, al kun je wel suggereren, lijken, schijnen en dat soort speculaties gebruiken. (Jan zag Piet peinzend naar Anna kijken. Waarschijnlijk dacht hij erover na of hij haar nu al kon vertellen dat ...)

Lid sinds

14 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
25 november 2012 - 17:08
Mijns inziens heb je helemaal gelijk: Als Piet naar Anna kijkt, omschrijf je dat het meest eenvoudig met 'Piet keek naar Anna', ongeacht het perspectief waarin je schrijft (Als dat niet zo zou zijn zou je, strikt genomen, bij elke handeling moeten vermelden dat Jan het waarneemt. 'Hoi, Anna,' hoorde Jan Piet zeggen. Hij zag Piet Anna een hand schudden.)

Lid sinds

12 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
25 november 2012 - 18:34
Mee eens! Stel je voor dat je een hele scene zou vullen met Jan zag-, Jan hoorde- etc. Dat zou erg onprettig lezen. Ik denk dat je gewoon rekening blijft houden met het show, don't tell-principe. Wanneer je zegt: 'Piet keek naar Anna', laat je het zien door de ogen van Jan, maar wanneer je zegt: 'Jan zag dat Piet naar Anna keek', vertel je het. Uiteraard hou je wel rekening met wat Jan daadwerkelijk met zijn ogen aanschouwt (of met zijn oren hoort, neus ruikt, tong proeft, huid voelt), dus als hij hen zijn rug toekeert kan hij niet weten of Piet en Anna elkaar aankijken of gekke bekken trekken o.i.d. Wat je zegt over dat 'suggereren wat iemand denkt' vind ik ook logisch. Dat doe je denk ik ook in het echte leven, waarbij je vaak dingen aan iemands gezicht kunt aflezen. Natuurlijk kun je het nooit 100 procent zeker weten, dus vandaar idd: 'Waarschijnlijk dacht hij-' Zo ervaar ik het in ieder geval :)

Lid sinds

13 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
25 november 2012 - 18:43
Kan je dan zeggen: "Piet keek naar Anna."? > Ja! (Anders wordt het te complex vind ik zelf) Of moet je zeggen: "Jan zag dat Piet naar Anna keek." > Misschien wanneer je dan verder gaat met 'Hij deed/denkt/whatever dit of dat.', waarbij hij in dit geval Jan is (en in het bovenstaande geval Piet is). Het is immers niet omdat Piet naar Anna keek, dat Jan dat ook gezien heeft, als ie al in de buurt is.