KATTENKWATRIJNEN
KATTENKWATRIJNEN
(Naar: De Glanzende Kiemcel van Simon Vestdijk)
Mijne heren,
Het zal in de lezing van deze avond gaan over het 'Kattenkwatrijn'.
In het algemeen is een kwatrijn een strofe of een zelfstandig gedicht van 4 regels. In het hierna volgende zal enkel sprake zijn van het kwatrijn als zelfstandig vers.
In de catalogus van prosodische vormen behoort het kattenkwatrijn tot een specifieke categorie.
Zoals de term reeds doet vermoeden. vormt het onderwerp van deze kwatrijnen altijd het fenomeen kat. De kat als wezen, de kat in de natuur, het karakter van de kat, de kat als roofdier (jager), de kat als metafoor, de metafysische kat, de mythische kat, de relatie van katten tot elkaar of tot de mens, de band tussen mens en kat (kameraad), daarnaast wordt soms vanuit het kattenperspectief de kat zelf aan het woord gelaten.
De literatuurhistorie onderscheidt grosso modo twee soorten kwatrijnen: het Oosterse kwatrijn, ook wel Perzisch kwatrijn genoemd naar Perzische dichter Omar Khayyam, en het Westerse of Europese kwatrijn. Later hoop ik op deze dichter en op een paar Europese (Nederlandse) voorbeelden van kwatrijnendichters en hun werk nader in te gaan.
Het Oosterse kwatrijn is verreweg het oudste en kenmerkt zich door het rijmschema: aaba; het Westerse kwatrijn kent geen vast rijmschema. Het kan gepaard, gekruist, omarmend rijm hebben; het kan slagrijm bevatten of zelfs een blank vers zijn.
Er zijn vooralsnog geen voorbeelden bekend van Oosterse kattenkwatrijnen, maar het onderzoek hiernaar duurt voort.
Het rijmschema van deze categorie is omarmend (abba); met een lichte voorkeur voor vrouwelijk of slepend rijm in de 1e en 4e regel en mannelijk of staand rijm in de beide 'binnenste' regels. De 'buitenste' regels omsluiten als het ware de 3e en de 4e regel en suggereren daarmee een afgerond en afgesloten geheel, waarmee het dier wordt getypeerd: in zichzelf verzonken, ogenschijnlijk afgesloten voor de buitenwereld, vaak in elkaar gerold, dus 'afgerond', dommelend in zijn plekje zonlicht.
Het kattenkwatrijn is speels en luchtig van aard. Klank en metrum moeten iets van de souplesse weergeven die zo kenmerkend is voor de bewegingen van het kattenlijf. Speels en tegelijk geconcentreerd – op het geobsedeerde af – ogenschijnlijk dommelend, maar altijd met een waakzaam oog en oor voor de omgeving, lijkt zij alle tegendelen in zich te verenigen.
Zo kan dit korte 'light verse' meer lagen bevatten, waarin bijvoorbeeld getoond wordt hoe de mens onderdeel vormt van het grote geheel dat schepping heet en zijn plaats inneemt – naast de katten – als medeschepselen onder elkaar:
'katten zijn ook mensen'.
KATTENKWATRIJNEN
UITGEBREID MET MEER KATTENKWATRIJNEN
55 gedachtespinsels van en over katten
●
Denkend aan: Lotje, Koetje, Basje, Do'tje, Truusje, Doortje (Zwartje) & Lientje (Beertje/Grijsje)
e.v.a. onder wie Pappa en Kater O
En sinds kort ook de broertjes: Gijs(je) & Daan(tje), oftewel de Gebroeders Barcode.
KATTENKWATRIJN
Men denkt wel eens dat een kat niet denken kan.
Wij doen dat wel degelijk, achter de glasgordijnen
en peinzen bovendien bij voorkeur in kwatrijnen.
En daar volgen hier dan voorbeelden van.
MYSTERIE
's Morgens was zij nog in de appelboom geklommen
en zat daar, uitgetekend tussen bloesem en hemelsblauw,
stil te mijmeren over nieuw leven en het mysterie vrouw –
tot ze ons kwam halen, omdat haar weeën begonnen.
DAG!
Dag, kamer in de ochtendzon, dag, volle bak met eten,
dag, ongenaakbaar zusje en moeder die mij niet wil kennen
(ze is zeker mijn naam vergeten), ik moet echt even rennen,
want er liggen altijd restjes kaas als er net is ontbeten.
VERMIST
Vijf dagen de hort op – wij hadden echt geen leven.
Wij belden met instanties, hingen overal zijn foto op.
Toen dook hij weer op, vermagerd, met op zijn kop
een grote olievlek die kleefde bij het kopjesgeven.
