Zes tips om te leren omgaan met (schrijf)angst

Schrijven en angst zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Staren naar een leeg scherm, het inzenden van een verhaal, het afwachten van recensies, et cetera. Toch is zulke angst niet slecht. Het is juist de truc om die angst te hanteren als hulpmiddel bij het schrijven.

1. Identificeer de bron van je angst

Hoewel iedereen weet hoe angst aanvoelt, speelt de emotie je vaker parten dan je zou denken. Zo ontspringt uitstelgedrag over het algemeen uit angst, of typ je tot laat in de nacht door omdat je ‘in het moment’ zit, misschien alleen maar uit angst dat het moment de dag erna verdwenen zal zijn. Zodra je erachter komt wat je doet (of niet doet) uit angst, kun je die bewustwording omzetten in iets productiefs.

2. Leer omgaan met angst

Zodra je weet wanneer en waarom je angst voelt, zul je de uitdaging aan moeten gaan om er mee te leren leven. Elke schrijver zal fouten maken en negatieve recensies krijgen. Angst zal er daarom voor zorgen dat je jezelf tegenhoudt zodat je de pijn van die fouten niet hoeft te ervaren. Negen van de tien keer is er echter niks aan de hand, maar dat kun je alleen ervaren door de angst niet uit de weg te gaan. Doe wat je niet durft en blijf dat doen tot de angst het opgeeft.

3. Zet perfectie van je af

Veel schrijvers streven naar het perfecte verhaal. Ze komen in een spiraal terecht waarin ze maar blijven herschrijven. Bedenk daarom dat jouw schrijfwerk uniek is, net als je vingerafdruk. Het is een representatie van jou en kan daarom niet perfect zijn. Met dat in het achterhoofd kun je jouw schrijfstijl zien als iets dat je kunt vervormen en verbeteren. In plaats van iets perfect te maken, kun je ernaar streven iets af te maken zodat je met een volgend verbeterpunt aan de slag kunt, ongeacht of het vorige project wel of niet een succes was.

4. Stel regels voor jezelf

Om jezelf te helpen om schrijfangst te overwinnen, kun je jezelf regels aanleren. Probeer de volgende keer dat je jouw schrijfwerk uitstelt een tijdslimiet te hanteren. Doe tien minuten wat anders en ga vervolgens tien minuten schrijven. Het lijkt misschien niet veel, maar je zult al snel merken dat je na die tien minuten nog wel even door wil schrijven. Deze regel kun je ook toepassen bij het herschrijven van een stuk. In plaats van dat je tien verschillende versies maakt, kun je stellen dat je er maximaal drie maakt en verder gaat met een volgende scène.

5. Blijf bezig

Angst zal er in veel gevallen voor zorgen dat je schrijfproces stil komt te liggen. Vervolgens durf je niet meer aan de slag te gaan, want wat als er niks goed uitkomt, of wat als het werk slecht wordt ontvangen? Richt je daarom niet op de resultaten van wat je doet, maar op het schrijfproces zelf. Richt je aandacht op het leren van nieuwe schrijftechnieken, doe onderzoek naar locaties voor je verhaal of lees een boek over schrijfstijl. Je zult snel merken dat je in een ‘flow’ terechtkomt waarin angst geen rol speelt.

6. Houd zicht op het doel

Hoewel de gedachte aan resultaten beangstigend kan werken, is het belangrijk om de doelen die je voor jezelf gesteld hebt niet uit het oog te verliezen. Ga bij jezelf na waarom je schrijft en wat jouw doel is met een verhaal. Door vooraf doelen te stellen zorg je voor een houvast waar je in elke fase van het schrijfproces op terug kunt vallen.

Uiteindelijk is het dus niet angst die je tegenhoudt, maar jezelf door die angst proberen te vermijden. Door jezelf aan te leren om te gaan met deze angst en het met je mee te dragen als een waardevolle les, zul je veel steviger in je schoenen staan. Dat zegt niet dat je direct alles goed zult doen. Het zorgt er echter wel voor dat je meer kunt permitteren zonder je daar slecht bij te voelen. Gebruik angst om te zien op welk gebied je nog wat te leren hebt en confronteer dat met opgeheven kin.

Door: Reinoud Schaatsbergen