Afbeelding
Foto: Pexels
Foto: Pexels
In zijn boekenweekessay Generaal zonder leger heeft Özkan Akyol het onder andere over een intussen veel geplaagde boekverkoper die zich schuldig maakt aan minachting van de lezer. Geniet je bijvoorbeeld van De Zeven Zussen, dan betitelt hij je als niet-lezer.
Die boekhandelaar staat niet alleen in zijn opvatting. Heel wat lezers van zogenaamde Echte Literatuur bestempelen zowel fans van luchtig werk als liefhebbers van romans van vrouwelijke auteurs tot niet-lezer. En dat laatste heeft me altijd verbaasd. Waarom bestaat er bijvoorbeeld een speciaal etiket voor literatuur voor jonge vrouwen? Chicklit. Voor ‘kippetjes,’ dus. En waarom krijgt werk voor ‘haantjes’ geen apart predicaat? Is dat omdat boeken voor haantjes ook door kippetjes worden gelezen, terwijl haantjes zelden een roman inzien die geschreven is door een kippetje? En kan dit laatste te maken hebben met een mogelijk mannelijk onvermogen tot inleven in de vrouwelijke geest?
Er zijn trouwens ook vrouwen die neerkijken op werk van hun seksegenoten. In 2018 promoveert Corina Koolen met een proefschrift over de waardering van werk van vrouwelijke schrijvers. Deelnemers – m/v – aan een nationaal lezersonderzoek, kunnen niet verklaren waarom ze ‘vrouwelijk’ bestempelen als laag-literair (ik denk dus als werk van niet-schrijvers) en ‘mannelijk’ als hoog-literair. Romans van mannelijke auteurs krijgen de beste beoordelingen en ook de top-10 van meest gewaardeerde romans is door mannen geschreven.
Koolen onderzoekt of vrouwen echt zo anders schrijven dan mannen. Besteden ze meer woorden aan het beschrijven van het uiterlijk? Nee. Dat is voorbehouden aan mannelijke auteurs. Schrijven vrouwen dan emotioneler over gezin of uiterlijkheden? Ook niet waar. Een man die op zoek gaat naar zichzelf, maakt een bildungsroman. Een vrouw die hetzelfde doet, schrijft in de opvatting van veel lezers een ‘vrouwenboek.’
Koolen stelt voor om een roman van een vrouw te lezen en te doen alsof hij van de hand van een man is. Ik wil nog verder gaan. Beeld je in dat Turks Fruit is geschreven door Janine Wolkers en dat het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Olga. Zou het boek een groot succes worden? Of het omgekeerde. Denk je dat de romans van Renato Dorrestein met mannelijke hoofdpersonages wél een hoop mannelijke lezers zouden trekken?
Het is toch te gek voor woorden dat schrijfsters soms een mannelijk pseudoniem aannemen om serieus te worden genomen, ook door vrouwen? Zo veranderen de zusjes Brontë in de gebroeders Bell en schrijft J.K. Rowling af en toe als Robert Galbraith. Zou Harry Potter trouwens ook zo succesvol zijn geworden als het over Harriet Potter ging? Ik wou dat ik twee romans kon laten publiceren bij een gerenommeerde uitgever die kapitalen besteedde om beide werken te promoten. Het eerste boek verschijnt onder een mannelijk pseudoniem – bij voorkeur een haantje van in de twintig – met hoofdzakelijk mannelijke personages en het tweede onder mijn eigen naam, geschreven vanuit het perspectief van een vrouw. Zou het vooroordeel worden bevestigd?
Tot slot: in zijn essay somt Eus zeven mannelijke schrijvers op van wie hun romans hem hielpen bij het ontwikkelen van zijn eigen stijl. Geen enkele vrouw. Beschouwt Eus, net als die deelnemers aan het lezersonderzoek, vrouwen ook als niet-schrijvers?
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Abonnees profiteren van extra voordelen.