AFSCHEID
Ik was haar baasje, pappa, haar hoeder en haar mens.
Ik was bij haar toen de naald zich door haar nekvel drong
en voelde hoe zij in verzet haar halfverdoofde lijfje wrong –
zo namen kat en mens die middag afscheid aan de grens.
KATERKWAAD
Niet voor gevaar beducht, meer uit sensatiezucht
buigt hij zich plompverloren ver over de vijverrand –
zo ver dat hij te midden van de goudkarpers belandt
en dan druipend het huis van de buren binnen vlucht.
MANNENPRAAT
Bij de ingreep bleef hij aanvankelijk op afstand staan.
De arts: 'Blijft u d'r bij?' Door het lancet belemmerd
naderde hij schoorvoetend, knikte wat bedremmeld.
'Ziet u,' zei de veearts snedig: 'Geen bal aan'.
Later zag men man met kater wankel huiswaarts gaan.
BIOGRAFIE
Hij heette Pappa en wou niet met ons praten
en sliep in de tuinkast en verloor hier zijn hart
en matchte zijn roestbruin met ons wit-en-zwart
en heeft op de valreep een mooi nest nagelaten.
BIJBELS
De kiel van de ark knarste over het zand
en is toen gestrand. Het luik klapte open:
alle dieren kwamen het land op gelopen –
ten slotte Noach, een kat in elke hand.
BITS
Toen kwam zij zich melden op een gure najaarsnamiddag,
met zo'n blik van: 't Is hondenweer, ik schuil hier maar even.
Het zwerversleven had haar bits gemaakt bij 't kopjesgeven,
wat snel afnam toen zij eenmaal aan ons voeteneinde lag.
RETRAITE
Op een keer ben ik wel zo verschrikkelijk geschrokken,
al zou ik niet precies meer weten waar nu eigenlijk van,
maar wel dat schrik een poezenpsyche zo diep schokken kan,
dat ik me dagen spoorloos in de schuur heb teruggetrokken.
ATTENTIE
Het is best zwaar zo'n bek vol veren door de tuin te sjouwen,
maar dat heb ik ervoor over om mijn dankbaarheid te tonen,
voor al die verzorging, liefde en dat ik bij hen in mag wonen –
waarom beginnen ze nu ineens ga weg, ga weg te snauwen?
DESKTOP
Zo kan zij in extase naar de cursor liggen staren,
maar ze slaapt niet op de stapel printpapier, want
plots legt ze haar poot op de muis onder mijn hand,
en strijkt langs het beeldscherm met statische haren.
EDEN
Het poezenparadijs kent geen verboden bomen,
het is een mengelmoesje van poeslief en kattenkwaad,
een lege doos bijvoorbeeld, waar net de zon in staat,
een plek onder de kast waar niemand bij kan komen.
VISITE
Dat het ongezellig was, wil ik hiermee niet beweren,
alleen hun kinderen: in een avondvullend exposé,
met, als klap op de vuurpijl, in extenso, beider cv –
de onze kunnen met een prop papier jongleren,
uren dutten, buik omhoog, zonder zich om te keren.
PLEK
Wij betrekken onze vaste plekken overal in huis,
maar raken dan in de ban van territoriumkolder
en bezetten elkaars stek van huiskamer tot zolder,
die wij weer markeren met geur en poezenpluis.
OSM
Beter gezelschap dan ons katten kan een mens zich toch niet wensen:
wij hoeven niet tot laat gelucht te worden met een riempje aan de nek,
wij zijn discreet, beschaafd en altijd wel genegen tot een goed gesprek –
wij katten zijn, kortom, een exponent van 'Ons Soort Mensen'.
GEDACHTESPINSELS
Je bent een kat in het diepst van je gedachten.
die gaan over de geuren en geluiden van het huis,
over de katers in de tuin, maar ook hoe je nu kuis
en knus bij ons woont na doorleefde lentenachten.
NAMEN
Naar aanleiding van 'The Naming of Cats',
uit: T.S. Eliot, Old Possum's Book of Practical Cats.
Aan 't eind van mijn kwatrijn één spinsel tot slot,
dat draait om de kat en zijn namen
en hier volgen er drie die een kater betamen:
Thomas voor daags en Stearns voor de sjiek
en in het geheim Eliot.
KATTENHEMEL I
Wanneer je daar dan je verbaasde gouden ogen
opslaat - een beetje angstig want je komt net aan
en er is geen zusje meer om achteraan te gaan –,
staan wij hier voor het laatst over je heen gebogen.
