Afbeelding
Bron Pixabay
Bron Pixabay
Ze is niet zomaar boos. Met een klap op de tafel zet ze haar beker neer en ze slaat vervolgens de deur achter zich dicht. De ramen trillen in hun sponning. Zo, dat zal ze leren, want zelfs al heb je niet goed opgelet als lezer, zonder het beestje bij de naam te noemen, is het toch duidelijk dat het hier om de emotie ‘boosheid’ gaat (vanaf zin 2 dan). Show don’t tell, iedere schrijver heeft deze term wel eens naar zijn/haar hoofd gekregen, maar is het nou puur een kwestie van gooien met metaforen, beeldspraak en de rest om maar niet de emotie zelf te benoemen, of zit er meer achter?
Kort samengevat is show don’t tell een ‘term’ die gebruikt wordt in de narratologie om aan te geven dat je iets niet letterlijk moet beschrijven, maar in feite moet omschrijven. Oftewel om de hete brei heen schrijven, zodat de lezer, die graag de grijze massa aan het werk zet, zelf kan concluderen wat de achterliggende gedachte/emotie is. Er wordt hierbij ook vaak verwezen naar het scenarioschrijven, waarin het direct benoemen eigenlijk een no-go is.
Toch gebeurt het, en niet zonder reden want niet alles hoeft bekleed te worden onder een laagje show.
In een heel ver verleden waren vertellingen vooral bedoeld om iets van te leren. Waar komt de mens vandaan, hoe is de aarde ontstaan, hoe dien je met elkaar om te gaan, welk volk mag je wel in de pan hakken en welke niet, hoe hoort een strijdheer zich te gedragen etc etc. In plaats van dat stapsgewijs en recht voor z’n raap te zeggen, werd het vaak verpakt in een verhaal waarin de hoofdpersonages een voorbeeldfunctie hadden, of waarin het onderliggende moraal de wijze les was over hoe je hoorde te leven.
Omdat lezen en schrijven niet voor iedereen was weggelegd, en televisie nog niet bestond, werd theater het medium bij uitstek om het grote publiek te bereiken. Schilderkunst e.d. was leuk, maar op deze manier was er veel meer interactie met het publiek mogelijk en je kon op een ludieke wijze iets tonen zonder het expliciet te vertellen. Theater werd op deze manier ook een medium waarin politieke boodschappen verpakt konden worden. Stiekem afgegeven op de heersende orde of een lange neus maken naar de wetten van het land.
Ook later in proza wordt er op deze manier gespeeld met het verhaal achter de tekst. Een grappig voorbeeld voor vakidioten is het verhaal van Jonathan Swift. In zijn tijd waren ze nogal preuts en referenties naar seks waren uit den boze. Swift schreef een verhaal over een man met een enorme grote neus. Overal waar deze man kwam, vielen de vrouwen in katzwijm vanwege die grote neus en de mannen waren jaloers, zij wilden ook zo’n grote neus. Critici waren woest want dit ging duidelijk niet over een ‘neus’, maar over een piemel. Swift hield voet bij stuk en zei tegen een criticus; ‘Its all in your sick mind.’.
Heeft kennis nodig om het verhaal tussen de regels door te snappen. Al is een flinke borrel in het geval van Jonathan Swift ook voldoende. Desalniettemin is kennis van de klassieke mythologie, de bijbel, symboliek etc best verhelderend en zie je vaak bepaalde verbanden eerder. De kleuren van de verschillende Hogwarts huizen in Harry Potter bijvoorbeeld, verklappen al heel veel van de plot. Op deze manier kan een schrijver spelen met wat hij direct vertelt of ervoor kiezen om zijn intentie door middel van symboliek te laten zien. Uiteindelijk is het wel voor iedereen helder, maar juist die gelaagdheid geeft een verhaal een extra dimensie. Ook hoeft een lezer niet alles op te pikken.
Toch gaat show don’t tell niet enkel om het gebruik van symboliek of mooie metaforen. Het is een middel om iets te laten zien, al wordt het steeds lastiger omdat het referentiekader steeds breder wordt. Ook heeft niet iedereen meer dezelfde kennis paraat. Bekende voorbeelden zijn de kleur rood, is het nou passie of haat? Of de eeuwige discussie over de eenhoorn. Wit en puur als een Christus figuur, of met een harde hoorn als in een zeer potente man?
Het veelvuldig gebruik van metaforen en beeldspraak kan een verhaal uithollen. Je wilt een verhaal vertellen aan een lezer, waarbij de hersens best aan het werk mogen, maar het is niet de bedoeling dat de lezer struiktel in het ‘bos van vergezocht’ en vervolgens zijn/haar hersens breekt.
Het fijne van show don’t tell is dat het ruimte creëert voor interpretatie, zonder af te doen aan het uiteindelijke verhaal en dat is voor de lezer wel zo prettig. Onlangs las ik IJsengel van Nathalie Pagie waarin ze heel mooi laat zien dat het omarmen van je lot, overlevingskansen biedt. Nergens wordt dit expliciet aan de lezer vertelt, je haalt het er vanzelf wel uit. En, dat is nou het mooie aan ‘show don’t tell, als je het er niet uit opmaakt, is het ook niet erg. Het verhaal wordt er niet minder om.
Helaas wordt show don’t tell veelvuldig als dooddoener gebruikt tegenwoordig. Te pas en te onpas lees je in feedback ‘teveel tell!’, met als gevolg een overkill aan geforceerde beeldspraak zoals ‘het klonk als een groep onzichtbare vogels die zwijgend opstegen…’.
Als schrijver moet je nagaan, ‘wat wil ik laten zien?’. Nathalie Pagie had een duidelijk ‘thema’, dat laat ze zien door verschillende personages neer te zetten die het lot naar hun hand proberen te zetten, maar ook personages die het omarmen. Door middel van handeling (actie, of de dingen die ze doen) en dialoog (wat ze zeggen) ontstaat er een verhaal. Door de personages op deze manier consequent naar een eindpunt (de één gaat ten onder, de ander floreert) te brengen, wordt het beeld dat ze over wil brengen versterkt.
Om show don’t tell goed te gebruiken, moet je ten eerste weten wat je wilt vertellen en hoe je daar een verhaal vóór kunt zetten. Klakkeloos een verhaaltje omzetten in metaforen en beeldspraak is in feite achterstevoren werken.
Je wilt wat vertellen, aan de hand daarvan kies je de geschikte locatie, personages, hun handelingen en dialoog, en zo breidt je steeds verder uit. Voor de dorpsgekken kun je nog meer lagen/symboliek toevoegen, maar het is niet per se nodig. Zolang alles wat er gebeurd, gezegd, gedaan en zelfs gedragen wordt in het teken staat van wat je wilt vertellen, is show don’t tell helemaal niet zo’n heet hangijzer en zal je zien dat een personage best een keertje gewoon boos kan zijn.
Termen:
Symboliek: gebruik van beelden/woorden die een bepaalde (vastgestelde) betekenis hebben.
Metafoor: stijlfiguur waarbij figuurlijk taalgebruik een gelijkenis impliceert (een druppel op de gloeiende plaat bijv.)
Annette Rijsdam studeerde Engelse literatuur aan de Universiteit Leiden, volgde een schrijfcursus bij Editio en een inleidende module bij de Schrijversacademie. Ze was een van de genomineerde voor de Editio debutantenprijs2018 en een aantal korte verhalen en gedichten zijn opgenomen in (wedstrijd)bundels of gepubliceerd online. Daarnaast schrijft ze ook gastblogs voor o.a. Schrijven online en Get Inspired By Books.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.