Over het conflict: de tevreden koolmees.

Het navolgende las ik een tijdje terug als titel en aanhef, dat laatste bij gebrek aan beter, op deze site onder de categorie 'schrijftips'. 'Over het conflict: de brandende watertoren De basis van een goed verhaal is een conflict, en de basis van een goed conflict is een goede tegenstelling. Een goede tegenstelling op haar beurt is een schijnbaar onmogelijke tegenstelling. Een schijnbaar onmogelijke tegenstelling doet een zeer sterk appèl op een lezer of luisteraar; hij wil weten hoe het kán, een brandende watertoren - nu meteen. Dat is de reden waarom je dit artikel leest.' Valt het u ook op? De titel is niet bijster interessant, want in wezen harmonieus te noemen. Voor de dubbele punt wordt de term conflict gebruikt, erachter wordt de brandende watertoren genoemd. Dat lijkt redelijk in balans. Ware het niet dat ik watertorens ken waarvan ik me terdege kan voorstellen dat ze kunnen branden. Dat was de reden voor mij om te lezen. De titel, in balans, beloofde een conflict dat ik niet zag. Daarna volgt: 'De kracht van tegenstellingen in een verhaal is sinds mensenheugenis bekend. Verhalenvertellers zetten tegenstellingen in, al sinds de eerste oerverhalen. Twee voorbeelden. 1. De Edda, Noord-Europese lyriek, begint met Freyer die over alle werelden kan zien en in het Vratenland waar de ruige reuzen wonen, zijn blik laat rusten op een mooi meisje bij wie hij niet komen kan. In dit begin zie je meteen twee tegenstellingen: dat er bij de ruige reuzen een mooi meisje woont, en dat Freyer niet bij haar kan komen. 2. Ook de Bijbel begint met een tegenstelling: In den beginne schiep God hemel en de aarde. Waarom deze twee, en niet de een óf de ander? En bij die tegenstelling blijft het niet. Er vinden allerlei scheidingen plaats: van licht en donker, van aarde en water, en zelfs de mens wordt in tweeën gesplitst tot man en vrouw. Dit laatste is er de oorzaak van dat mensen geïntrigeerd zijn door tegenstellingen.' Ik beken. Over de Edda weet ik niets, de Bijbel ken ik enigszins, dus permitteer mij op punt twee in te haken en op de vraag die daar gesteld wordt: 'Waarom deze twee, en niet de een óf de ander?' Het antwoord lijkt me vanuit het perspectief van de schrijver(s), want de Bijbel is ook maar een boek (zij het voor velen 'Het Boek') voor de hand te liggen. De schrijver(s) van de Bijbel namen de tegenstellingen in het leven waar en beschreven die. Hemel en aarde, licht en donker, aarde en water, man en vrouw; daarom dus. Ze leefden, beleefden, doorleefden en schreven, beschreven, noteerden en probeerden te duiden. Niet omdat de mens, de schrijver zowel als de lezer, geïntrigeerd wordt door tegenstellingen, maar omdat hij er doorlopend mee wordt geconfronteerd. Vanaf den beginne, zou ik dan willen zeggen. Ga maar na: je verlaat de veilige beschutte ruimte van de baarmoeder (waarschijnlijk redelijk donker, ietwat rozerood stel ik me dat nostalgisch voor) en betreedt het licht; de op dat moment voor jou onmetelijke ruimte. Waar je eerst nog zuurstof kreeg via de navelstreng, moet je het nu zelf opknappen. Waarom? Je begint te janken. Je wordt geconfronteerd met je eerste conflict. Je wil leven, onbewust, maar het wordt je meteen duidelijk gemaakt dat je het vanaf nu zelf moet doen. Happen naar adem, janken. En als je het zelf niet meteen begrijpt, maakt iemand het je wel duidelijk. Niet janken? Dan volgt er een klap op je kleine billen. Iemand, die al deel uitmaakt van het leven, confronteert je met zijn of haar vlakke hand met de harde realiteit: je moet zelf ademhalen, vanaf nu. Er zal altijd conflict zijn, goedbedoeld of niet. Vanaf je eerste ademtocht is het er. Je hebt er nooit naar gezocht, maar je werd er mee geconfronteerd: 'in den beginne'. En als je schrijver bent, beschrijf je dat, je hoeft er niet naar te zoeken. Dat is de koolmees die ogenschijnlijk tevreden pikt aan het vetbolletje dat je in januari hebt opgehangen maar onderwijl schichtig om zich heen kijkt, na iedere gretige beweging van zijn snavel. Plukkend van het leven, de dag, maar beseffend dat het leven loert. Brandende watertorens bekijkt hij met evenveel verbazing als niet brandende. Hij herkent ze beide niet. Hij kent slechts het leven, leeft het, doorleeft het, bezingt het.

