Afbeelding

Foto van een golden hour zon met uitzicht op bergen en bossen

Photo by katja

UKV's van de week: Uitzicht en Heisa

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.


Elsbeth Boom – Uitzicht

6 oktober

Samen schommelden ze en keken naar buiten.
Hij zei altijd ‘waarom zouden we televisiekijken, wanneer het leven zich gewoon voor je raam afspeelt?’ En gelijk had hij.
Ze zagen jeugdige verliefdheden ontstaan bij de tramhalte, spelende kinderen opgroeien en zelf kinderen krijgen, en een brand bij de snackbar.
Hij kwam bij haar zitten, wanneer ze ’s nachts met hun dochtertje heen en weer schommelde om het huilen te stoppen. Hun relatie overleefde de eenzaamheid toen ze emigreerde.
Ze zouden samen blijven schommelen.
Ze zag hoe hij op een brancard hun kabouterhuisje werd uitgedragen.
Haar uitzicht was nooit meer hetzelfde.


Harmke Roestenburg - Reclame tegen verspilling

7 oktober 

De Granny Smiths zien groen van jaloezie door de aandacht die de nieuwkomers krijgen. ‘Kijk nou toch, alleen maar omdat ze goedkoop zijn.’ 
‘Ja, mensen bezuinigen op alles,’ klagen de Gala’s.
‘Maar zoveel duurder zijn wij toch niet,’ blozen de Jonagolds.
‘Ze moeten zonodig weer iets anders,’ mopperen de Elstars.’
‘Wij smaken exact zoals jullie!’ roepen de nieuwe appels.
Vroeger vond men ons te min, omdat we er anders uitzien. Maar Buitenbeentjes hebben een klokhuis van goud, hoor! En het gaat niet alleen om geld.’
Trots wijzen ze naar het bord met de sierlijke letters:
“Winnaar meest duurzame appel”.

Conny Hoogendoorn – Heisa

7 oktober

Op het parkeerterrein wordt driftig getoeterd naar een jonge vrouw die probeert haar wagen het parkeervak uit te draaien. Tevergeefs. Stijf van de stress doet ze een tweede, misschien wel derde poging. Opnieuw klinkt het irritante geluid van een claxon.
Een voorbijganger staat op het punt de ongeduldige toeteraar tot de orde te roepen, maar als hij hem ziet wijzen, begrijpt hij het. Zwaaiend met zijn armen tracht ook hij haar aandacht te trekken. Dat lukt. Beide mannen valt een opgestoken middelvinger ten deel. Met haar neus in de wind vertrekt ze. Haar telefoon ligt nog op het dak.

Marion Reeuwijk-Remmerswaal – Zou

9 oktober

Ik wou nog een keer, niet over de kop, maar gewoon ronddraaien, van grote hoogte neerzien op de mensen die rondliepen op het plein. Ze leken zo klein, terwijl ze zich haasten naar de volgende attractie. Het geld brandde in hun zakken. De schuivertjes schoven, de grijpertjes grepen steeds mis naast dat snoezige beertje. De jongen in de botsauto's botste net iets zachter tegen het meisje met de blonde paardenstaart. De man met de cowboyhoed schoot zijn volgende knuffel bij elkaar. Ik wou nog een keer, maar zou het niet doen. Mijn braaksel ligt onder de Power Surge.

Nel Goudriaan – Nieuwe buren

9 oktober

Mijn enthousiasme sloeg dood tegen een muur van lamlendigheid. Ze hoorden me aan en vervolgden hun gesprekken over overvolle afvalbakken, de rommel in de gang en de smaak van senseo koffie.
‘We kunnen het toch proberen?’ vroeg ik. Mijn anders zo krachtige stemgeluid klonk als een hese stoomketel. 
Het leek zo’n goed idee om samen met onze nieuwe buren een maaltijd te organiseren.
‘Zij zijn nu eenmaal anders. Alleen die geur van het eten al.’ Ze trok haar neus op, sjokte naar het gasfornuis en goot de spruitjes af. 
De nieuwe buurvrouw liep langs en stak haar hand op.