Vervolg van de essay van Guus Bauer over Alice Munro uit het tweede nummer van Schrijven Magazine van 2014. Het volledige artikel lezen? Bestel het nummer hier na.
De schrijver dient geduld te hebben, niet altijd willen toegeven aan de drang tot publiceren, die – een waarschuwing aan aspiranten is hier op z’n plaats – ook met het stijgen der jaren casu quo uitgebrachte boeken niet noodzakelijkerwijs hoeft af te nemen. Het moge duidelijk zijn dat verhalen de kans moeten krijgen om uit te kristalliseren, maar neem ook ongebreideld de tijd voor het samenstellen van een bundel. Jaren later kan een nieuw verhaal, of een oud verhaal in een nieuwe behuizing, ineens mooi tegen een ander aanschuren. Zelfs zo, dat ze verstrengeld kunnen leiden tot, ahum, een novelle of een roman. Vuur ontstaat nu eenmaal door wrijving.
Bij zorgvuldig samengestelde verhalenbundels vormt de bijna zonder uitzondering met veel moeite gevonden eigen stem van de schrijver de verbindende sluier die de aandacht van de lezer kan vasthouden.
De Zweedse jeugdboekenschrijver Per Nilsson: ‘Naarmate je ouder wordt, neemt, als het goed is, je vaardigheid als schrijver toe. Er ontstaat verdieping, je gaat bedachtzamer te werk. Tegelijkertijd verlies je een zekere moed, je nieuwsgierigheid vertoont slijtageplekken. Er komt een moment dat je terugverlangt naar de onbevangenheid van de jeugd.'
'Toen ik net begon, had ik meer vertrouwen in mijzelf, vond ik het schrijven eenvoudiger. De angst dat ik mijn taal kwijtraak, dat er eenvoudigweg geen ideeën meer opkomen, kortom: dat je alle verhalen al verteld hebt, wordt met het klimmen der jaren steeds groter. Hoe duidelijker je eigen stem is, hoe groter de vrees om deze weer kwijt te raken. Er zijn veel schrijvers die, wanneer ze eenmaal dat eigen geluid hebben gevonden, exact op die ingeslagen weg voortgaan. Eigenlijk steeds weer hetzelfde schrijven. Ik kan het eenzame geploeter alleen volhouden door te proberen mijzelf in elk verhaal steeds weer opnieuw uit te vinden.’
Door Guus Bauer