Sommige schrijvers tikken moeiteloos heel wat woorden weg in korte tijd. Hoe doe je dat zelf?
Baas in eigen brein
Ik zag Tim Krabbé, de schrijver van De renner, in een interview. Hij staat langs de weg en kijkt naar voorbij komende wielrenners. Hij zegt: ‘Als jongetje wist ik, dit wil ik ook, zonder te weten wat ik wilde en wat ik daarvoor moest doen...’.
Ik wist als jongetje dat ik ‘iets met schrijven wilde’. Zonder te weten hoe en wie mijn voorbeeld was. Het kon alle kanten opgaan: bij de krant werken, in de uitgeverij gaan, journalist worden, een proefschrift schrijven. Nu denk ik, je moet er alles voor doen.
Je kijkt naar je handen terwijl ze letters intikken, je ziet hoe laat het is en weet dat alle anderen nog slapen en je denkt: dit wilde ik dus. Als je ouder wordt, denk je terug aan al die jaren, dat je bezig was met iets waarvan de vormgeving een roekeloos avontuur leek, iets waarover je niet zomaar begon te praten, iets dat je met je mee draagt. Een vorm van lijden, maar ook een potentiële bron van intens plezier.
Bij veel schrijvers zijn de beweegredenen onduidelijk en is de motivatie hoog, de uitkomsten blijven onzeker. Het tijdpad dat nodig is om tot ontwikkeling te komen, is onbekend en het oorspronkelijke streven kan zoek raken. Ondertussen verandert de wereld om je heen.
Misschien moet je er alles voor doen, er is veel dat je niet hoeft te laten. Het schrijversschap vraagt een onafhankelijke instelling, het vraagt een eigen geluid, een eigen visie, een toonzetting die van jou is. Dat zit niet in het schrijversschap, dat zit in jou. Het vraagt een vakmanschap, iets dat je niet hebt.
Je staat aan de kant van de weg en je ziet een vermoeide karavaan met fietsers voorbijkomen. Je stelt je de vraag, wat het met je schrijverschap te maken heeft. Je denkt aan de veranderingen in de wereld van de uitgeverij, van de kranten, van de literatuur. Je vraagt je af hoe jij erin past en of je misschien wel of je nog wel in past. Je weet, dat als je oorspronkelijke idee nog leeft, dat je er wat mee moet doen. Maar hoe? Manuscripten opsturen naar uitgeverijen en eindeloos wachten? Een literaire agent zoeken? Teleurstellingen zijn gemakkelijk te organiseren. De ontwikkeling van je talent bewaken, dat is een stuk lastiger, maar dat kun je leren.
David Caughran heeft in Let's get Digital het idee van selfpublishing mooi uit de doeken gedaan. Hij legt uit waarom het digitale experiment zo interessant is en etaleert een stuk of dertig schrijvers die hetzelfde deden als hij. Mooie tips voor de schrijver: blijf bij je bron, zoek de juiste voorbeelden. Om een vak te verwerven zul je moeten leren, je hoeft niet de schoolbanken in, je bent je eigen docent. Dat kon je al bij Schrijven Online en Creatief Schrijven.
Er zijn meer mogelijkheden, waarbij je zelf aan de slag kunt. Bijvoorbeeld: Mijnbestseller.nl en sinds kort Brave New Books. Daar ben jij aan zet met jouw boek. Wil je een beperkte groep van lezers, dan beperk je de oplage tot die groep.
Je kunt direct opstappen en mee fietsen in de karavaan van je droom. Je kunt ook rustig aan de weg blijven zitten, inloggen op deze sites, je laten inspireren, je talent verder ontwikkelen en aan je nieuwe boek verder werken.
Bert Bakker publiceerde eerder in Hollands Maandblad en Friese literaire tijdschriften. Bekijk ook zijn website.
- Login of registreer om te reageren
Anya Niewierra schreef geschiedenis: met 5 boeken op de bestsellerlijst. Wat is het geheim van de auteur van De camino?
Kathy Mathys hoopt dat je van herschrijven gaat houden met haar handige tips.
Dit nummer niet missen? Neem vóór 15 november 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!
Dit nummer niet missen? Neem vóór 15 november 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!