Omdat ik zo verschrikkelijk graag wil debuteren

Van jongs af aan schreef ik al korte verhalen. Eigenlijk waren het meer opstellen, maar dan met een hoop fantasie. Mijn inspiratiebron was meestal de krant. Vreemde, kleine berichtjes wekten mijn belangstelling en ik probeerde dat wat onuitgesproken was toch te reconstrueren. Dat doe ik nog steeds. Soms blader ik nog door die korte verhaaltjes en af en toe vraag ik me af of ik dat überhaupt wel heb geschreven, zo goed vind ik ze zelf.

En de mening van anderen? Ik zou het niet weten, veel te bang dat het niet goed genoeg is. Of saai, of langdradig. Dat geldt niet alleen voor mijn verhaaltjes van toen maar ook voor wat ik nu schrijf. Deze proefblog bijvoorbeeld, de inzendingen voor het Januariforum, zelfs af en toe nog de professionele stukken die ik schrijf; is het wel goed genoeg? Dat remt, want voor wie schrijf je dan?

Dus vorig jaar heb ik de stoute schoenen aangetrokken en mijn eerste complete verhaal opgestuurd naar twee uitgeverijen. Ze waren net zo snel weer terug met de mededeling dat ik niet in het fonds paste. In mijn hoofd lag echter de volledig redactie te schuddebuiken van het lachen, zo iets slechts hadden ze nog nooit gelezen.

En nu? Vroeg ik mij af. Wat doe ik nu? Laat ik het erbij of moet ik die langgekoesterde droom om schrijver te worden, blijven najagen? Ja, riep mijn naaste omgeving. Via via kwam ik terecht bij een instelling die manuscripten beoordeeld. Daar werd ik serieus genomen, men belde en vond de reactie van de uitgeverijen heel normaal. Dat gaf moed.
Na een aantal weken kwam mijn door de uitgeverijen uitgelachen verhaal netjes met leesrapport terug. Het bleek wel mee te vallen. Natuurlijk een heleboel beginnersfouten maar niet zo hopeloos als dat ik had verwacht. Het werd omschreven als een eerste versie.

Nu wacht mij de schone taak om al die aanwijzingen en verbeteringen te verwerken in mijn document. Als dat klaar is, dan… Tja, wat dan? Stuur ik het naar een uitgeverij of terug naar de instelling of zal ik het posten op het proefleesforum van Schrijven Online? Dat laatste lijkt me wel wat.

Schrijven Online is mijn stok achter de deur geworden. De onrust, die ik heel vaak negeerde, om woorden op het papier te zetten, om een verhaal of een idee uit te werken en dan aan anderen te laten lezen krijgt vorm door opdrachten, fora en wedstrijden. Ik moet schrijven en, dit is nieuw, ik moet het laten beoordelen. En daar schrijf ik dus voor. Om te groeien maar ook om anderen te vermaken en te plezieren.

Zo blijkt dat het schrijven van een proefblog mij zowaar heeft geholpen om de vinger op de pijnlijke plek te leggen: laat je werk beoordelen! Het heeft geen enkel nut om trillend in een hoekje te gaan zitten wachten als ik mijn pennenvrucht  niet door anderen laat lezen. Dus hierbij mijn oogopenende proefblog, hopelijk een stapje dichter bij mijn droom en in afwachting van (vele) reacties.

Nora Haertlein Filarski (1970) schrijft professioneel voor bedrijven en in haar vrije tijd allerlei soorten verhalen. Is nu bezig met haar eerste kinderboek.

Comments

Hoe herkenbaar! Een aanvulling: kies je proeflezers. Wil je bijvoorbeeld weten of het verhaal logisch in elkaar zit, neem dan logische denkers uit je omgeving. Of neem iemand die alle stijl- en typefouten eruit haalt. Zo maak je optimaal gebruik van de proeflezers en krijg je de feedback die je nodig hebt. Ik heb voor mezelf al een groepje potentiële lezers bij elkaar verzameld, nu alleen nog die eerste versie afschrijven... ;-)

