Afbeelding

Pexels
Pexels
Ontvang je je door mij geredigeerde manuscript terug, dan zie je naast correcties in de tekst ook vragen en opmerkingen in de kantlijn staan.
Zo noteerde ik laatst: Kees lijkt zich drukker te maken om de ex van zijn vriendin dan om zijn vriendin zelf, correct? Bij elk samenzijn begon Kees namelijk naar die ex te informeren en ik begon me af te vragen waaróm, zoals de uiteindelijke lezer zich dit ook zou afvragen.
Een ander manuscript dat ik van commentaar had voorzien kreeg ik terug met al mijn vragen netjes beantwoord in de kantlijn – maar dat was nou net niet de bedoeling. De bedoeling is dat je als auteur mijn commentaren gebruikt om de tekst te verbeteren, zodat míjn vragen niet bij de uiteindelijke lezer zullen opkomen.
Het komt ook voor dat de auteur met opzet vaag houdt wat een personage drijft of bedoelt. Dan hoeven mijn vragen niet gebruikt te worden om het verhaal aan te scherpen. Ze kunnen de schrijver dan duidelijk maken dat hij geslaagd is in zijn opzet om bewust in het midden te houden (om wat voor reden dan ook) waarom een personage telkens informeert naar de ex van zijn vriendin, om een eerder voorbeeld aan te halen.
Soms stel ik vragen in de kantlijn waarop de auteur reageert met: spreekt dat dan niet voor zich? Nee, antwoord ik dan, wat voor mij niet duidelijk is, is dat voor minimaal één lezer ook niet. En mijn vragen stel ik niet alleen namens mijzelf, maar vooral namens de lezer.
Grappig. Terwijl ik dit schrijf besef ik ineens dat ik hiermee net als de schrijver een ‘persoonsverwisseling’ onderga. Als schrijver probeer je je lezers namelijk in het hoofd van je personages te krijgen en als redacteur probeer ik in het hoofd van de lezer te kruipen.
Als freelance redacteur werkt Rob Steijger (www.fzeven.nl) voor diverse uitgevers en helpt hij aspirant-schrijvers met hun manuscript.
Wanneer moet je een actiescène inzetten en hoe doe je dat? Martijn Lindenboom geeft een spoedcursus in het komende nummer van Schrijven Magazine!
Vorig jaar verscheen haar eerste dichtbundel, en nu schrijft ze dit jaar het Boekenweekgedicht. Ze vertelt meer over haar poëtische stijl en de plek van poëzie in Nederland.
Veel aspirant-schrijvers vergeten het: de enter-toets. Redacteur Rob Steijger legt het belang van juist alineagebruik uit.
In deze serie geven we je aan de hand van schrijfadviezen van ervaren auteurs en heel veel oefeningen een goede basis. Meld je nu aan om alle afleveringen in deze serie te lezen!
Wil je je eigen verhaal op papier zetten? Dan kan je deze workshop niet missen! Kathy Mathys deelt veel tip + oefeningen.
Comments
Als een auteur bevraagd mag…
Als een auteur bevraagd mag…
Als een auteur bevraagd mag worden, waarom een redacteur dan niet? Mijn eigen redacteur helpt me inderdaad om me scherp te houden en daar ben ik blij mee, maar soms ga ik toch de discussie aan. Redacteuren zijn niet feilloos, net zoals auteurs dat niet zijn. Het mooiste is als je er samen uitkomt.