23 maart 2014
KATTENHEMEL II
Zo'n gemis in één klap kon je achteraf niet aan.
en niettegenstaande onze machteloze zorgen,
heb je besloten op deze witte zomermorgen,
haar dan ten slotte doodstil achterna te gaan.
2 juni 2014
MANNEN
Schuchter komen zij getweeën uit hun bench gescharreld,
de behandeltafel op, beetje mopperig, bijna onhoorbaar zacht.
Zo klein nog dat wij geen notie hebben van hun beider geslacht,
maar met kennersblik constateert de arts: 'It 's a man's world'.
BROERTJES
Het begint altijd met wat trekken en duwen,
wat al snel escaleert van een potje gemat
tot een ware titanenstrijd van kat tegen kat,
in één snerpende, zwartgrijs gestreepte kluwen.
DOORBIJTEN
Onder de kast vonden ze toch nog iets te eten,
in lange taaie slierten, saai en nogal smakeloos –
toch even van geproefd, wat leidde tot een boos
geroep en duisternis toen er één was doorgebeten.
PLAGEN
Uitdagen, plagen, of is het aandacht vragen?
Als hij op de leuning van de bank wat dommelt
en in het zonlicht met zijn staartpunt schommelt,
moet zijn broer daar altijd eventjes aan knagen.
GROMMEN
Op zijn speelmuis liggend houdt hij zich van den domme,
zo op het oog nietsvermoedend wanneer hij wordt beloerd
door zijn behoedzaam steeds naderbij geslopen grote broer –
tegen wie hij plotseling vervaarlijk begint aan te grommen.
KERSTGEDACHTE
Met de sterren in hun wijd gesperde ogen
meten ze de afstand via slingers naar de piek:
moet in één sprong lukken – net nu de muziek
begint met: Ere zij God in den hoge.
ONTWAKEN
Bij het krieken van de dag is het altijd even schrikken
als je – je nauwelijks nog van de werkelijkheid bewust –
op uitzonderlijke wijze omzichtig wakker wordt gekust
door een kater die aanminnig je oogleden komt likken.
BINNENKAT
Ik krijg van die kille whiskers van beslagen ruiten
waar de regen tegen klettert en een bliksemschicht
mij bang probeert te maken met flitsen grillig licht.
Binnen betekent veilig. Ik heb echt niks met buiten.
KATTENSPEL
Ook het samen eten maakt deel uit van de dagelijkse rituelen,
de ene keer gaat het erom wie het eerst zijn bakje heeft geleegd,
dan wie de meeste brokken in één haal over het vloerkleed veegt.
Voor kleine katers vallen eten en leven onder de noemer: spelen.
ADOLF
Die naam 'Adolf' heeft hij een keer van mij gekregen:
behalve dat hij de baas over alle buurtkatten speelt,
bevestigen zijn voorhoofds- en neusvlek ook dit beeld –
maar laatst kwam ik hem zo mager tegen in de regen.
FELISOFIE
Het voert misschien te ver er nu over te beginnen,
maar er zijn momenten dat ik echt diep mezelf in ga,
dan kom ik tot gedachten zoals: ik spin dus ik besta –
zo besta ik pas als ik diepzinnig lig te spinnen.
VLOKKEN
Daar zijn ze dan, de eerste vlokken van hun leven
en ze beklijven nog niet eens tegen het kamerraam,
waar twee jonge katers als dansers rechtop staan,
om elke nieuwe vlok en passant kopjes te geven.
KATROBATEN
Dicht langs het plafond over de kastrand stunten,
via de leuning van de stoelen naar de vensterbank,
daar afzetten naar die doorbuigende boekenplank,
maar niet de vloerbedekking raken – dat kost punten.
GEBROEDERS
Mijn broer is even oud als ik, maar wel veel groter
en hij is domweg altijd in voor wat ik steeds verzin,
als ik hem een beetje opstook doet hij altijd mijn zin.
Dan krijgt hij op zijn kop, maar op de mijne heb ik boter.
DUO
Gerard Reve had zijn katten het liefst katholiek,
Erik Satie met een gevoelige snaar voor muziek,
ieder dicht zijn dier een eigen aard en wezen toe –
de onze vormen van nature al een duo comique.
VERSCHIJNING
Over het gazon kwam het naar hen toe gelopen,
uit de schaduw onder het struikgewas vandaan,
even statig als gewichtloos, en het keek hen aan,
waardoor zij iets dichter tegen elkaar aan kropen –
op de eerste schrik volgde voorzichtig verbazen,
dan klappen met de kaak onder dreigend blazen,
tot het plots opsteeg door zijn vleugels uit te slaan.
KATTENGEDACHTEN
Ze zit op de vensterbank verzonken in gedachten,
die gaan over de geuren en geluiden van het huis,
en over katers in de tuin, maar ook hoe ze nu kuis
en knus bij ons woont na doorleefde lentenachten.