Inderdaad, heel herkenbaar. Wat is dat toch, die angst voor het oordeel van anderen over je werk? Ik heb er slechte en goede ervaringen mee. Mijn bundel korte verhalen is op heel zure wijze door een manuscriptbeoordelaar uit Noordwijk volkomen de grond ingeboord. Wat ik schreef was duidelijk zijn smaak niet. Uiteindelijk vond ik zijn oordeel, een getypt a- viertje, en ook zijn website, zo onprofessioneel, dat ik het niet over mijn kant wilde laten gaan. Ik heb toen De Lettervrouw benaderd met precies hetzelfde manuscript. Op zeer professionele wijze is zij toen aan de slag gegaan met mijn werk. Ik heb uiteindelijk heel veel van haar geleerd. En ik kon het bijna niet geloven, maar zij was juist heel enthousiast over mijn verhalen. Ik kreeg ze terug met opmerkingen en aanwijzingen in de kantlijn die er echt toe deden. Ik kon wel huilen van geluk! Zo zie je maar. Ik schrijf nog steeds met veel plezier. En publiceren? Ach dat is niet het belangrijkste voor mij. Ik blijf er naar streven steeds beter te willen schrijven. Ik heb wel pas nog een verhaal naar Parelz opgestuurd. Je weet maar nooit toch? En Maaike De Lettervrouw, die vindt dat een goed idee, zeker weten! ;)

Juist die angst en kwetsbaarheid maakt jouw blog voor mij interessant om te lezen. Die is herkenbaar en invoelbaar. Ik wens je veel plezier bij het schrijven en beoordeeld worden. Ik krijg graag kritiek om ervan te leren, maar ik vind het ook heel fijn om te horen wat ik al wel goed doe.

"Als dat klaar is, dan… Tja, wat dan? Stuur ik het naar een uitgeverij of terug naar de instelling?" Als ik je een goeie raad mag geven: waag je kans bij een uitgever. Let wel, je hebt maar 1 kans op 1000 dat ze het aannemen. Een boek moet ook voor hen "verkoopbaar" zijn. Een ander idee is er ZELF een e-boek laten van maken, waar al de inkomsten naar JOU vloeien. Zelf zou ik http://www.boekboek.be aanraden, met hier alle info hier : http://www.boekboek.be/faq.php Mijn boeken kan je daar al vinden. Een groeiend projectje waar je nog kans hebt, in tegenstelling tot de grote Apple Store enzo waar een kat haar jongen niet meer in vindt....

Er zijn nog meer alternatieven. De eerste tien bladzijden op Ten Pages plaatsen bijvoorbeeld. Het is een succesvolle manier om al heel snel te weten of je verhalen lezers weten te boeien. Passie en Piemelbloemen, dat ik schreef met Sylvia Beugelsdijk, is op die manier ontdekt door een reguliere uitgeverij en binnen een maand of vier na plaatsing van de eerste bladzijden op Ten Pages konden we een auteurscontract tekenen. Als je eenmaal een uitgever hebt, wordt alles echt gemakkelijker. In juni komt mijn tweede roman, Matroesjka, uit, ook weer bij dezelfde reguliere uitgeverij. Vooral niet opgeven dus!

Mag ik een 'blikje wagen'? Taalfouten corrigeer ik streng, maar ik plaats mijn suggesties op gepaste wijze. Lezen is immers alsof je iemands dagboek leest; of vanaf het raam aan de overkant de boel bespiedt. Het beoordelen van een manuscript vergelijk ik dan met het daadwerkelijk aanbellen om te zeggen wat ik heb gezien ... en ervan vind. Dus als ik als 'gluurbuur' mag helpen, doe ik de eerste 4 pagina's voor nop.

Goed nieuws! In mijn vorige reactie vertelde ik dat ik een kort verhaal had opgestuurd naar Parelz. Ik bedoelde eigenlijk Azra magazine. Ik kreeg een paar dagen geleden bericht van Carien Touwen van Azra magazine. Ze gaan mijn verhaal plaatsen in het mei/juni nummer. Ik schrijf onder het pseudoniem Bara Wilson en het verhaal heet:" De voddenwever". Zo zie je maar weer, gewoon doorgaan met schrijven. Ik kan je wel aanraden om een goed bureau in de arm te nemen om je manuscript eens te laten beoordelen. Dit heeft mij goed geholpen. Zo zie je wat nog voor verbetering vatbaar is, vooral op technisch gebied.