Het decor van je boek

Plot, conflict, gelaagde personages, sluitende verhaallijnen, ze zijn allemaal belangrijk voor een goed boek; en setting – de achtergrond van je verhaal, zoals de plekken waar het zich afspeelt – is dat ook. Zonder setting bestaan je personages in een vacuüm.

---

Setting toont je lezer waar het verhaal zich op dat moment afspeelt en met welke context; het kleurt je scènes, het geeft sfeer, en daarmee kun je je lezer in de gewenste stemming brengen. Het vormt de ruggengraat van je verhaal. Een goede setting maakt je verhaal gelaagder en heeft invloed op je personages. Het is het decor van je boek.

Hoe geef je je setting weer?

Als je vanuit het perspectief van de ik-figuur of een ander personage schrijft, kun je dat doen met de zintuigen van die persoon, direct of indirect. Wat die ziet, hoort, ruikt en voelt, tovert de omgeving waar hij of zij zich bevindt in de geest van je lezer; alsof het een film is. (Maar dan wel een met reuk en gevoel.)

---

Afbeelding

Meer schrijftips en adviezen?

In iedere editie van tijdschrift Schrijven Magazine delen we tips, trucs & adviezen van bekende auteurs en schrijfdocenten. Leerzaam!

Nog geen abonnee? Meld je aan!

JA GRAAG    GEEF CADEAU

---

Schrijf je vanuit de alwetende verteller, dan kun je ook beelden en andere waarnemingen beschrijven die je personage nog niet beleeft. Bijvoorbeeld de rellen die zich afspelen om de hoek van de steeg waar hij/zij loopt. Maar je kunt je personage wél al de onheilspellende geluiden ervan laten horen.

Setting gaat echter niet alleen over wat je rechtstreeks met je zintuigen kunt waarnemen; het behelst ook cultuur – dat maak je indirect duidelijk met beeld, geluid, reuk, en dergelijke.

Waar bestaat je setting uit?

Er zijn diverse componenten:

Ten eerste: waar speelt het verhaal zich af? Dat kan een land zijn, een stad, een gebouw, een eiland, een trein, enzovoort. Of een andere planeet of een fantasieomgeving – de hel, de hemel, sprookjesland, of nog iets anders. Of juist de supertechnische omgeving van een ruimtestation, zoals het ISS.

Natuurlijk kan de plek-van-dienst steeds een andere zijn, bijvoorbeeld als je personage uit de trein stapt en de stad inloopt. Of als hij het bos uit loopt naar de rivier en in een bootje stapt.

Welke details in de omgeving neemt je personage waar? Dieren, planten, bloemen, accessoires, snuisterijen in etalages, instrumenten en apparaten, verkeersborden, beelden, enzovoort.

Hoe ziet de geografie eruit? Bos, weide, zee, woestijn, bergen en heuvels, moeras?

Cultuur: wetten, gewoonten, religie, samenlevingsvormen, do’s and don’ts, de verhouding tussen de seksen, kleding, enzovoort.

Tijd: speelt het zich af in de huidige tijd? Of een paar eeuwen geleden? Of juist ergens in de toekomst?

En niet te vergeten: het weer. Regent het, schijnt de zon, is er een tornado of mist of valt er sneeuw? Is het koud of warm?

NB: niet elk component hoeft er altijd te zijn; zo zal het ISS weinig geografie hebben. En het regent daar ook niet. 

Zo. Voel je de setting van je boek al en de werking ervan op je personages en je lezers?