Afbeelding

potloden

Foto: Pexels

Hoe gebruik je een backstory?

Waarom reageert iemand zoals ze reageren? Waar komt toch die vreemde angst voor het donker vandaan? Over je personages kan je oneindig veel vragen stellen. Een deel daarvan heeft te maken met hun geschiedenis, of backstory, die we vandaag in het schrijfwoordenboek bespreken.


Wat houdt de backstory in?

Een backstory is wat er met je personage gebeurd is voor aanvang van het verhaal. Het beïnvloedt de beslissingen die ze nu nemen. De backstory kan dus het hele leven van je personage omvatten, al betekent dit niet dat je dit allemaal in detail uit hoeft te denken of als informatie aan je lezer moet geven.

Is de backstory belangrijk genoeg om uit te schrijven?

Dit hoeft niet zo te zijn. Met hoeveel detail je het bedenkt, is afhankelijk van jezelf en het personage. Als het terugkomt in de vorm van dialoog of flashbacks, dient het logischerwijs uitgeschreven te worden. Maar als de backstory alleen het achtergrondverhaal van je personage is, hoeft dit niet. Tussen de regels door kan de backstory blijken, zonder dat je ooit een letter erover op papier hebt gezet. Al kan het natuurlijk handig zijn om de grote punten voor jezelf op te schrijven.

Hoe uitgebreid moet de backstory zijn?

Een mooie maatstaf om aan te houden, is dat de handelingen van je personage logisch moeten blijven. Heb je tijdens het schrijven geen idee hoe iemand reageert, of waarom? Misschien is het dan het moment om even terug te keren naar de backstory. Daarnaast is het afhankelijk van de voorkeuren van de schrijver. Heb je een uitgebreid verhaal nodig om je personages te doorgronden, of begrijp je hun motivaties heel goed als je alleen de grote lijnen ervan weet?

Hoeveel backstory vertel je aan de lezer?

Er zijn verschillende manieren om backstory in je verhaal te verwerken. Hiervoor noemden we al dialoog en flashback, waarin letterlijk een stuk van de backstory terug kan komen. Daarnaast zijn er ook ‘subtielere’ manieren om de backstory te verwerken. Zo kan het zien van iets een herinnering  ‘triggeren’ bij een personage, bijvoorbeeld het zien van een oud merk broodbeleg dat iemand terugvoert naar hun jeugd. Een aantal leuke tips om je backstory te verweven kan je vinden in dit artikel.

Hoe verzin ik een goede backstory?

Houd vooral in gedachten dat niet iedereen een spectaculaire of traumatische jeugd heeft gehad. Een groot deel van de personages kan een heel alledaagse backstory hebben, die hen alsnog vormt. 
In dit fictieve voorbeeld woont Karel al heel zijn leven op het platteland, terwijl Thomas al sinds zijn geboorte in de stad woont. Wanneer de twee samen met een groepsreis op vakantie gaan, komen ze ’s avonds laat aan in het hotel. Thomas is zijn tandenborstel vergeten en stelt voor een winkel te zoeken om een nieuwe te kopen. Karel lacht erom, kijkt op de klok, en zegt dat hij niet weet of er midden in de nacht nog wel winkels open zijn. Thomas is op zijn beurt ervan overtuigd dat dit wel zo moet zijn en haalt hem over om op zoek te gaan.
Zo kan uit kleine verschillen in verwachtingen of opvattingen de achtergrond van een personage blijken, ook als het niets spectaculairs is. Backstories zijn er om de personages diepte en geloofwaardigheid te geven, niet om zelf een bestseller te worden.