ENKELE GREPEN UIT HET
HANDBOEK VOOR DE KAT
I
Waar je als kat op dient te letten:
als je lang aan het zonnebaden bent,
dat je om de zoveel tijd je even wendt,
anders gaat de vacht zo lelijk pletten.
II
Zo kun je met lichtjes bevochtigde poten
in de juiste richting langs de snorren gaan,
waardoor die aan weerszijden uit gaan staan,
om het poezelig effect nog iets te vergroten.
III
Houd beide ogen meestal mysterieus geloken,
hanteer de staart met mate en met waardigheid
geef zomaar eens een kopje voor de aardigheid,
en aan een gast wordt niet geobsedeerd geroken.
IV
Slaap veel, dat komt vacht en glans ten goede,
zorg dat je daarbij zo bekoorlijk mogelijk ligt,
houd gedurende de dut altijd één oog halfdicht,
slaap lang en diep, maar altijd op je hoede.
OSM
Beter gezelschap dan ons katten kan een mens zich toch niet wensen:
wij hoeven niet tot laat gelucht te worden met een ketting aan de nek,
wij zijn discreet, beschaafd en altijd wel genegen tot een goed gesprek –
wij katten zijn, kortom, een exponent van 'Ons Soort Mensen'.
SIMPEL
Liggend langs de vijverrand volgt hij de rimpels
van zijn eigen spiegelbeeld in het wateroppervlak,
zonnestraal of schaduwvlek, hij pakt ze met gemak –
zo is elke kater zielstevreden met iets simpels.
WAKKER
Het is altijd heel vroeg als de poezen weer ontwaken,
dan hoor je zachte poten op een niet thuis te brengen plek,
bovendien valt er iets breekbaars in een aangrenzend vertrek,
dan verwarde flarden van een op hoge toon gevoerd gesprek
(nu bespreken zij de tijd waarop ze ons gaan wakker maken).
ONTWAKEN
Bij het krieken van de ochtend is het even schrikken
als je – je nauwelijks nog van de nieuwe dag bewust,
of je in een sprookje leeft – klaarwakker wordt gekust
door een kater die aanminnig je oogleden komt likken.
REFLEX
Als ik me niet vergis, zie ik 'm echt bewegen
maar hij beweegt gelijk met mij en net als ik
springt hij met vier poten tegelijk van schrik –
net nu ik een kil kopje van hem heb gekregen.
POEZENPOZE
Een poes kan op een heel natuurlijke manier poseren,
met zo'n blik of zij een eeuwenoud geheim bewaart,
of traag ontwakend over voorwereldlijke vlaktes staart –
zoiets zit 'm in de genen, dat valt niet aan te leren.
KATTENKERST
Met ogen glanzend als de kerstboomballen
en een sluier van engelenhaar over zijn kop,
is hij, op jacht naar die ster hoog in de top,
midden tussen de kerstcadeaus gevallen.
HEERLIJK AVONDJE
Het gaat hun niet om schoen en rijm of om surprise,
na ieder heerlijk avondje is het pas poezenplezier,
wanneer je in een knisperende berg cadeaupapier,
je onder wild geklauw, luid spinnend kunt verliezen.
KATTENLENTE
In het klank- en lichtspel van een nieuwe lente
probeert zij hoe zij kleurt bij bloemen en bij gras,
en bij de hemel in een spiegelgladde waterplas –
zij kleurt bij alles – dus tijd voor dolce far niente.
GESPITST
Diep in slaap – hij lijkt niet anders te willen,
prinsheerlijk, zich niet bewust van kattenkwaad,
maar toch – zelfs als je even zacht over hem praat,
zie je hoe zijn linkeroor gespitst begint te trillen
BEZOEK
Als zij dan eindelijk en altijd te laat vertrekken,
wacht ik nauwelijks al hun afscheidsfrasen af,
maar schiet uit mijn schuilhoek om in volle draf
mijn plekje op de bank weer te betrekken.
KAT EN WERELD
Wij hebben jullie alle zo onvoorwaardelijk liefgehad:
er waren onder jullie die voor onze ogen zijn geboren,
en er waren er ook bij, die wij zo maar weer verloren –
wij delen elkaars leven, wij als mens, jullie als kat
GEWOONTEDIER
Het leek of er een treurig einde was gekomen
aan al die vaste hondenrondjes 's avonds laat,
toch wandelt hij weer tegen elven over straat,
alleen stopt nu zijn kat bij de vertrouwde bomen.
Martin, het forumonderdeel
Lid sinds
15 jaar 3 maandenRol