Nee, het is eigenlijk maar een boerengat hahaha. thx voor je antwoord

Nou het zit zo, voor de wedstrijd van Chicklit moet het verhaal zich in Nederland afspelen. Nu gaat ze wel paardrijden in Breda en winkelen in Eindhoven, maar haar woonplaats was dus nog niet bekend. (een dorp) Omdat Budel overal zo een beetje bijligt en ik daar een beetje bekend ben, dacht ik dan laat ik ergens vallen dat ze in Budel zitten. Is dit nu overbodig om te vermelden? Het valt tenslotte al op dat het zich in Nederland afspeelt. Pff zit dus toch met een writersblock hahaha

Hey, Ik weet waar Budel ligt en Breda en Eindhoven :) Ze gaat met Sander bij zijn ouders, die een manege hebben, paardrijden in Breda. Eenmalig dus ;) En eindhoven is niet ver bij Budel vandaan. Maar misschien moet ik heel Budel laten vallen, het valt toch wel op dat het zich in Nederland afspeelt denk ik toch?

Ik heb er nu gewoon een plaatsje in Noord Brabant van gemaakt, maar houdt de natuur en het dorp Budel voor ogen. Ze gaan shoppen in Eindhoven en ze is gaan paardrijden in Breda, het kan dan eender welke plaats in Brabant zijn natuurlijk, maar het is in ieder geval duidelijk dat het in Nederland afspeelt hoop ik maar.

Klopt ik dus ook maar voor de wedstrijd moet het verhaal zich in Nederland afspelen. Ik heb het nu in zoverre opgelost. Budel is eruit, ze woont in een klein plaatsje in Noord Brabant. (Lekker breed dus) Paardrijden op date in Breda. Winkelen in Eindhoven. Ik denk dat het dan wel duidelijk is dat het verhaal in Nederland speelt. Persoonlijk neem ik liever geen grote steden zoals Amsterdam. Er zijn al zoveel verhalen op de markt die zich hier afspelen. Ik wilde eens iets anders.

zeker niet :)

@ Sander Hier een klein stukje omdat je het zo lief vraagt :) “Zullen we eerst even de Heuvel Galerie ingaan?” vraagt Karla met een smekend gezicht. We stemmen allemaal in. Het is heerlijk vertoeven in dit overdekte winkel gedeelte in de stad van Eindhoven. Er zitten verschillende winkels bij mekaar en het is er altijd een gezellige boel. Op een afstand zien ze Arnol Kox, de schreeuwende Jezus van Eindhoven, al zitten. Vaak zit hij aan de V&D, maar blijkbaar is nu de zon ook voor hem te fel. Hij zit lekker beschut. Met zijn grijze lange baard, zijn pretogen en helemaal behangen met posters vol met Christelijke teksten is hij dé Mascotte van de Eindhovense binnenstad. Hij doet werkelijk geen vlieg kwaad maar toch heeft Cato altijd een akelig gevoel als ze hem voorbij moet. “Kunnen we niet wachten tot hij weer op zijn oude stekje gaat staan? En eerst Cool Cat binnen gaan?” vraagt ze met een klein stemmetje aan de anderen. Deze vinden dit allemaal de grootste onzin en lopen dan ook vrolijk door. Nina merkt dat Cato zich niet op haar gemak voelt en voegt zich naast haar vriendin. “Waarom ben je zo bang van hem? Hij is de rust zelf en is vriendelijk voor iedereen!” vraagt ze haar vriendin terwijl ze haar onderzoekend aankijkt. “Hij lijkt op iemand,” is het enige wat Cato kan uitbrengen. “Toch niet?” “Ja, hij lijkt op die man ja,” antwoordt Cato gesmoord. Nina weet dat Cato in haar jeugd iets ergs heeft meegemaakt en dit nog altijd niet goed verwerkt heeft. Ze slaat een schouder om haar vriendin heen. “Maar je weet toch dat Arnol nooit iets zal doen? Hij is bijna Jezus zelf,” probeert ze Cato op haar gemak te stellen. “Dat weet ik wel, maar het is gewoon eng.” Toch loopt ze door. Ze weet best wel dat ze zich aanstelt en ze voor deze man helemaal niks te vrezen heeft. “Misschien moet je eens een praatje met hem maken?” stelt Nina voor. “Nee! Dat durf ik echt niet hoor!” Cato raakt al in paniek alleen bij het idee. Nina laat het erbij zitten en samen lopen ze langs de schreeuwende Jezus af. “Goede middag samen! Leef van liefde! Jezus is de eeuwige liefde!” roept hij het groepje achterna. De jongens beginnen te lachen en Karla grinnikt zacht met ze mee. “Doe normaal!” Nina kan er niet tegen als ze zo tegen deze vriendelijke man doen. Ergens heeft hij gewoon een punt. Met meer liefde in de wereld zou alles een stuk gemakkelijker zijn. En als hij daar nu toch in geloofd! Wie zijn zij dan om hem belachelijk te maken? Je moet het maar durven!