Afbeelding
Lina Kivaka via Pexels
Lina Kivaka via Pexels
Een peuter schaterlacht om een krokodil zonder tanden. Een tiener haalt er de neus voor op. Schrijven voor de allerkleinsten is iets anders dan schrijven voor oudere kinderen. Als schrijver van kinderverhalen houd je daarom rekening met je doelgroep: kinderen van verschillende leeftijden hebben andere interesses en een andere belevingswereld. Hoe verschilt een verhaal voor jonge kinderen van een verhaal voor oudere lezers? En hoe pas je jouw verhaal aan je doelgroep aan?
Verhalen voor peuters en kleuters zijn opgebouwd uit korte, duidelijke woorden en zinnen. Zij hebben namelijk nog maar een beperkte woordenschat en een beperkt begrip. De man viel uit de boom, dus. En niet: De jongeheer stortte zich onverhoeds naar beneden. Schrijven voor oudere kinderen betekent dat je langere en meer uitdagende woorden en zinnen kan gebruiken. Ook de taalhantering verandert. Kleintjes houden van herhaling en rijm, maar minder van sarcasme, straattaal of ironie. Voor tieners is dit net andersom.
Jonge kinderen genieten van verhalen die vol actie zitten. Actie creëert spanning en houdt hun aandacht vast. Deze actie hoeft niet iets groots of spannends te zijn, maar er moet wel wat gebeuren. Een eend die zijn tandenborstel kwijt is, kan al spannend genoeg zijn. Bij oudere kinderen is actie ook belangrijk, maar is er daarnaast ook interesse in meer beschrijvende teksten. Zij hebben meer inbeeldingsvermogen en een groter inzicht.
Een vieze knuffelbeer, een eerste plas op het potje of logeren bij opa en oma. Dit zijn onderwerpen die passen bij de belevingswereld van peuters en kleuters. Naarmate kinderen ouder worden, spelen er heel andere dingen. Hun interesse in andere werelden, avonturen en spanning wordt groter. Vaak zie je ook dat de hoofdpersonen in kinderverhalen ongeveer dezelfde leeftijd hebben als de doelgroep van het verhaal. Dit is een makkelijke ‘truc’ om je verhaal aan te laten sluiten bij de wereld van je lezer.
Kleine lezers begrijpen simpele emoties, zoals blij, boos en bang. Ze herkennen deze emoties uit hun dagelijks leven. Met complexere emoties hoef je bij hen nog niet aan te komen. In verhalen voor oudere lezers kan je als schrijver juist wel complexere emoties (zoals jaloezie, verliefdheid en spijt) verweven. Vaak gebeurt dit op een subtiele manier, zodat de lezer de ruimte heeft om zelf invulling te geven aan gebeurtenissen.
Peuterboekjes zijn rechtlijnig en spelen zich meestal in het heden af. De verhalen zijn eenvoudig en voorspelbaar, zodat ze makkelijk te begrijpen zijn. Peuters leggen nog geen verbanden tussen (complexere) gebeurtenissen. Tieners wel. Pageturners voor tieners kunnen daarom ook tijdsprongen, flashbacks en meerdere ingewikkelde verhaallijnen bevatten.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Mariken Heitman geeft tips! Meld je aan en ontvang dit nummer.
Dit nummer niet missen? Neem vóór 24 januari 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!
Topauteur Herman Koch geeft naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwe boek advies aan jonge schrijvers. Meld je aan!
Ervaren redacteur Maria Genova deed voor Schrijven Online meer dan dertig manuscriptbeoordelingen. Lees haar tips in het komende nummer!