Lid sinds

6 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

268 Dakloos

22 oktober 2019 - 11:18
Ik heb een beroerde nacht achter de rug. Het was koud. De wind blies onder het viaduct door en samen met de motregen drong ze mijn slaapzak binnen. Mijn kleren voelen klam en stinken. Mijn maag knort en mijn neus kriebelt alsof de eerste verkoudheid eraan zit te komen. Ik wurm me uit de slaapzak en zoek in mijn rugzak naar een extra dikke trui voor onder mijn jas. De regen gutst nu naar beneden. De herfst is toch wel echt begonnen. Ik kijk om me heen. Het weggetje is geheel verlaten. Geen hondenbezitters of joggers vandaag, geen lotgenoten. Ik pak mijn slaapzak op en stop hem in een grote vuilniszak met treksluiting. Jammer dat ie zo vochtig is maar het ziet er niet naar uit dat ik die vandaag nog droog krijg. Met mijn tas op de rug snel ik richting de supermarkten waar ik dagelijks mijn warme en gratis bakkies koffie en thee nuttig. Gelukkig zijn er meerdere supermarkten op het plein gevestigd zodat ik niet steeds bij dezelfde naar binnen moet. Gelukkig heb ik nog wat geld in de pocket want mijn maag knort steeds luider. Ik koop een halfje bruin en een pakje gesneden kaas en neem mijn bekertje koffie mee naar de hal waar een bankje staat. Gisteren vond ik een opgevouwen briefje van 5 euro op straat naast een auto. Misschien verloren door iemand die zijn autosleutels uit zijn zak heeft gehaald. Is mij vroeger ook wel eens overkomen. Ik ben er nu heel gelukkig mee! Wat extra voor de komende dagen. In de hal is het een komen en gaan van mensen. De schuifdeuren gaan steeds open en dicht. De wind, natte schoenen en paraplu’s brengen de kou mee naar binnen. Ik drink snel mijn bekertje leeg en leg een plakje kaas tussen twee boterhammen. Heerlijk zo’n ontbijt. Maar de kou is nog niet uit mijn lijf. Ik besluit mijn boeltje te pakken en naar de grote AH te gaan aan de overkant van het plein. Daar is de hal wat ruimer en dieper maar ik denk ook dat de wind er gunstiger staat. Met mijn rugzak en plastic zak wip ik naar de overkant, de plassen ontwijkend en met mijn hoofd verborgen in de capuchon van mijn regenjas. Ik neem een winkelkarretje mee waarin ik mijn zak drop en stap de winkel binnen. De sfeer is hier anders, knusser doordat er geen tl-balken zijn gebruikt. Een muziekje op de achtergrond, personeel dat me vriendelijker bejegent maar ook warmer. Ik loop snel door naar de gangen waar de levensmiddelen in pakken en potten staan. Weg bij de koude koelkasten waarin de vleeswaren en de groenten liggen. Hier verminder ik mijn pas en loop rustig op de koffieautomaat af waar ik voor mezelf een cappuccino in een bekertje laat lopen. Gelukkig ben ik heel goed in nietsdoen. Nippend aan mijn koffie bekijk ik de klanten. Sommigen nemen alle tijd en bekijken het artikel heel uitgebreid alvorens het in hun karretje gelegd wordt, anderen lijken een lijstje in hun hoofd af te werken en gooien bijna zonder te kijken de boodschappen in hun wagen. Er zijn klanten die met een lijstje in hun hand de winkel door struinen en daarbij soms wel twee tot drie keer in dezelfde gang terecht komen, anderen lopen recht op hun doel af. Het is een sociale bezigheid ook, winkelen. Mensen ontmoeten elkaar en staan soms wel een half uur te kletsen met elkaar, anderen begroeten elkaar met een handdruk en een klap op de rug en lopen dan weer door. Er zijn ook lui die net als ik hun gezicht op de grond gericht houden terwijl ze lopen en slechts hier en daar even opkijken om iets uit het vak te pakken. Ik neem nog een tweede cappuccino. Ik ben weer lekker opgewarmd en besluit na een sanitaire stop naar de bibliotheek te gaan. Een toevluchtsoord voor allerlei mensen. Je kunt er gratis allerlei kranten en tijdschriften lezen in de ‘stille zone’ en er is dan ook niemand die iets aan je vraagt. Ik heb hier de laatste weken veel van mijn tijd doorgebracht. Het is goed om op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in de stad en ik train tegelijkertijd mijn hersenen. Ik hoop nog op betere tijden en het vinden van een job. De regen blijkt te zijn gestopt waardoor ik op mijn gemak in de richting van de bieb kuier. Misschien zie ik er nog wel een bekende. Terwijl ik loop denk ik aan vanavond. Dan mag ik naar de Traverse, de nachtopvang, zodat ik weer eens lekker kan douchen en mijn spullen kan laten drogen, een schoon bed krijg en een uitgebreide warme maaltijd. Ik kijk er al naar uit! Els