Afbeelding

Foto door Mikhail Nilov
Foto door Mikhail Nilov
De protagonist, het personage waar het verhaal om draait, is een figuur met wie je lezer zich moet kunnen identificeren, zich in moet kunnen herkennen, of sympathie voor moet voelen. Maar hoe krijg je dat voor elkaar als je protagonist een onsympathiek figuur is? Zo iemand vinden mensen onaantrekkelijk. ‘Waarom zou ik een boek lezen over een onaangenaam individu? Hop, weg dat boek!’ denkt hij*. Het is dus cruciaal dat je lezers tóch gaan voelen voor je onaangename sujet.
Hoe krijg je dat voor elkaar? En waarom zou je überhaupt kiezen voor een onsympathieke protagonist? Dat doe je als het noodzakelijk is voor het verhaal. Bijvoorbeeld als het verhaal draait om de oorzaak van het onaangename karakter van je protagonist en hoe hij daarmee omgaat.
Wat je lezer in één klap een golf empathie voor je onaardige protagonist kan geven, is als hij onverwachts een nobele daad uitvoert. Zeker als hij zichzelf daarbij opoffert. Stel, hij wordt door iedereen gezien als verachtelijke lafaard. Maar dan verrast hij ze door uit een brandend huis, waar geen brandweerman naar binnen durft, kinderen te redden. Wat hem in een met gruwelijke brandlittekens bezaaide stakker verandert. *Snif*
Wat ook goed kan werken: als je protagonist ooit ten koste van anderen iets lafs of verschrikkelijks heeft gedaan, bijvoorbeeld zijn beste vriend uitleveren aan de maffia zodat hij zelf kon ontsnappen. Als je dat zodanig vertelt dat je lezer er begrip voor kan krijgen, omdat we allemaal wel eens iets hebben gedaan wat niet zo fraai is, maakt dat je protagonist minder onsympathiek. Sterker nog, als hij ook nog ernstig onder die misstap blijkt te lijden, is hij misschien wel zijn onaangename uitstraling kwijt. En zeker als hij het uiteindelijk goedmaakt.
Die opwaardering naar een sympathieker personage hoeft niet per se een totale omslag te zijn. Je kunt bijvoorbeeld ook alleen een contrast van zijn karakter introduceren. Bijvoorbeeld een zelfingenomen eikel die zomaar een dakloze helpt. Of een bullebak die onthult dat hij kwetsbaar is. De opschepper die zijn eigen overdreven verhalen belachelijk maakt. Dit soort onvoorziene acties kunnen ervoor zorgen dat je protagonist wat van zijn onaangenaamheid verliest. Kijk wel uit dat je je lezer daar niet mee overvoert; dan is het niet verrassend meer.
Misschien is je onsympathieke protagonist zelf een slachtoffer. Hij heeft bijvoorbeeld een extreem slechte jeugd gehad, waarin hij en zijn moeder werden mishandeld en misbruikt door een doorlopend dronken vader, die vrouw en kind ook aan zijn sneue vriendjes aanbood. Of hij komt uit een armoedig gezin, waarvan de ouders vroeg stierven en hij moederziel alleen op straat moest zien te overleven. Vervolgens werd hij geadopteerd door een bende, klom daar in de hiërarchie op en werd zo een nietsontziende maffiabaas. Als je die keiharde crimineel die eerder genoemde nobele daad laat uitvoeren (en dat heel geloofwaardig laat gebeuren), zal je lezer daar zeker verrast door zijn en je personage met andere ogen bekijken.
Ik wens je veel succes met je sympathieke onsympathieke protagonist!
* Voor ‘hij’ kun je ook andere genders lezen.
Veel aspirant-schrijvers vergeten het: de enter-toets. Redacteur Rob Steijger legt het belang van juist alineagebruik uit.
Wil je je eigen verhaal op papier zetten? Dan kan je deze workshop niet missen! Kathy Mathys deelt veel tip + oefeningen.
In deze serie geven we je aan de hand van schrijfadviezen van ervaren auteurs en heel veel oefeningen een goede basis. Meld je nu aan om alle afleveringen in deze serie te lezen!
Wanneer moet je een actiescène inzetten en hoe doe je dat? Martijn Lindenboom geeft een spoedcursus in het komende nummer van Schrijven Magazine!
Vorig jaar verscheen haar eerste dichtbundel, en nu schrijft ze dit jaar het Boekenweekgedicht. Ze vertelt meer over haar poëtische stijl en de plek van poëzie in Nederland.