Stapsgewijs een verhaal bedenken - Van onderwerp naar hoofdplot

Iedereen heeft wel eens een periode waarin het schrijven minder vanzelf gaat. Persoonlijk heb ik altijd moeite met het bedenken van een vrij verhaal. Ik ben op internet op zoek gegaan naar tips. Wat is een plot eigenlijk? Waar bestaat een plot uit? Na het lezen van een heleboel websites, heb ik mijn bevindingen gedestilleerd tot een stroomschema dat ik hier met jullie wil delen.

Fase 1: het onderwerp

Waar ik mezelf op betrap, is dat ik bij het bedenken van een verhaal vaak teveel tegelijk wil. Ik wil niet alleen een onderwerp, maar ik wil dan ook meteen al weten wat de plot gaat zijn en hoe het afloopt. Daardoor blokkeert mijn denken en schuif ik bruikbare onderwerpen aan de kant. Stap 1 bij het bedenken van een verhaal is heel simpel: het onderwerp, de tijd en de plaats. Waar gaat het verhaal over? Dat kan heel basaal zijn. Denk aan het onderwerp van een spreekbeurt. Daarna is het handig om plaats en tijd vast te stellen. Waar speelt het verhaal zich af? In Nederland of in een ander land? In een dorp of in een stad? In een huiskamer of in een fabriek? Als het verhaal zich niet in het heden afspeelt, moet je ook de tijd vaststellen. In het verleden zal het verhaal zich heel anders ontwikkelen dan in het heden. Als je die drie elementen hebt vastgesteld, ga je verder met fase 2.

Fase 2: het conflict

Elk verhaal draait om een conflict. Er zijn hele boeken geschreven over conflicten in verhalen. Als je het onderwerp, de tijd en de plaats weet, kun je gaan bedenken wat voor conflict er in die setting past. Dat conflict is nog geen plot. Het is enkel een botsing tussen de protagonist en de antagonist. Bijvoorbeeld: ik heb ruzie met mijn buurman. Ik ben dan de protagonist en mijn buurman is de antagonist. Er gebeurt nog niets en er is nog geen reeks gebeurtenissen, maar de basis van het verhaal staat. Op dit punt is het ook handig om vast te stellen waar je verhaal begint en waar het eindigt. Dat hoeven niet perse het begin en het einde van je verhaal te zijn, (die kun je later veranderen door gebruik te maken van flashbacks of flashforwards) maar wel van de verhaallijn. Het is belangrijk om een beginpunt en eindpunt vast te stellen, omdat je daarmee je verhaal afbakent.

Het begin van het verhaal

In mijn voorbeeld kan het verhaal beginnen op het punt dat ik de buurman voor het eerst ontmoet, maar ook op het punt dat ik voor het eerst zijn rommel op mijn balkon vind (de eerste irritatie). Het kan eindigen als ik eindelijk besloten heb de politie te bellen, of als de buurman gearresteerd wordt voor lastering, of als we in een uitzending van de Rijdende Rechter zitten. Nu komen we aan bij de kern van het verhaal: de plot.

Stapsgewijs een verhaal bedenken - Van onderwerp naar hoofdplot

Fase 3: de hoofdplot

In deze fase bedenk je de hoofdplot. In korte verhalen zal dat het enige plot zijn, in langere verhalen zullen er om de hoofdplot nog diverse subplots cirkelen. We beperken ons nu eerst tot de hoofdplot. Dat moet namelijk solide zijn, anders valt je hele verhaal als een kaartenhuis in elkaar. Omdat ik het woord 'plot' nogal vaag vind, heb ik een definitie opgezocht. 'Een plot is een reeks opeenvolgende gebeurtenissen die op een logische en geloofwaardige manier uit elkaar voortkomen.' 

Vat in één zin je hoofdplot

Toen ik deze definitie las, snapte ik al meteen waarom sommige verhalen die ik vroeger schreef, niet goed waren. Daarin gebeurde namelijk veel te weinig, of de gebeurtenissen hadden niets met elkaar te maken. Als we weten wat het conflict is, wie de handelende personen zijn en waar het verhaal begint en eindigt, kunnen we nu vaststellen wat er precies in dat conflict gaat gebeuren. In mijn voorbeeld kan het zo zijn dat de buurman steeds asocialer gedrag gaat vertonen, zonder dat ik iets terug doe. Misschien wordt het wel een kat-en-muisspel: hij gooit bij mij een baksteen door de ruit en ik gooi rotte eieren tegen zijn raam. Uit de plot moet beweging blijken. Pas wel op dat je plot niet te uitgebreid is. Het moeten samenhangende gebeurtenissen zijn, rondom één verhaallijn. Daarom is het goed om na het bedenken van je plot te testen of je het in één zin kunt samenvatten. Als je dat kunt, ben je klaar voor de volgende fase.

Het vervolg en dus de volgende fases zullen volgende week verschijnen.

Door: Marieke Haijkens

Marieke Haijkens is beginnend schrijfster. Haar achtergrond ligt in het middelbaar onderwijs. Ze werkt als toetsauteur voor een grote uitgeverij. Daarnaast schrijft ze haar debuutroman en doet ze mee aan schrijfwedstrijden. Bezoek haar website

Techniek