Lid sinds

11 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Ik snap wat je bedoelt, maar dit:
De vogel lijkt tevreden, voor degene die niet goed observeert. De vogel lijkt tevreden te pikken van de opgehangen vetbol, maar weet en voelt dat hij in alle openheid aan het pikken is. Kwetsbaar. Anders zou degene die hem observeert hem niet kunnen zien. Hij is schichtig. Zijn instinct, ervaring, laat hem weten dat hij moet uitkijken. Hij pikt, snel, kijkt om zich heen. Pikt, kijkt en bij de minste beweging die hem even onnatuurlijk voorkomt als de opgehangen bol, vlucht hij. En al die tijd was er zijn innerlijk conflict. In alle openheid, bereikbaar voor de sperwer, zich tegoed doen aan een aangeboden maal, of op zoek gaan, noeste arbeid, in de veilige beschutting van het struikgewas.
komt niet naar voren uit de titel, 'De tevreden koolmees'. De ogenschijnlijk tevreden koolmees. Tada.
20 oktober 2013 - 19:28

Lid sinds

11 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Weggeeft? Je wilde toch conflict verwerken in de titel? En dan vs de brandende watertoren? De brandende watertoren spreekt mij veel meer aan dan de tevreden koolmees. Ik wil weten wat er gebeurt met die watertoren. gaan ze blussen? Er moet iets gebeuren. De tevreden koolmees ... Nou ja. Ik zou een verhaal dat 'de tevreden koolmees heet, niet lezen. Het doet me denken aan een Suske & Wiske titel, maar dan zonder de alliteratie. De Toornige Tjif-Tjaf, ja!
20 oktober 2013 - 20:52

Sorry, maar nu ga ik toch even op zijn Van Gaals. 'Over het conflict: de tevreden koolmees' als titel, want dat was mijn aanzet, vind ik meer conflict, spanning, bevatten dan 'Over het conflict: de brandende watertoren'.
Ik wil weten wat er gebeurt met die watertoren. gaan ze blussen?
Sorry, maar dat is toch echt een giller. Dan had 'De brandende olietanker' toch ook gekund? Daar moet toch ook iets gebeuren?
20 oktober 2013 - 21:06

Lid sinds

13 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@Woody Je kunt elke titel impliciet spannend vinden. Een tevreden koolmees roept, met enige fantasie, de vraag op waarom hij tevreden zou zijn. De brandende watertoren is een impliciete paradox omdat in een watertoren tonnen water zijn opgeslagen op hoogte, dus als er wat begint te branden dreigt het vuur meteen het onderspit te delven. Die olietanker is een brandende bom, maar niet impliciet spannend, omdat iedereen snapt dat er iets moet gebeuren. Hoewel je natuurlijk, als lezer, best geïntrigeerd kunt zijn waarom een auteur die titel kiest. Maar ja, dat geldt dan weer voor iedere titel. Ik heb een kort verhaal in gedachten: De meloenen gooiende moordenaar (werktitel). Dat is een gemene. Niet voor jou bedoeld, maar voor Mirandala, opdat ze toch nog met een glimlach op haar gezicht van deze discussie afscheid kan nemen.
20 oktober 2013 - 23:27