Mariken Heitman geeft tips! Meld je aan en ontvang dit nummer.
De smaak van bananenbrood
Eten is een belangrijk deel van mijn leven. Ik vind het heerlijk om te maken, gezellig om te eten en ik bak graag een cake of een taartje. Maar ik vind het ook heel leuk om over eten te schrijven. De verhalen die ik schrijf hebben altijd eetmomenten, soms uitgebreid met hele banketten en beschrijving van de gasten. Soms kort als rustmoment of als de sleutel voor het vervolg.
Het is zo gemakkelijk om een van je favoriete hoofdpersonen te laten genieten van een vers gebakken appeltaartje. De nog warme appeltjes die een zoetzure geur afgeven waarop het kruidige van de kaneel meedrijft. En als de hoofdpersoon zijn tanden dan in het taartje zet, dan voel je de knapperige textuur van de bodem en de zoete scherpte van de meegebakken gember.
Dat is niet zo heel moeilijk. Maar hoe laat ik diezelfde persoon een stuk bananenbrood eten? Ik vind bananen lekker, zo als vrucht. Niet verwerkt in toetjes of gerechten. Bewerkte banaan heeft iets slijmerigs en dat wordt dan ook nog donkerbruin of zwart. Dus als ik ergens op een menukaart een gerecht met banaan zie staan, dan sla ik het automatisch over.
Maar nu is mijn hoofdpersoon op één van zijn beroemde speurtochten in het Caribische gebied en krijgt hij van de dame waarbij hij een kamer heeft gehuurd een stuk bananenbrood te eten. Hoe ga ik dat dan lekker beschrijven. ‘Hij zette zijn tanden in het vers gebakken bananenbrood. Het was nog warm en de banaan…”
Tja, wat is er met die banaan. Die is warm, slijmerig en smaakt weeïg zoet. Dat is niet lekker, dat zorgt eerder voor oncontroleerbare rillingen over zijn rug en het dwangmatig samentrekken van zijn slokdarm in licht peristaltische bewegingen.
Of laat ik hem liefdevol naar de dame kijken waarbij hij zich verontschuldigt vanwege zijn bananenallergie? Dat is een goede. Echter biedt de dame hem dan een kokos kwarktaartje aan en begint het hele circus van walging opnieuw.Dat kan functioneel zijn, maar als je drie keer hebt gelezen dat de hoofdpersoon iets heel erg vies vindt om te eten, ga je hem niet sympathieker vinden.
Ik kan natuurlijk de eetscène’s eruit laten, maar ik vind ze zo vreselijk leuk om te beschrijven. En alleen maar dingen eten die je lust, dat klopt niet, net zoals iemand die altijd alles lust. Dat soort brave hendrikken spreken ook niet tot de verbeelding.
Het wordt tijd dat mijn hoofdpersoon volwassen wordt. Je kunt een keer iets weigeren omdat je het niet lust, maar de volgende keer eet ‘ie het gewoon op. Dan maar ziek en misselijk, een beetje ruggengraat moet ie hebben.
En zeg nu zelf, bananenbrood is nog steeds geen cocktail met levende meelwormen. Dat wordt het volgende obstakel.
Nora Haertlein Filarski (1970) schrijft professioneel voor bedrijven en in haar vrije tijd allerlei soorten verhalen. Is nu bezig met haar eerste kinderboek.
- Login of registreer om te reageren
Topauteur Herman Koch geeft naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwe boek advies aan jonge schrijvers. Meld je aan!
Dit nummer niet missen? Neem vóór 24 januari 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!
Ervaren redacteur Maria Genova deed voor Schrijven Online meer dan dertig manuscriptbeoordelingen. Lees haar tips in het komende nummer!
Comments
Beste Nora, What's your
Beste Nora,
What's your