info achtervoegen

Ik schreef altijd van mij af, met o.a. als gevolg dat ik zinnen schreef waar ik wat informatie 'achter voegde'. Als of ik niet in een goede zin kon verwoorden wat ik zag. Ik werkte veel te veel met komma's. Voorbeelden: 'A zat aan de tafel, net als B.' 'Ze pakte een papiertje, een blauwe.' 'Haar broertje schopte de bal ver weg, bijna de straat op.' 'Ze nam het eerste glas sap, bosbessensap, en dronk het op.' Wat ik er veel beter neer kan zetten bij deze voorbeelden, is dit: 'A en B zaten aan de tafel.' 'Ze pakte een blauw papiertje.' 'Haar broertje schopte de bal bijna de straat op.' (Tenzij het feit dat de bal ver weg werd geschoten belangrijk is.) 'Ze nam het glas met bosbessensap en dronk het op.' (Tenzij het feit dat het glas het eerste glas was, belangrijk is.) Nu ik dat door proeflezen weet, is het al sterk verminderd. Toch merk ik dat ik het nog doe. Heeft iemand tips om hier vanaf te komen? Heel erg bedankt!